CCI.Command – Bediening
4.4.4.1
Referentiespoor verplaatsen
4.4.4.2
Referentiespoor handmatig verschuiven
4.4.4.3
Referentiepunt plaatsen
68
Handel als volgt om het referentiespoor naar de huidige positie van de tractor te
verplaatsen:
1.
Rij op het veld in het gewenste spoor en druk op het touchscreen op de knop
"Referentiespoor verplaatsen" (F9).
→ Het referentiespoor wordt naar de huidige positie verplaatst.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als er een referentiespoor is vastgelegd. Alleen
het referentiespoor wordt verplaatst. Als het totale veld moet worden gecorrigeerd
is het plaatsen van een referentiepunt vereist (vgl. hoofdstuk 4.4.4.3).
Om een aanwezig referentiespoor handmatig naar links of rechts te verschuiven
gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "referentiespoor handmatig corrigeren"
(F7 of F8).
→ Het referentiespoor wordt in de gewenste richting verschoven.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als er een referentiespoor is vastgelegd. Alleen
het referentiespoor wordt verplaatst. Als het totale veld moet worden gecorrigeerd
is het plaatsen van een referentiepunt vereist (vgl. hoofdstuk 4.4.4.3).
Het referentiepunt dient bij de eerste bewerking in de buurt van een veld te worden
geplaatst.
Kies een punt dat later voor kalibratie uit exact dezelfde richting en op exact
dezelfde locatie weer kan worden benaderd. Het is raadzaam om een markant
punt, zoals bijv. een putdeksel of een onveranderlijke markering in de veldingang
te kiezen.
De vastgelegde gegevens worden voor verdere verwerking onbruikbaar als u de
plek voor het vastgelegde referentiepunt niet meer kunt vinden.
Handel als volgt om een nieuw referentiepunt van de huidige positie te plaatsen:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "Referentiepunt instellen" (F11).
→ Het referentiepunt is geplaatst en wordt op de kaart weergegeven.
Opmerking
Het referentiepunt geldt alleen voor de machinecombinatie waarmee dit is
geplaatst.