8. Selecteer het apparaat in Scan Point, controleer of het serienummer overeenkomt met dat van het
apparaat dat u gaat kalibreren en klik op het kalibratietankpictogram.
9. Klik op de knop Calibrate (Kalibreren) in het venster Calibrate Instrument (Het instrument kalibreren).
Scan Point maakt het apparaat gereed voor kalibratie.
10. Wanneer de tekst Make Phantom measurement, return to cradle (Fantoommeting uitvoeren,
terugplaatsen in dockingstation) is gemarkeerd en de status waiting (wachten) wordt
weergegeven, neemt u het apparaat uit het Scan Point-dockingstation en plaatst u het in de
uitsparing in het deksel van de kalibratietank. Zorg ervoor dat de tip van de scankop in het water
is ondergedompeld.
Bedienings- en onderhoudshandleiding: Onderhoud en problemen oplossen
27
0900-4830-NLNL REV-05