Inhoudsopgave
Advertenties
Uitstel tss compr.
Hier wordt de tijd tussen het starten van twee
warmtepompen ingesteld. Deze waarde geldt
bijvoorbeeld ook voor de tijd die moet verstrijken voordat
de derde warmtepomp mag starten, wanneer de eerste
en tweede warmtepomp actief zijn, enzovoort.
Tijdens het verhogen/verlagen bij een kleinere
warmtepomp met een lager vermogen, wordt de helft
van de ingestelde waarde geteld.
Van toepassing op Systeemtypen 4-6.
Prio Lucht/Water °C
Deze temperatuurinstelling regelt de prioritering tijdens
de warmteproductie tussen de lucht/water- en vloeistof/
water-warmtepompen als beide typen op het systeem zijn
aangesloten. De standaard waarde is 7°C; dit betekent
dat de lucht-water warmtepomp prioriteit heeft bij
buitentemperaturen vanaf 7°C en hoger.
Prio SWW Lucht/Water °C
Deze temperatuurinstelling regelt de prioritering tijdens
de SWW-productie tussen de lucht/water- en vloeistof/
water-warmtepompen als beide typen op het systeem zijn
aangesloten. De standaard waarde is 7°C; dit betekent
dat de lucht-water warmtepomp prioriteit heeft bij
buitentemperaturen vanaf 7°C en hoger.
SmartGrid Blokkering WP
"Ja" betekent dat de warmtepomp wordt geblokkeerd
wanneer "SmartGrid Blokkering" actief is.
Warmtepomp 1-*
Gebruik instellingen voor elke warmtepomp. Kijk in het
hoofdstuk "Instellingen/Warmtepomp 1-".
Ontdooiing Temp. Min m
Stel de minimale verwarmingstijd „Min m" (minuten)
in voor het verwarmingselement in de condensbak bij
buitentemperatuur T1.
Ontdooiing Temp. Max m
Stel de maximale verwarmingstijd „Max m" (minuten)
in voor het verwarmingselement in de condensbak bij
buitentemperatuur T2.
Ontdooiing Temp. Min °C
Wanneer de buitentemperatuur hoger of gelijk is aan
deze temperatuur (T1), wordt de verwarmingstijd
teruggeregeld tot de waarde die is ingesteld in het menu
"Ontdooiing temperatuur min m".
Ontdooiing Temp. Max °C
Wanneer de buitentemperatuur lager of gelijk is aan deze
temperatuur (T2), wordt de verwarmingstijd verlengd
tot de waarde die is ingesteld in het menu "Ontdooiing
temperatuur max m".
90
30 (5...180)
7 (-20...15)
7 (-20...15)
Nee (Nee/Ja)
10 (0...360)
Max m
10 (0...360)
Min m
10 (-40...40)
-25 -20 -15 -10 -5
De grafiek laat zien dat de verwarmingstijd van het
verwarmingselement voor de condensbakken wordt geregeld
afhankelijk van de buitentemperatuur.
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan T2, gaat de
-10 (-40...40)
verwarmingstijd omhoog naar "Max m".
Wanneer de buitentemperatuur hoger is dan T2, gaat de
verwarmingstijd omlaag naar "Min m".
Deze temperaturen en tijden worden ingesteld in de menu's
"Ontdooiings temperaturen..." aan de linkerkant.
*Het aantal mogelijke verwarmingskringen of
warmtepompen dat op het systeem kan worden aangesloten,
is afhankelijk van het besturingssysteem.
0
5
10 15 20
Buiten ºC
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
