4.4.3
Tijdinterval invoeren
4.4.4
Miniplexer activeren/deactiveren
4.4.5
MiniView activeren/deactiveren
Om het tijdinterval voor de automatische camerawisseling op te geven gaat u als
volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "tijdsinterval" of draai aan het scrollwiel,
tot de knop wit gemarkeerd is en druk vervolgens op het scrollwiel.
Als de knop is gemarkeerd kunt u ook op de knop "OK" (F6) drukken.
2.
Voer op het touchscreen met het numerieke toetsenpaneel of de
schuifregelaar de waarde voor het tijdinterval in.
3.
Bevestig uw invoer met "OK".
Opmerking
Het geldige waardebereik voor het tijdinterval ligt tussen 1 en 10 sec.
Als u een Miniplexer aangesloten heeft om twee camera's te gebruiken moet deze
geactiveerd worden.
Om de Miniplexer te activeren/deactiveren gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "Videominiplexer" of draai aan het
scrollwiel tot de knop wit is gemarkeerd, en druk vervolgens op het scrollwiel.
Als de knop is gemarkeerd kunt u ook op de knop "OK" (F6) drukken.
2.
Voer de boleaanse waarde in.
3.
Bevestig uw invoer met "OK".
Met de Miniview-functie kan het in CCI.Cam weergegeven camerabeeld ook in
andere bedieningsinterfaces op de terminal worden weergegeven, bijvoorbeeld in
de apparaatbediening.
Opmerking
De Miniview is alleen in de hardwaregeneraties 2 en 3 beschikbaar.
Om de Miniview te activeren/deactiveren gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "Miniview" of draai aan het scrollwiel, tot
de knop wit gemarkeerd is en druk vervolgens op het scrollwiel.
Als de knop is gemarkeerd kunt u ook op de knop "OK" (F6) drukken.
2.
Voer de boleaanse waarde in.
3.
Bevestig uw invoer met "OK".
CCI.Cam – Bediening
19