Pagina 1
Installatie- en onderhoudshandleiding CTC GSi 600 Modulerende aardwarmtepomp Model 608 / 612 / 616 400V 3N~/ 230V 1N~/ 230V 3N~ Belangrijk! • Lees zorgvuldig door voor gebruik en bewaar goed voor toekomstige referentie. • Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. 162 508 58-5 CR00682 2023-06-20...
De koelmodule verwijderen • Alle werkzaamheden aan het koelsysteem van het product mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel. • Zet de veiligheidsschakelaar uit voordat u werkzaamheden aan het product gaat uitvoeren. Koppel de connector van de voedingskabel Bevestig de twee draaggrepen aan de en de slangen van de koelmodule los.
Pagina 4
Belangrijk! Informatie over ontluchten Het product kan alleen functioneren zoals bedoeld, wanneer het systeem volledig ontlucht is. Het is extreem belangrijk dat een basisontluchting van het product systematisch en zorgvuldig wordt uitgevoerd. Er moeten op de natuurlijk hoogste punten van het systeem ontluchtingsnippels zitten.
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe product U heeft zojuist een CTC GSi 600 aangeschaft en we hopen De CTC GSi heeft een besturingssysteem dat: dat u er blij mee zult zijn. Op de volgende pagina's kunt u •...
Veiligheidsinstructies Schakel de voeding met een meerpolige schakelaar uit voordat u werkzaamheden aan het product gaat uitvoeren. Het product moet worden aangesloten op een aardverbinding. Het is geclassificeerd als IPX1. Het product mag niet worden afgespoeld met water. Als u het product verplaatst met een hijsoog of iets dergelijks, controleer dan of de hijsapparatuur, oogbouten, en andere onderdelen niet beschadigd zijn.
Registreer het product voor garantie- en Plaats het product op een stevige fundering, bij • verzekeringsdoeleinden via onze website: voorkeur van beton. https://www.ctc-heating.com/customer- Als het product op zacht tapijt moet worden service#warranty-registration geplaatst, moeten er grondplaten onder de stelpoten worden geplaatst.
Controleer ook of de levering compleet is volgens onderstaande lijst. De levering omvat Omdat de koelmodule afneembaar is, moet er • Warmtepomp CTC GSi een vrije ruimte zijn van tenminste één meter voor het product en mag het ook niet onder de • Ruimtevoeler grond worden geplaatst.
De verwarmingsinstallatie van uw huis De stookcurve van het huis De stookcurve is het centrale gedeelte van het besturingssysteem van het product. De stookcurve Kijk voor meer informatie over het instellen bepaalt de benodigde watertemperatuur voor uw huis van de stookcurve in de sectie ”Stookcurve” afhankelijk van de buitentemperatuur.
Geschikte standaardwaarden Tijdens de installatie kunt u vrijwel nooit meteen een precieze instelling verkrijgen voor de stookcurve. In dit geval kunnen de hieronder gegeven waarden een goed startpunt bieden. Voor verwarmingen met kleine warmte-afgevende oppervlakken is een hogere vertrektemperatuur nodig. U kunt de gradiënt (gradiënt van de verwarmingscurve) aanpassen voor uw verwarmingssysteem in het menu "Installateur ...
Voorbeelden van verwarmingscurves In het onderstaande schema kunt u zien hoe de verwarmingscurve verandert met verschillende hellingsinstellingen. De gradiënt van de curve laat de temperaturen zien die nodig zijn voor de verwarmingen bij verschillende buitentemperaturen. Curve helling De hellingswaarde die is ingesteld, is de Vertrektemperatuur vertrektemperatuur wanneer de buitentemperatuur -15°C Buitentemperatuur...
Pagina 13
Zomerseizoen Vertrektemperatuur ºC Verwarming Alle huizen hebben interne warmtebronnen uitgeschakeld (lampen, oven, lichaamswarmte enz.), waardoor de Verwarmen verwarming kan worden uitgeschakeld wanneer de buitentemperatuur lager is dan de gewenste kamertemperatuur. Hoe beter het huis is geïsoleerd, hoe eerder de verwarming van de warmtepomp kan worden uitgeschakeld.
Werkingsgebied CTC GSi Het werkbereik is gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden en kan daardoor variëren tussen verschillende installaties. = temperatuur captatie in) CTC GSi 608/GSi 612 5.3.1 °C °C Temperatuur verwarmingskring (t ) °C T re Retourtemperatuur (t ) °C T re CTC GSi 616 5.3.2...
Design Op de onderstaande afbeelding staat de fundamentele constructie van de warmtepomp. De energie uit het boorgat (de grond) wordt verzameld door het koelsysteem. De compressor verhoogt de temperatuur dan tot een bruikbaar niveau. Vervolgens wordt de energie vrijgegeven voor de verwarmingskring en SWW. Radiatoraansluitingen Het verwarmingssysteem van het huis wordt hier...
Parameterlijst Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Verwarmingskring Elektr. verwarming Programma Economisch Max el. Weerstand kW 5,8* Aanpassing ruimtetemp. °C -2.0 Max el. Weerstand SWW kW 0.0* Vertraging verwarming uit Start bij graadminuut -500 Diff stap, graadminuut Programma Comfort Aanpassing ruimtetemp. °C Hoofdzekering A Vertraging verwarming uit Omzetfactor stroomsensoren Max vertrek °C...
Installatie van de leidingen De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen. Het product moet worden aangesloten op een expansievat in een open of gesloten systeem. Vergeet niet om het verwarmingskring schoon te spoelen voor het aansluiten. Pas alle installatie-instellingen toe op basis van de beschrijving in het gedeelte dat "Eerste start"...
Schema Dit geeft de hoofdaansluiting weer tussen de warmtepomp en het verwarmings- en watertoevoersysteem van het huis. Verschillende installaties en systemen kunnen er anders uitzien, bijv. een systeem met één of twee leidingen, wat betekent dat de uiteindelijke installatie anders kan zijn. Voor meer informatie over het aansluiten van de koude zijde: zie het gedeelte "Het captatiesysteem aansluiten".
8.1.1 Vulklep, verwarmingskring Plaats een vulklep tussen de koudwateraansluiting en de retourstroom van de verwarmingskring. 8.1.2 Terugslagklep Plaats de terugslagklep op de aansluiting voor inkomend koud water. LET OP! Het is belangrijk 8.1.3 Afsluiters afsluiters op de vertrek- en de retourleiding te Het is belangrijk een afsluiter (94) op de vertrekleiding te plaatsen.
Pagina 25
(H) (m) De tabel gaat uit van een installatie met het expansievat meegeleverd in de accessoire CTC installatieset GSi/GS. Het expansievat heeft een voordruk van ong. 1 bar en moet daarom worden ingesteld op een voordruk die voor het gebouw geschikt is. Dit moet gebeuren voordat het systeem met water wordt gevuld.
Pagina 28
8.1.10 Elektrische afsluiter Y47 Wanneer u twee verwarmingskringen heeft en een achtergrondverwarming in verwarmingskring 2 wenst en de de verwarming in de zomer uit in verwarmingskring 1, kunt u hiervoor een elektrische afsluiter (Y47) gebruiken. Klemmenstrook A13 krijgt stroom tijdens het verwarmingsseizoen en is stroomloos in het zomerseizoen.
Pagina 29
8.1.12 Externe warmtebron (EWB) Deze functie wordt gebruikt om aanvullende warmtebronnen aan te sluiten, bijv. een fornuis met een warmtemantel of zonnecollectoren. De warmte van de externe warmtebron (EWB) wordt in het systeem geleid wanneer de ingestelde temperatuur in de externe tank is bereikt en ten minste 5°C boven de instelling ligt.
8.1.13 Diff thermostaatfunctie De diff thermostaatfunctie wordt gebruikt als u warmte wilt overdragen van een tank met de voeler (B46) maar een tank met de voeler (B47). De functie vergelijkt de temperaturen in de tanks en, wanneer het warmer is in Zorg voor een hoog de eerste tank (B46), start het opladen naar de tweede tank (B47).
Pagina 31
8.1.15 Schema, passieve koeling alt. 1 gemeenschappelijke koeling/verwarming...
Pagina 32
8.1.16 Schema, passieve koeling alt. 2 gemeenschappelijke koeling/verwarming...
Pagina 33
8.1.17 Schema, passieve koeling alt. 3...
8.1.18 Zonnewarmte (accessoire) Zonnecollectoren worden op het systeem aangesloten met een externe tank voor de warmtebron (EWB-tank). Het aantal zonnecollectoren dat kan worden aangesloten hangt af van het watervolume in het product/de tanks waarop de zonnecollectoren moeten worden aangesloten. Systeem 1 Systeem 1 is een systeemopzet waarin zonne-warmte direct naar de externe warmtebrontank (EWB-tank) gaat.
Pagina 35
Systeem 2 Systeem 2 is een systeemopzet waarbij zonnewarmte is aangesloten op een externe warmtebrontank (EWB-tank) en een extra buffertank (bijvoorbeeld een CTC EcoTank). Dit systeem maakt een zeer groot collectoroppervlak mogelijk omdat het een groter watervolume draagt. Oplaadvoorwaarden Het laden start wanneer B31 7 °C warmer is dan B42.
Pagina 36
Hoe groter het watervolume, hoe groter het zonnecollectoroppervlak. De zonnecollectoren zijn aangesloten op een externe warmtebrontank (EHS- tank) en een extra buffertank (bijvoorbeeld een CTC EcoTank). Dit systeem maakt een zeer groot collectoroppervlak mogelijk omdat het een groter watervolume draagt.
Het captatiesysteem aansluiten Het captatiesysteem, d.w.z. de grond-verzamellus, moet worden gemonteerd en aangesloten door een bevoegde vakman volgens de geldende regelgeving en ontwerprichtlijnen. Let op dat er geen vuil in de collectorslangen komt. Deze moeten worden schoongespoeld voordat ze worden aangesloten. De beschermdoppen moeten altijd op hun plaats blijven wanneer er aan het systeem wordt gewerkt.
9.1.1 Aansluitopties Installatie linkerkant Installatie rechterkant Gebruik het achterste doorlopende gat. Gebruik het achterste doorlopende gat. Plaats de pijp voor de "bodem uit". Duw vanaf de zijkant de pijp voor "bodem uit" erin. Plaats de pijp voor de "bodem in". Trek de pijp er aan de voorzijde uit en duw hem tegelijkertijd vanaf de zijkant aan.
Pagina 40
9.1.2 Kleppen Breng de kleppen aan volgens het schema op de volgende pagina. Om onderhoud aan de koeleenheid te vereenvoudigen, moeten er afsluiters worden gemonteerd op de inkomende en de uitgaande aansluitingen. Plaats een vulset zodat het mogelijk is om het collectorcircuit later te kunnen vullen en ontluchten.
Schema captatiesysteem Niveau-/expansievat Vulklep Afsluiters Filter Externe vulpomp Mengvat Captatiepomp Verdamper Veiligheidsklep 3 bar Op het schema staat de hoofdaansluiting voor het captatiesysteem. De vulapparatuur wordt weergegeven door de delen met een stippellijn. Let op! De collectorslangen moeten een ontluchtingsvoorziening hebben omdat er luchtzakken kunnen ontstaan.
-15 °C. Controleer het vuilfilter nadat het ontluchten is Het is een CTC-aanbeveling dat er ongeveer 1 liter captatievloeistof/ glycol nodig is per meter collectorslang, d.w.z. dat er ongeveer 0,3 liter voltooid. antivriesoplossing nodig is per meter slang, bij een (externe) slangdiameter van 40 mm.
10. Elektrische installatie Veiligheidsinformatie De elektrische installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de specifieke eisen in de nationale norm voor elektrische veiligheid. De volgende veiligheidsinstructies moeten in acht worden genomen bij het verplaatsen, installeren en gebruiken van het product: •...
Accessoire: uitbreidingskaart (A3) Voor bepaalde systeemopties moet het product worden aangevuld met een uitbreidingskaart (A3). Zie de meegeleverde handleiding hoe u de kaart moet installeren. Instellingen die na de installatie zijn ingevoerd, vindt u in deze handleiding. 10.1 Voeleraansluiting Voeleraansluitingen zitten bovenop het hoofdproduct. Voeler-klemmenstrook Aansluiting van buitenvoeler (B15) De buitenvoeler wordt aangesloten op G11-G12 op de voeler-klemmenstrook.
10.2 De aangesloten voelers controleren Als er een voeler incorrect is aangesloten, verschijnt er een bericht op het display, bijv. "Alarm: [E030] Voeler buiten". Als er verschillende voelers incorrect zijn aangesloten, worden de verschillende alarmen weergegeven op verschillende regels. Als er geen alarm wordt weergegeven, zijn de voelers correct aangesloten. 10.3 Druk-/niveauschakelaar De druk-/niveauschakelaar wordt aangesloten op de klemmen G73 en G74 en dan gedefinieerd in het menu Installateur/Definieer systeem/Def...
10.5 Pomp Diff thermostaatfunctie (G46) aan/uit 230V 1N~ Voeler (B46) wordt aangesloten op de relaiskaart (A2) op klemmenstrook G65– G66. Circulatiepomp G46 wordt aangesloten op de volgende klemmenstroken: Fase: bruin Klemmenstrook A:11 Nul: blauw Aarding: geel/groen Controleer de werking door de pomp te testen in het menu "Installateur ...
Klemmenstrook A28 Blauwe kabel Klemmenstrook A29 10.9 CTC EcoVent (accessoire) Kijk voor het aansluiten van het CTC EcoVent ventilatieproduct in de CTC EcoVent handleiding. 10.10 CTC SmartControl (accessoire) Kijk voor het aansluiten van CTC SmartControl in de aparte CTC SmartControl...
10.11 Zonnewarmte (accessoire) Pomp zonnecollector (G30) PWM 230V 1N~ Circulatiepomp G30 wordt apart gevoed (niet via deze eenheid). Het PWM- stuursignaal wordt aangesloten op de volgende klemmenstroken: Uitbreidingskaart (A3) X5: Let op de kabelkleuren! PWM+: Klemmenstrook X5: 1 Klemmenstrook X5: 2 GRD: bruin Controleer de werking door de pomp te testen in het menu...
Klep gesteente (Y31) 230V 1N~ 3-wegklep Y31 wordt aangesloten met pomp G31 op de volgende klemmenstroken: Uitbreidingskaart (A3) X6: Klemmenstrook X6:8 Stuurspanning: zwart Klemmenstrook X6:9 Fase: bruin Klemmenstrook X6:11 Nul: blauw 10.12 Stroomvoeleraansluiting (accessoire) De stroomvoelers worden aangesloten op G37-G40 op de voeler- klemmenstrook.
CTC-product tablet/computer) Poort 3. Communicatie tussen de elektrische bekabeling en het display van het product: In fabriek gemonteerd. *CTC SmartControl is ook beschikbaar met een gateway die is aangesloten op Poort 3. Kijk in de handleiding voor SmartControl-accessoires.
11.1 Ethernet-kabel installeren Om verbinding met het netwerk en de app te definiëren en mogelijk te maken, moet volgens onderstaande instructies een ethernetkabel worden aangesloten. 1. Trek de magneetstrip eruit. Deze zit vast met 2. Open het ferriet van de verpakking, klem rond de magneten.
11.2 Remote - Schermspiegeling • Sluit de ethernetkabel aan, zie de vorige pagina. Installateur/Definieer/Communicatie/Web – Ja. • Hiermee kan het product verbinding maken met onversleuteld webverkeer op lokale netwerken. Internet router en firewall vereist. Tablet/Smartphone/PC als touchscreen voor het lokale netwerk •...
12. Eerste opstart Wanneer de warmtepomp wordt geleverd, is de compressor geblokkeerd zodat hij niet onbedoeld kan starten. De warmtepomp kan worden geïnstalleerd en gestart voordat het captatiecircuit in werking wordt gesteld. De warmtepomp kan ook zonder binnenvoeler worden gestart. De ingestelde curve zal dan de verwarming regelen.
Pagina 72
Eerste opstart Schakel de voeding in met de scheidingsschakelaar. Het display gaat aan. De warmtepomp vraagt nu het volgende: Selecteer de taal en druk op "OK". Controleer of het systeem is gevuld met water en druk op OK. Grootte van de hoofdzekering. Kies tussen 10 en 35 A. Specificeer het maximale elektrische vermogen voor de verwarming.
13. Bediening en onderhoud Wanneer de installateur uw nieuwe warmtepomp heeft geïnstalleerd, moet u samen met de installateur controleren of het systeem in perfecte bedrijfsomstandigheden verkeert. Laat de installateur u aanwijzen waar de schakelaars, bedieningsorganen en zekeringen zitten zodat u weet hoe het systeem werkt en hoe het moet worden onderhouden.
Submenu's die niet op het scherm passen, kunnen worden geopend door op de pijl-omlaag op het beeldscherm te drukken of door met de hand naar Startmenu, model CTC GSi 608. beneden te scrollen. Een witte schuifbalk geeft aan waar je bent.
14.2 Installatiewizard Bij het opstarten van het systeem en tijdens opnieuw installeren (zie het hoofdstuk "Installateur/Service") moeten verschillende systeemopties worden geselecteerd. De dialoogvensters die vervolgens verschijnen, worden hieronder beschreven. De waarden in de screenshots van de menu's hieronder zijn slechts voorbeelden. 1.
14.3 Verwarming/koeling In het menu "KR- Verwarming/koeling" kunnen de volgende instellingen worden gemaakt: 14.3.1 Setpoint-instelling met ruimtevoeler Stel de gewenste ruimtetemperatuur (setpoint) in met de knoppen "min" en "plus". In het voorbeeld in het menu "KR1 Verwarming/koeling" zijn het programma "Economisch" en "Vakantie" (V) actief voor Klik op verwarmingskring 1 of 2 om naar het menu van de betreffende verwarmingskring 1.
14.3.2 Programma Druk op de knop "Programma" en het verwarmingsprogramma dat u wilt activeren (Economisch, Normaal, Comfort of Aangepast). Het is ook mogelijk om de programma's in te plannen. Zie het hoofdstuk "Installateur/Instellingen/ Verwarmingskring /Programma" voor informatie over het instellen van temperatuurverhogingen/verlagingen en uitsteltijden voor de programma's.
14.3.5 Instelling van ruimtetemperatuur zonder ruimtevoeler Als de ruimtevoeler moeilijk te plaatsen is, als de vloerverwarming een eigen ruimtevoeler heeft, of als u een houtkachel of open haard gebruikt, kunt u Ruimtevoeler "Nee" selecteren in het menu "Installateur/ Definieer/Verwarmingskring". De alarm-LED op de ruimtevoeler werkt zoals gewoonlijk.
Pagina 79
14.3.7 Nachtverlaging van de temperatuur Nachtverlaging betekent het verlagen van de binnentemperatuur via ofwel de afstandsbediening ofwel tijdens geplande perioden. In het menu ”KR Nachtverlaging” kunnen in een week perioden gepland worden met nachttemperatuurverlaging. Het pictogram ”Nachtreductie” in het menu ”Verwarming/koeling”...
14.5 Ventilatie Kijk in de "Installatie- en Onderhoudshandleiding" voor meer informatie over CTC EcoVent. Gebruik de Terug-knop om te wisselen tussen instellingen en voorvertoning. Een verticale blauwe balk geeft aan wanneer "Extra SWW" actief is. Een horizontale gele lijn geeft de huidige tijd aan. Op...
14.6 Weekschema In een weekschema (aangeduid als "Programma" in de displaymenu's) kunnen de perioden worden ingesteld wanneer een functie actief of inactief moet zijn op de weekdagen. Het systeem regelt dat bepaalde functies niet tegelijkertijd actief kunnen zijn volgens datzelfde weekschema; bijvoorbeeld, de functies "Nachtverlaging"...
14.6.3 Een weekschema bewerken Ga naar de eerste rij en druk op "OK" om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tijd Gebruik de pijltoetsen om de tijd (respectievelijk uren en minuten) te wijzigen. Dag per dag Gebruik de pijltoetsen (pijl-omhoog /pijl-omlaag) om actieve dagen vet te markeren.
14.7 Werking LET OP! De werkingsdata in de screenshots van de menu's zijn slechts voorbeelden. Hoofdmenupagina voor "Werkingsdata". Wanneer de pompen in werking zijn, roteren ook de pictogrammen van de pompen op het scherm. Buitentemperatuur Gemeten temperatuur, buitenvoeler. Binnentemperatuur. Toont de ruimtetemperatuur voor opgegeven verwarmingskringen (vertrekvoelers 1 en 2).
14.7.1 Werkingsdata, Sturing Klik op "Werkingsdata" in het startmenu en vervolgens op het bovenste deel van het warmtepompsymbool om het menu "Sturing" weer te geven. Status Huidige laadmode, zie onderstaande tabel. SWW-tank °C 49, 45 (55) Toont de warmwatertemperaturen in de bovenste en onderste delen van tank.
Pagina 85
14.7.2 Werkingsdata, Verwarmingskring* Klik op een verwarmingskring om meer gedetailleerde werkingsgegevens in een nieuw menuvenster te bekijken. Mode Aangepast Toont het actieve SWW-programma. Status verwarming Menu: "Werkingsdata, verwarmingskring". Het menu geeft de huidige Toont de werkingsstatus van de verwarmingskring. Zie de temperaturen en status van gedefinieerde verwarmingskringen weer.
Pagina 86
14.7.3 Werkingsdata, Warmtepomp Status Aan, verwarming Toont de status van de warmtepomp. Zie de onderstaande tabel. Compressor 65rps Toont de compressorsnelheid. "R" staat voor "Verminderde mode". Laadpomp Toont de werkingsstatus van de laadpomp ("Aan" of "Uit") en de flow in procenten. Het menu toont de status en bedrijfstemperaturen van gedefinieerde Captatiepomp warmtepompen.
Pagina 87
14.7.4 Opgeslagen werkingsdata In dit menu staan de cumulatieve werkingswaarden. De werkingsdata in de screenshots van de menu's zijn slechts voorbeelden. De gepresenteerde historische werkingsinformatie is afhankelijk van de taalkeuze. Totaal werkingsuren h 3500 Geeft de totale tijd weer dat het product ingeschakeld is geweest.
14.7.5 Werkingsdata, SWW Mode Comfort Toont het actieve SWW-programma. SWW-tank °C 45, 55 (55) Toont de actuele temperatuur in de SWW-tank en het setpoint (tussen haakjes) voor de werking van de warmtepomp en tijdens additionele verwarming. SWW °C 45 (50) Geeft de SWW-temperatuur en de instelling (tussen Menu "Werkingsdata/SWW".
Pagina 89
14.7.7 Werkingsdata, Externe warmtebron (EWB) Dit menu wordt weergegeven als een externe warmtebron is gedefinieerd in het menu "Installateur/ Definieer/Externe warmtebron (EWB)". Status systeem Toont de verschillende werkingsstatussen van het systeem. Raadpleeg de sectie "Werkingsinfo/Sturing". Status De status van de externe warmtebron (EWB) kan "Uit" of Menu: "Werkingsdata, externe warmtebron (EWB)".
Pagina 90
Geeft de huidige elektriciteitsprijs in de lokale valuta aan. Menu: "Werking/El.prijzen". Geef de grafiek ”voorbeeld gegevens” weer door op het grafiekpictogram linksonder in het menudisplay te klikken. Zie voor meer informatie en voorbeeld van Prijsbeheer slimme elektriciteit/SmartGrid de website www.ctc-heating.com/Products/ Download.
Installateur Dit menu heeft vier submenu's: • Display • Instellingen Definieer • • Service Voor "Systeeminformatie" klikt u op de knop "i" in de rechterbenedenhoek van het menu "Installateur". Dit toont het serienummer van het product, het MAC-adres Menu: "Installateur". en de versies van de toepassing en de opstartlader.
Pagina 92
14.8.2 Taal Klik op een vlag om de taal te selecteren. De geselecteerde taal wordt gemarkeerd met een groen vierkant. Als u meer taalopties wilt bekijken dan in het menu worden weergegeven, scrolt u omlaag op de pagina of drukt u op de pijl-omlaag. 14.8.3 Land Klik op het symbool ”Land”...
14.9 Instellingen Hier kunnen instellingen worden gemaakt voor, onder andere, de verwarmings- en koelingsbehoeften van het huis. Het is belangrijk dat deze basisinstelling voor de verwarming juist is voor uw huis. Waarden die niet goed zijn ingesteld, kunnen tot gevolg hebben dat uw huis niet warm genoeg is of dat er onnodig veel energie wordt gebruikt om uw huis te verwarmen.
Pagina 94
Programma Druk op "OK" in de menubalk van "Programma" om instellingen te maken voor de verwarmingsprogramma's "Economisch", "Comfort" en "Aangepast". Het geselecteerde programma is gemarkeerd met een "X". Om een verwarmingsprogramma te activeren of een weekschema in te stellen, drukt u op de knop "Programma"...
Pagina 95
Stookcurve De stookcurve bepaalt de vertrektemperatuur (en dus de binnentemperatuur) naar de verwarmingskring bij verschillende buitentemperaturen. Raadpleeg het hoofdstuk "Stookcurve huis" voor meer informatie over het aanpassen van de stookcurve. Mogelijke keuzes zijn ”Inst. stockcurve”, "Fijne aanpassing", "Actieve curve" en "Kopiëren van...". •...
Pagina 96
Max vertrek °C 55 (30...80) Maximaal toegestane temperatuur die wordt toegevoerd naar de betreffende verwarmingskring. Min vertrek °C Uit (Uit/15...65) Minimaal toegestane temperatuur die wordt toegevoerd naar de betreffende verwarmingskring. Verwarming mode Auto (Auto/Aan/Uit) Wisselen tussen verwarmingsseizoen en zomermode kan automatisch gebeuren (Auto) of er kan hier een keuze worden gemaakt om de verwarming op "Aan"...
Pagina 97
Wanneer de buitentemperatuur daalt tot de limiet waar verwarming weer nodig is, is warmte naar het huis toegestaan wanneer de temperatuur lager wordt dan (of gelijk is aan) de ingestelde waarde in het menu "Verwarming uit, buiten °C" voor het aantal minuten dat in het menu "Verwarming uit, tijd"...
Pagina 98
Max. tijd verwarming 20 (10...120) Dit is de maximale tijd die de warmtepomp gebruikt voor het opladen van de verwarmingskring als warmte nodig is in de warmwatertank. Laadpomp % 60* (Uit/25...100) Instelling voor snelheid (procent) laadpomp (G11) tijdens het laden van de verwarmingskring. Droogfunctie Uit (Uit/1/2/3) Geldt voor Verwarmingskring 1.
14.9.2 Instellingen Warmtepomp Compressor Geblokk. (Toegest./Geblokk.) De warmtepomp heeft een geblokkeerde compressor. ”Toegestaan” betekent dat de compressor kan starten. Captatiepomp Auto (Auto/10 dagen/Aan) Nadat de installatie is voltooid, kunt u ervoor kiezen om de captatiepomp 10 dagen lang doorlopend te laten draaien om het systeem te ontluchten.
Pagina 100
Passieve koeling bodempomp aan Aan (Aan/Uit) Zet op ”Ja” indien de captatiepomp voor passieve koeling moet worden gebruikt. Ontdooiing Temp. Min m 10 (0...360) Stel de minimale verwarmingstijd „Min m” (minuten) Max m in voor het verwarmingselement in de condensbak bij buitentemperatuur T1.
Pagina 101
14.9.3 Instellingen Elektr. verwarming Max el. Weerstand kW 9,0 (0,0...9,0) Hier selecteert u het vermogen dat de elektrische weerstand mag leveren. Het instelbereik kan variëren, afhankelijk van het model warmtepomp. Het instellingsbereik varieert, zie ’Elektrische gegevens’ in het hoofdstuk ”Technische gegevens”. Voor taalkeuzes ”Duits”...
Pagina 102
Tarief El weekschema Deze menubalk wordt getoond als er een ”Weekschema” is gespecificeerd voor de functie ”Tarief EL” in het menu ”Installateur/Definieer/Afstandsbediening”. Kijk voor meer informatie in: • hoofdstuk ”Weekschema” voor het instellen van schema’s. • sectie ”Def. Afstandsbediening” in het hoofdstuk ”Installateur/Definieer ...
• Stop laden boven/onder °C 56* (20...65) De warmwaterbereiding is klaar wanneer beide sensoren de ingestelde waarde bereiken. *Geldt voor CTC GSi 608. (CTC GSi 612/GSi 616: 55 °C). • Start laden beneden ºC 40 (15...60) Warmwaterbereiding start wanneer de temperatuur beneden de ingestelde temperatuur komt.
Pagina 104
SmartGrid Laagprijs °C Uit (Uit/1...30) Het instelpunt voor verwarming van de boiler wordt verhoogd met de waarde die in dit menu is ingesteld wanneer ”SmartGrid Laagprijs” actief is. Dit menu wordt alleen getoond indien zowel SmartGrid A als SmartGrid B opgegeven zijn in het afstandsbedieningsmenu.
14.9.5 Instellingen Externe warmtebron (EWB) Start laden °C Dit is de minimum temperatuur die nodig is in de externe warmtebrontank (B47) om de mengklep te openen en warmte naar het systeem te laten gaan. Stop diff °C Temperatuurverschil voor laden stopt vanuit de additionele verwarmingsbron.
14.9.7 Instellingen Koeling Ruimte temp. koeling °C 25,0 (10,0...30,0) Dit wordt gebruikt om de gewenste ruimtetemperatuur voor koelen in te stellen. SmartGrid Laagprijs °C Uit (Uit/1...5) Het instelpunt voor de kamertemperatuur wordt verlaagd met de waarde die in dit menu is ingesteld wanneer ”SmartGrid Laagprijs”...
14.9.8 Instellingen Communicatie Instellingen om het product te regelen via een besturingssysteem. 14.9.8.1 Ethernet DHCP Ja (Ja/Nee) "Ja" zorgt voor automatische verbinding met het netwerk. Bij "Nee", moeten aangepaste routerinstellingen (IP- adres, Netwerkmasker en Gateway) en DNR-instelling worden opgegeven. Menu: "Installateur / Instellingen /Communicatie". Auto DNR Ja (Ja/Nee) Bij "Ja"...
Pagina 108
Zie voor meer informatie en voorbeeld van wordt gedefinieerd als "Hoog" (in het voorbeeld is de Prijsbeheer slimme elektriciteit/SmartGrid grenswaarde SEK 3,50). Dit kan samen met de functie de website www.ctc-heating.com/Products/ voor dynamische prijsberekening worden gebruikt Download. om een ander "Hoog" prijsbereik te definiëren dan dat is bepaald door de functie voor dynamische prijsberekening.
Pagina 109
Dagen in berekening 1...10 Selecteer het aantal dagen waarop de dynamische berekening van de elektriciteitsprijs moet worden gebaseerd. Aangezien de dynamische berekening is gebaseerd op de gemiddelde prijs per dag, leiden meer dagen in de berekening tot een stabielere en betrouwbaardere waarde.
14.9.9 Instellingen Stroomsensor Deze menubalken staan weergegeven indien "Stroomsensor" opgegeven is in het menu "Installateur/ Definieer s troomsensor". In het menu moeten de fasen (L1, L2 en L3) aangegeven worden waarop de stroomsensoren zijn aangesloten. In de linkerbenedenhoek van het scherm staat "Ongeldige configuratie"...
14.9.11 Instellingen SmartGrid weekschema Dit menu wordt gebruikt om de werkdagenperioden op te geven waarin ”SmartGrid”-functies actief moeten zijn. Dit schema wordt iedere week herhaald. ”SmartGrid” kan worden gebruikt om een functie te blokkeren (”SG Block”) of om een temperatuurstijging te bereiken in perioden waarin de energieprijs laag is (”SG Laagprijs”) of (”SG Overcap.”).
Er zijn twee 230 V-ingangen en twee Benaming Positie Verbindingstype laagspanningspoorten. Zie onderstaande tabel. klemmenstrook • draadloze accessoires in CTC SmartControl A14 & A25 230V serie omvatten draadloze voelers en sturingen voor signalen van temperatuur, vochtigheid en A24 & A25 230V kooldioxideniveau.
14.10.1.1 De functie afstandsbediening instellen, voorbeeld 1. Een "Invoer" definiëren Eerst moet er een ingang toegewezen worden aan de functie of functies die op afstand moeten worden bediend. Dit wordt gedaan in het menu "Installateur/ Definieer/Afstandsbediening". In het voorbeeld wordt klem K24 geselecteerd als de Menu: "Installateur / ...
14.10.1.2 Functies afstandsbediening Het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening" definieert ingangen voor de huidige afstandsbedieningsfuncties: • Ingangen K22, K23, K24, K25. • draadloze accessoires in de SmartControl-serie (Kanaal 1A, 1B, 2A, 2B, 3A, 3B tot 7B). • BMS digitale invoer 0-7. Geef een waarde op tussen 0-255.
Pagina 115
KR1- Verwarming, Ext. mode* (Uit / K 22-K25 / Kanaal 1A-7B / B MS DI0-7) Wisselen tussen verwarmingsseizoen en zomerseizoen kan bij een specifieke buitentemperatuur (Auto) gebeuren, of de verwarming kan altijd "Aan" of "Uit" staan. In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": •...
Pagina 116
Extra SWW (Uit / K22-K25 / Kanaal 1A-7B / BMS DI0-7) Bij activering begint de productie van extra SWW. Wanneer de activering stopt, wordt gedurende 30 min extra SWW geproduceerd. De "Stoptemperatuur" voor extra SWW wordt ingesteld in het menu "Installateur/ Instellingen/SWW/Programma SWW". In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": •...
Pagina 117
Tarief EL (Uit / K22-K25 / Kanaal 1A-7B / BMS DI0-7) Deze functie wordt gebruikt om de elektrische verwarming te blokkeren tijdens perioden waarin het elektriciteitstarief hoger is. In het menu ”Installateur/Definieer/Afstandsbediening”: • geef een ”Invoer” op voor de afstandsbedieningsfunctie. In het menu ”Installateur/Instellingen/Elektr. verwarming”: •...
Pagina 118
Debiet/niveau detectie (Uit / K22-K25 / K anaal 1A-7B / BMS DI0-7) De debiet/niveauschakelaar produceert een alarm op de warmtepomp. In het menu ”Installateur/Definieer/Afstandsbediening”: • geef een ”Invoer” op voor de afstandsbedieningsfunctie. In het menu ”Installateur/Definieer/Warmtepomp”: configureer de normale modus voor het externe •...
Pagina 119
-Economisch: • SmartGrid Blokkering (Uit/Aan) Warmtepomp* SmartGrid Blokkering WP (Ja/Nee) • Additionele verwarming/Elektr. weeerstand • SmartGrid Blokkering EL (Ja/Nee) • SmartGrid Blokkering Mengklep (Ja/Nee) Koeling • SmartGrid Laagprijs °C (Uit/1...5°C) • SmartGrid Overcap. °C (Uit/1...5°C) Zwembad SmartGrid Blokkering °C (Uit/−1...−50 °C) •...
Pagina 120
Tarief WP (Uit / K22-K25 / K anaal 1A-7B / B MS DI0-7) Deze functie wordt gebruikt om de warmtepomp te blokkeren tijdens perioden waarin het elektriciteitstarief hoger is. In het menu ”Installateur/Definieer/Afstandsbediening”: • geef een ”Invoer” op voor de afstandsbedieningsfunctie. In het menu ”Installateur/Definieer/Warmtepomp”: configureer de normale modus voor het externe •...
Pagina 121
Selecteer of de ruimtevoeler van de verwarmingskring via een draad (met kabel) of draadloos is aangesloten. • Draadloos Selecteer "Draadloos" om de draadloze ruimtevoelers van CTC met de verwarmingskring te verbinden. Kijk in de handleiding "CTC draadloze ruimtevoeler" voor informatie over het aansluiten van deze sensoren.
Pagina 122
14.10.3 Def. Warmtepomp Debiet/niveau detectie Geen (Geen/NC/NO) Deze menubalk wordt weergegeven als een ”Invoer” voor afstandsbediening is gespecificeerd voor de functie ”Debiet /niveau detectie” in het menu ”Installateur/ Definieer/Definieer afstandsbediening”. Geluidsverlaging ext. config. Geen (Geen/NC/NO) Deze menubalk verschijnt als een ”Invoer” voor afstandsbediening is gespecificeerd voor de functie ”WP Geluidsverlaging ”...
Pagina 123
14.10.6 Def. Diff thermostaatfunctie Functie verschil thermostaat Nee (Nee/Ja) Geef hier aan of de diff. thermostaatfunctie in het Menu: ” Installateur/Definieer/Diff thermostaatfunctie”. systeem gebruikt moet worden. Voor deze functie is installatie van de uitbreidingskaart (A3) nodig. 14.10.7 Def. Verwarming Tarief EL ext. config. Geen (NO/NC/Geen) De functie kan de elektrische weerstand blokkeren wanneer de elektriciteitstarieven hoog zijn door middel...
Pagina 124
14.10.9 Def. Koeling Koeling wordt aangepast met vertrekvoeler 2 (B2), wat dan betekent dat verwarmingskring 2 en koeling niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt. Koeling Nee (Passief/Nee) Selecteer "Passief" om koeling aan te sluiten als de circulatiepomp (G3), mengklep Y3, vertrekvoeler(B3) en binnenvoeler (B13) op het systeem zijn aangesloten.
Pagina 125
Software Versie De softwareversie van het SMS-accessoire wordt hier weergegeven. LET OP: Kijk voor meer informatie over de SMS-functie in de ”Installatie- en onderhoudshandleiding” van CTC SMS. 14.10.11 Def. SmartControl SmartControl is een aparte serie draadloze accessoires. SmartControl Nee (Ja/Nee) Als ”Ja”...
14.11 Service LET OP: Dit menu is alleen bedoeld voor de installateur. Menu: "Installateur/Service". 14.11.1 Functietest Vanuit dit menu kan de installateur de verbinding en de functie testen van afzonderlijke onderdelen van de verwarmingskring. Als dit menu wordt geactiveerd, worden alle bedieningsfuncties gestopt. De enige bescherming tegen een onjuiste werking zijn de druksensoren en de oververhittingsbeveiliging van de elektrische weerstand.
14.11.4 Test Kleppen Driewegklep HS (HS/SWW) Functietest uitgevoerd op de stromingsverbeteraar (Y21). Test van het debiet naar warm water of naar de verwarmingskring. • VK = de verwarmingskring • SWW = sanitair warm water Menu: "Installateur/Service/Functietest/Kleppen". 14.11.5 Test Elektrische Verwarming Test de elektrische weerstand per fase en stap (aan/uit).
14.11.8 Alarm log In het alarmlogboek kunnen tot 500 alarmen tegelijkertijd worden weergegeven. Een alarm dat binnen een uur opnieuw optreedt, wordt genegeerd om het log niet te vol te maken. Klik op een alarmrij om meer informatie over een alarm te bekijken.
14.11.12 Software update De displaysoftware kan worden bijgewerkt via een USB- drive of online. De rijen worden grijs weergegeven totdat de USB-drive is geïnstalleerd of het display is verbonden met het internet. Klik op OK om de upload te bevestigen. De instellingen blijven behouden tijdens het bijwerken, maar de oude waarden worden overschreven door nieuwe fabriekswaarden.
15. Probleemoplossing/gepaste maatregelen De warmtepomp is ontworpen voor een betrouwbare werking en een hoog comfortniveau en gaat lang mee. Hieronder worden verschillende tips gegeven die nuttig kunnen zijn en die u kunnen helpen bij een storing. Als er een storing optreedt, moet u altijd contact opnemen met de installateur die uw toestel installeerde.
Voer bij ongelijk verwarmen een controle uit (bij geïnstalleerde binnenvoeler): • of de plaats van de binnenvoelers correct is voor het huis. • of de radiatorthermostaten de binnenvoeler niet beïnvloeden. • of er geen andere warmtebronnen/koudebronnen de binnenvoeler beïnvloeden. Stroombewaking De warmtepomp heeft een geïntegreerde stroombewaking.
15.1 Informatieve berichten Informatieve berichten worden weergegeven wanneer dat nodig is en zijn bedoeld om de gebruikers te informeren over verschillende bedrijfsomstandigheden. [I002] Verwarming uit, kring 1 [I013] Startvertraging [I005] Verwarming uit, kring 2 De compressor mag niet te snel starten na een stop. De uitstel is gewoonlijk ten minste 10 minuten.
(A4). [E086] Comm. fout uitbreid.kaart Dit bericht wordt weergegeven wanneer de videokaart (A1) niet kan communiceren met de CTC-zonnebesturingen/uitbreidingskaart (A3). [E035] Hogedrukschakelaar De hogedrukschakelaar van het koudemiddel is ingeschakeld. Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur.
Pagina 134
Alarmmeldingen Beschrijving [E048] Stop, lage verdamp. exp. Dit bericht verschijnt wanneer de verdampingstemperatuur van het expansieventiel ventiel laag is. Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur. [E049] Stop, hoge verdamp.