4.3.3.6
3-puntsophanging
4.3.3.6.1
Kalibreren
Op dit tabblad worden de spanningswaarden voor de maximale en minimale
positie van de 3-punts weergegeven.
U heeft de volgende bedieningsmogelijkheden:
Kalibreren
Opmerking
Kalibreren is alleen mogelijk voor de actieve tractor. Bij alle verdere tractoren wordt
de knop "Kalibreren"(F3) grijs weergegeven.
Om de spanningswaarden voor de 3-punts te kalibreren gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op het touchscreen op de knop "Kalibreren" (F3).
→ Het kalibratiemenu opent zich.
2.
Hef de 3-punts op tot de hoogste stand en druk vervolgens op het touchscreen
op de knop "MAX" (F3).
3.
Laat de 3-punts zakken tot de maximale positie en druk vervolgens op het
touchscreen op de knop "MIN" (F4).
Bevestig de waarden met "OK"
4.
Opmerking
Er wordt een aannemelijksheidscontrole uitgevoerd. Als bijvoorbeeld de minimale
waarde hoger is dan de maximale waarde, verschijnt er een foutmelding.
CCI.TECU – Bediening
31