Pagina 1
Installatie- en onderhoudshandleiding CTC EcoPart i600M Modulerende aardwarmtepomp Model i608M / i612M / i616M 400V 3N~ Belangrijk! • Lees zorgvuldig door voor gebruik en bewaar goed voor toekomstige referentie. • Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. 162 608 20-4 CR00685 2023-06-07...
De koelmodule verwijderen • Alle werkzaamheden aan het koelsysteem van het product mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel. • Zet de veiligheidsschakelaar uit voordat u werkzaamheden aan het product gaat uitvoeren. Koppel de connector van de voedingskabel Bevestig de twee draaggrepen aan de en de slangen van de koelmodule los.
De CTC EcoPart i600M heeft een geïntegreerde, energiezuinige (klasse A) circulatiepomp voor aansluiting De CTC EcoPart i600M is verkrijgbaar in drie uitvoeringen: op de bodemlus, d.w.z. de koude kant. Dit kan links, CTC EcoPart i608M, CTC EcoPart i612M en CTC EcoPart rechts of achter op de warmtepomp worden aangesloten, i616M.
De warmtepomp mag niet onder vloerniveau worden geplaatst. Informatie in dit type vakje [i] is bedoeld om te helpen ervoor te zorgen dat het product optimaal Wanneer u contact opneemt met CTC, functioneert. moet u altijd het volgende vermelden: • Serienummer •...
Veiligheidsinstructies Schakel de voeding met een meerpolige schakelaar uit voordat u werkzaamheden aan het product gaat uitvoeren. Het product moet worden aangesloten op een aardverbinding. Het is geclassificeerd als IPX1. Het product mag niet worden afgespoeld met water. Als u het product verplaatst met een hijsoog of iets dergelijks, controleer dan of de hijsapparatuur, oogbouten, en andere onderdelen niet beschadigd zijn.
De verwarmingsinstallatie van uw huis De stookcurve van het huis De stookcurve is het centrale gedeelte van het besturingssysteem van het product. De stookcurve Kijk voor meer informatie over het instellen bepaalt de benodigde watertemperatuur voor uw huis van de stookcurve in de sectie ”Stookcurve” afhankelijk van de buitentemperatuur.
Geschikte standaardwaarden Tijdens de installatie kunt u vrijwel nooit meteen een precieze instelling verkrijgen voor de stookcurve. In dit geval kunnen de hieronder gegeven waarden een goed startpunt bieden. Voor verwarmingen met kleine warmte-afgevende oppervlakken is een hogere vertrektemperatuur nodig. U kunt de gradiënt (gradiënt van de verwarmingscurve) aanpassen voor uw verwarmingssysteem in het menu "Installateur ...
Voorbeelden van verwarmingscurves In het onderstaande schema kunt u zien hoe de verwarmingscurve verandert met verschillende hellingsinstellingen. De gradiënt van de curve laat de temperaturen zien die nodig zijn voor de verwarmingen bij verschillende buitentemperaturen. Curve helling De hellingswaarde die is ingesteld, is de Vertrektemperatuur vertrektemperatuur wanneer de buitentemperatuur -15°C Buitentemperatuur...
Pagina 10
Zomerseizoen Vertrektemperatuur ºC Verwarming Alle huizen hebben interne warmtebronnen uitgeschakeld (lampen, oven, lichaamswarmte enz.), waardoor de Verwarmen verwarming kan worden uitgeschakeld wanneer de buitentemperatuur lager is dan de gewenste kamertemperatuur. Hoe beter het huis is geïsoleerd, hoe eerder de verwarming van de warmtepomp kan worden uitgeschakeld.
Controle en vullen, verwarmingskring. Informatie over de fijnafstellingen. Alarminformatie. Functionele test van de geplaatste veiligheidskleppen. Neem de voorwaarden van de garantie met de klant door. Registreer uw installatiecertificaat op ctc-heating.com. Informatie over foutrapportageprocedures. _____________________________________________________________ ________________________________________________________________ Datum/klant Datum/installateur...
Design Op de onderstaande afbeelding staat de fundamentele constructie van de warmtepomp. Retourstroom, Primaire stroom, verwarmingssysteem Warmwater Primaire stroom, Retourstroom, verwarmingssysteem Warmwater 3-wegklep Stromingsverbeteraar. Doorstroomverwarmer Met een elektrische Display unit (A1) weerstand voor additionele verwarming. Klemmenkast (A2) Automatische stroomonderbrekers (F1/F3) Max.
Installatie van de leidingen De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen. Het product moet worden aangesloten op een expansievat in een open of gesloten systeem. Vergeet niet om het verwarmingskring schoon te spoelen voor het aansluiten. Pas alle installatie-instellingen toe op basis 2.
Pagina 19
7.2.6 Aansluiting expansievat (accessoire) De warmtepomp is ontworpen voor montage met een gesloten expansievat van 18 l. Expansievat installeren Bevestig de meegeleverde beugel aan het achterpaneel van de binnenstandaard. Duw de beugel naar beneden zodat deze vasthaakt aan de standaard. Plaats het expansievat in de beugel zodat de aansluiting van het vat toegankelijk is voor aansluiting op de expansieslang.
Het captatiesysteem aansluiten Het captatiesysteem, d.w.z. de grond-verzamellus, moet worden gemonteerd en aangesloten door een bevoegde vakman volgens de geldende regelgeving en ontwerprichtlijnen. Let op dat er geen vuil in de collectorslangen komt. Deze moeten worden doorgespoeld voordat ze worden aangesloten. De beschermdoppen moeten altijd op hun plaats blijven wanneer er aan het systeem wordt gewerkt.
8.1.1 Aansluitopties Installatie aan de linker- of rechterkant Ändr. meddel. Datum Ändring Open het voorpaneel; zie het hoofdstuk "Leidinginstallatie". Duw de leidingen "captatievloeistof uit" en "captatievloeistof in" door de doorvoergaten aan de zijkant. Trek aan de voorkant aan de leidingen terwijl u de leidingen vanaf de zijkant naar binnen duwt.
Pagina 24
8.1.2 Kleppen Breng de kleppen aan volgens het schema op de volgende pagina. Om onderhoud aan de koeleenheid te vereenvoudigen, moeten er afsluiters worden gemonteerd op de inkomende en de uitgaande aansluitingen. Plaats een vulset zodat het mogelijk is om het collectorcircuit later te kunnen vullen en ontluchten.
Schema captatiesysteem Niveau-/expansievat Vulklep Afsluiters Filter Externe vulpomp Mengvat Captatiepomp Verdamper Veiligheidsklep 3 bar Op het schema staat de hoofdaansluiting voor het captatiesysteem. De vulapparatuur wordt weergegeven door de delen met een stippellijn. Let op! De collectorslangen moeten een ontluchtingsvoorziening hebben omdat er luchtzakken kunnen ontstaan.
-15 °C. Controleer het vuilfilter nadat het ontluchten is Het is een CTC-aanbeveling dat er ongeveer 1 liter captatievloeistof/ glycol nodig is per meter collectorslang, d.w.z. dat er ongeveer 0,3 liter voltooid. antivriesoplossing nodig is per meter slang, bij een (externe) slangdiameter van 40 mm.
Elektrische installatie 400V 3N~ De CTC EcoPart i600M moet worden aangesloten op 400V 3N~ 50 Hz met Voedingskabel aardverbinding. Ändr. meddel. Datum Ändring...
10.1 Warmtepompen definiëren en adresseren bij serieschakeling Dit voorbeeld toont vereiste de instellingen wanneer het *Voor gedetailleerde informatie over besturingsproduct CTC EcoPart i600M (WP1) in serie wordt alle menu's van het besturingssysteem, geschakeld met twee andere warmtepompen (WP2 en zie hoofdstuk "Gedetailleerde WP3).
4. Selecteer "Huidig adres", druk op "OK" en "Pijl omhoog" om "WP1" weer te geven. Druk op OK". Wanneer de warmtepomp al herbenoemd is, selecteer dan het betreffende nummer. Selecteer "Nieuw adres", druk op "OK" en "Pijl omhoog" om "WP3" weer te geven. Druk op "OK" om het nieuwe adres in te stellen.
12. Eerste opstart Wanneer de warmtepomp wordt geleverd, is de compressor geblokkeerd zodat hij niet onbedoeld kan starten. De warmtepomp kan worden geïnstalleerd en gestart voordat het captatiecircuit in werking wordt gesteld. De warmtepomp kan ook zonder ruimtevoeler worden gestart. De ingestelde curve zal dan de verwarming regelen.
14. Probleemoplossing/Gepaste maatregelen De CTC EcoPart i600M is ontworpen voor een betrouwbare werking, een hoog comfortniveau en een lange levensduur. Als er een storing optreedt, moet u altijd contact opnemen met de installateur die uw toestel installeerde. Als de installateur denkt dat de storing te wijten is aan een materiaal- of ontwerpfout, zal hij/zij contact opnemen met Enertech AB om het probleem te bestuderen en te corrigeren.
15. Systeem 15.1 Verwarmingskring De CTC EcoPart i600M kan maximaal vier verwarmingskringen controleren met behulp van ruimtevoelers - bijvoorbeeld twee verwarmingskringen en twee vloerverwarmingskringen. De vereiste curvehelling en -aanpassing worden ingesteld als er alleen buitenvoelers (B15) worden gebruikt. Deze waarde verschilt van huis tot huis en moet worden aangepast aan uw behoeften.
Pagina 46
15.1.1 Warmtepomp De CTC EcoPart i600M kan tot negen* CTC-warmtepompen aansturen. De warmtepomp werkt met een flexibele condensatie, waarbij de warmtepompen verwarmen tot de door de verwarmingskring gewenste temperatuur.
15.1.1.1 Meer dan twee warmtepompen De CTC EcoPart i600M en een CTC-warmtepomp van een ander model kunnen worden aangesloten via 3-wegkleppen om het laden van de warmwatertank en de verwarmingskring af te wisselen. Als er meer dan twee warmtepompen zijn geïnstalleerd, worden deze op de verwarmingskring aangesloten. De WP 1 warmtepompen worden aangesloten via de Modbus communicatie-interface.
15.1.1.4 Druk-/niveauschakelaar In sommige gevallen is er extra bescherming nodig vanwege plaatselijke vereisten of bepalingen. In sommige gebieden moet het systeem bijvoorbeeld worden geïnstalleerd binnen een waterwingebied. De druk/niveauschakelaar wordt aangesloten op de klemmenstrook K22/ K23/K24/K25 en wordt vervolgens gedefinieerd in het menu Installateur/ Definieer/Def.
De fabrieksinstelling is 180 minuten. 15.3.1 Houtketel In systeem 1 kan de CTC EcoPart i600M worden aangesloten op een houtketel. Wanneer de houtverbrandingsinstallatie wordt gestart en de rookgasvoeler de waarde bereikt die is ingesteld in het menu "Installateur/Instellingen/ Additionele verwarming/Start rookgassen °C"...
Er zijn beveiligingsfuncties voor de zonnecollectoren/de collector (zie het menu"Installateur/Instellingen/zonnecollectoren/Beveiliging collector"). Warmtewisselaars en pompen (G32) hoeven niet op het zonne-energiecircuit te worden geïnstalleerd als er al een lus bestaat in de aangesloten SWW-/ verwarmingstank. Zonnecollectoren *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Zonnecollectoren/Testfrequentie min.)" om te controleren of opladen mogelijk is, omdat het SWW-circuit altijd de hoogste prioriteit heeft. Indien mogelijk, zal het opladen in de richting van de SWW-tank doorgaan. Anders schakelt het laden over op het captatiecircuit. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
- maakt gebruik van de gratis koeling uit de bodem. Een gesteente/ aardwarmtepompinstallatie kan gemakkelijk worden aangevuld met een ventilatorconvector, een circulatiepomp, leiding en leidingonderdelen, bijv. CTC EcoComfort. De bedrijfskosten zijn zeer laag omdat de kou zelf niet hoeft te worden geproduceerd, maar alleen wordt overgedragen van de bodem naar het huis.
15.8 Actieve koeling* 15.8.1 Systeem 4 • De CTC EcoPart i600M wordt aangesloten als warmtepomp 1 (WP1). • Alleen warmtepompen van het model CTC CombiAir kunnen koeling produceren. Ze worden aangesloten via een 3-wegklep (Y61) in het geval van een gescheiden verwarmings-/koeltank.
- Om warmteverlies uit de verwarmingstank te voorkomen in het geval van een gescheiden verwarmings-/koeltank. Het externe stuursignaal dat wordt verzonden wanneer koeling nodig is, kan ook worden gebruikt voor bijvoorbeeld vloerverwarmingsbronnen. 15.8.4 Distributie Verwarming / Koeling Systeem 4/5 - Er zit geen koeltank in het systeem. CTC EcoPart i600M...
Pagina 55
Systeem 4/5 - Verwarming en koeling distributie in dezelfde buffertank. Systeem 4/5 - De koeling wordt verdeeld via een aparte olietank. CTC EcoPart i600M...
15.8.5 Consumentenpagina voor besturingslogica De besturingslogica voor de consumentenpagina staat hieronder beschreven. Zie de sectie "Instellingen koeling" van het hoofdstuk "Besturingssysteem" voor meer informatie over relevante menu-instellingen. Actieve koeling moet worden gedefinieerd in het menu "Installateur/Definieer/ Koeling" om te worden geactiveerd zoals hieronder wordt weergegeven. Algemeen verwarming/koeling Actieve koeling in een gemeenschappelijk systeem is toegestaan als ook aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:...
Vertrektemperatuur • De minimale vertrektemperatuur wordt berekend op basis van de waarde die is ingesteld voor de vertrektemperatuur bij buitentemperaturen van respectievelijk +20°C en +40°C. --> zie de menu's "Vertrektemp bij buitent +20°C/+40°C". • De geschatte diff. wordt berekend op basis van de diff. instelling die is toegestaan tussen de vertrek- en retourtemperatuur van de koelstroom bij buitentemperaturen van respectievelijk +20°C en +40°C.-->...
Een witte schuifbalk geeft aan Hoofdmenu; startmenu display, CTC EcoPart i612M. waar je bent. 16.1 Startmenu Dit menu is het startscherm van het systeem. Het geeft een overzicht van de actuele werkingsgegevens.
16.2 Installatiewizard Bij het opstarten van het systeem en tijdens opnieuw installeren (zie het hoofdstuk "Installateur/Service") moeten verschillende systeemopties worden geselecteerd. De dialoogvensters die vervolgens verschijnen, worden hieronder beschreven. De waarden in de screenshots van de menu's hieronder zijn slechts voorbeelden. 1.
16.3 Verwarming/koeling In het menu "KR- Verwarming/koeling" kunnen de volgende instellingen worden gemaakt: 16.3.1 Setpoint-instelling met ruimtevoeler Stel de gewenste ruimtetemperatuur (setpoint) in met de knoppen "min" en "plus". In het voorbeeld in het menu "KR1 Verwarming/koeling" zijn het programma "Economisch" en "Vakantie" (V) actief voor Klik op verwarmingskring 1 of 2 om naar het menu van de betreffende verwarmingskring 1.
16.3.2 Programma Druk op de knop "Programma" en het verwarmingsprogramma dat u wilt activeren (Economisch, Normaal, Comfort of Aangepast). Het is ook mogelijk om de programma's in te plannen. Zie het hoofdstuk "Installateur/Instellingen/ Verwarmingskring /Programma" voor informatie over het instellen van temperatuurverhogingen/verlagingen en uitsteltijden voor de programma's.
16.3.5 Instelling van ruimtetemperatuur zonder ruimtevoeler Als de ruimtevoeler moeilijk te plaatsen is, als de vloerverwarming een eigen ruimtevoeler heeft, of als u een houtkachel of open haard gebruikt, kunt u Ruimtevoeler "Nee" selecteren in het menu "Installateur/ Definieer/Verwarmingskring". De alarm-LED op de ruimtevoeler werkt zoals gewoonlijk.
Pagina 63
16.3.7 Nachtverlaging van de temperatuur Nachtverlaging betekent het verlagen van de binnentemperatuur via ofwel de afstandsbediening ofwel tijdens geplande perioden. In het menu ”KR Nachtverlaging” kunnen in een week perioden gepland worden met nachttemperatuurverlaging. Het pictogram ”Nachtreductie” in het menu ”Verwarming/koeling”...
16.4 SWW Dit menu wordt gebruikt om het comfortniveau van warm water en "Extra SWW" in te stellen. Extra SWW De functie "Extra SWW" kan hier geactiveerd worden. Wanneer de functie is geactiveerd (door het instellen van het aantal uren met het plus-teken in het menu "Warm water") begint de warmtepomp onmiddellijk extra SWW te produceren.
"Speciaal") kan worden ingesteld in het menu Menu: "Ventilatie". "Installateur/Instellingen/EcoVent". Alle ventilatiemodi kunnen in een schema worden gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk "Weekschema" voor meer informatie over het programmeren van schema's. Meer informatie over het CTC EcoVent ventilatieproduct staat in de "Installatie- en Onderhoudshandleiding".
16.6 Weekschema In een weekschema (aangeduid als "Programma" in de displaymenu's) kunnen de perioden worden ingesteld wanneer een functie actief of inactief moet zijn op de weekdagen. Het systeem regelt dat bepaalde functies niet tegelijkertijd actief kunnen zijn volgens datzelfde weekschema; bijvoorbeeld, de functies "Nachtverlaging"...
16.6.3 Een weekschema bewerken Ga naar de eerste rij en druk op "OK" om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tijd Gebruik de pijltoetsen om de tijd (respectievelijk uren en minuten) te wijzigen. Dag per dag Gebruik de pijltoetsen (pijl-omhoog /pijl-omlaag) om actieve dagen vet te markeren.
Hoofdmenupagina voor "Werkingsgegevens" met CTC EcoPart i600M in serie geschakeld met één of meer vloeistof/water warmtepomp(en), CTC EcoPart, en één of meer lucht/water warmtepomp(en), CTC EcoAir . Wanneer de pompen in werking zijn, roteren ook de pictogrammen van de pompen op het display.
16.7.1 Werkingsgegevens, Sturing Het menu toont algemene werkingsgegevens. Status Toont de verschillende werkingsomstandigheden van het systeem, zie onderstaande tabel. LET OP! In een systeem met meerdere warmtepompen kan elke warmtepomp een andere status hebben. Zie “Status Warmtepomp” voor de actuele status. Koelingtank °C* 0 (0) Toont de huidige temperatuur (en setpoint) in de...
Pagina 70
16.7.2 Werkingsgegevens, Verwarmingskring 1-* De werkingsgegevens in de screenshots van de menu's zijn slechts voorbeelden. Klik op een verwarmingskring om meer gedetailleerde werkingsgegevens in een nieuw menuvenster te bekijken. menu "Werkingsdata, Verwarmingskring". Het menu geeft de huidige Mode Aangepast temperaturen en status van gedefinieerde verwarmingskringen weer. Toont het actieve SWW-programma.
Pagina 71
Status WP Aan, SWW EcoPart = CTC EcoPart 400 De statussen die de warmtepompen (EcoAir, EcoAirM, EcoPart, EcoPartM, EcoPart i600M of CombiAir) kunnen EcoPartM = CTC EcoPart 600M hebben staan in de onderstaande tabel. WP in/uit °C 35.2 / 42.5...
Pagina 72
Afhankelijk van het warmtepompmodel wordt deze menubalk getoond. AC choke °C 75.0 Toont de temperatuur van de AC choke van de warmtepomp. Deze menubalk wordt weergegeven voor vloeistof/water- warmtepomp EcoPart 600M/EcoPart i600M. Software WP PCB 20210909 Toont de softwareversie van de warmtepomp.
Pagina 73
Het menu toont additionele warmtebronnen (E1-E3) die opgegeven zijn in het menu " I nstallateur/Definieer/ Systeem type". E2 is de interne additionele verwarming (elektrische weerstand) in de CTC EcoPart i600M. Dit is altijd vooraf gedefinieerd. Als additionele verwarming actief is, brandt het bliksemflitsje in het pictogram rood.
Pagina 74
Ketel °C 79 / 24 Toont de temperatuur van de ketel en de temperatuur die uit de ketel wordt gemengd. Van toepassing op Systeemtype 1. Bij status "SWW" staat het setpoint tussen haakjes, bijv. "24°(55)", in de volgende gevallen: • SWW-werkingsmodus is ingesteld ('Normaal', 'Economisch' of 'Comfort').
Pagina 75
16.7.7 Werkingsdata, SWW Mode Comfort Toont het actieve SWW-programma. SWW-tank °C 45 (55) (55) Toont de actuele temperatuur in de SWW-tank en het setpoint (tussen haakjes) voor de werking van de warmtepomp en tijdens additionele verwarming. Als de legionellabeschermingsfunctie actief is, staat er een "L"...
16.7.8 Werkingsgegevens, Verwarmingsbuffer Status systeem Toont de verschillende werkingsstatussen van het systeem. Zie onderstaande tabel. Temperatuur °C 50 (56) Toont de temperatuur in de verwarmingsbuffer en het setpoint dat het systeem probeert te bereiken. Afstandsbediening Menu "Werkingsdata/externe verwarmingsbuffer". "Aan" betekent dat verwarmen van de verwarmingsbuffer plaatsvindt omdat het weekschema of externe regeling dit geactiveerd heeft.
16.7.9 Werkingsgegevens, Zonnecollectoren Dit menu wordt getoond als "Zonnecollectoren" gespecificeerd is in het menu "Installateur/Definieer/ Zonnecollectoren". Status Laden SWW Toont status van zonnecollectoren. Zie onderstaande tabel. Uit Zon °C "Werkingsdata/Zonnecollectoren" menu. Toont de uitgaande temperatuur van de zonnecollectoren. In Zon °C Toont de ingaande temperatuur naar de zonnecollectoren.
16.7.10 Werkingsdata, Zwembad Dit menu wordt getoond als "Zwembad" gespecificeerd is in het menu "Installateur/Definieer/Zwembad". Status Geeft de huidige bedrijfsstatus weer ("Aan", "Geblokkeerd" of "Extern geblokkeerd"). • "Geblokkeerd" betekent dat zwembadverwarming is geblokkeerd in het menu "Installateur/Instellingen/Zwembad". "Werkingsgegevens/Zwembad" menu. • "Geblokkeerd ext"...
16.7.11 Werkingsgegevens, Ventilatie Dit menu wordt weergegeven als het ventilatieproduct "CTC EcoVent" is gedefinieerd in het menu "Installateur/ Definiëren/Ventilatie/EcoVent 2x". Voor meer informatie hierover, zie de Installatie- en onderhoudshandleiding voor CTC EcoVent. Mode Verminderd Dit geeft de huidige ventilatiemodus weer.
Pagina 80
Geeft de huidige elektriciteitsprijs in de lokale valuta aan. Menu: "Werking/El.prijzen". Geef de grafiek ”voorbeeld gegevens” weer door op het grafiekpictogram linksonder in het menudisplay te klikken. Zie voor meer informatie en voorbeeld van Prijsbeheer slimme elektriciteit/SmartGrid de website www.ctc-heating.com/Products/ Download.
Installateur Dit menu heeft vier submenu's: • Display • Instellingen Definieer • • Service Voor "Systeeminformatie" klikt u op de knop "i" in de rechterbenedenhoek van het menu "Installateur". Dit toont het serienummer van het product, het MAC-adres Menu: "Installateur". en de versies van de toepassing en de opstartlader.
Pagina 82
16.8.2 Taal Klik op een vlag om de taal te selecteren. De geselecteerde taal wordt gemarkeerd met een groen vierkant. Als u meer taalopties wilt bekijken dan in het menu worden weergegeven, scrolt u omlaag op de pagina of drukt u op de pijl-omlaag. 16.8.3 Land Klik op het symbool ”Land”...
Menu: "Installateur/Instellingen". 16.9.1 Instellingen verwarmingskring* Selecteer in het menu "Instellingen" "Verwarmingskring" en vervolgens de verwarmingskring die ingesteld moet worden. Onderdeel van menu "Installateur/Instellingen/Verwarmingskring". Onderdeel van het menu "Installateur/ Instellingen/ V erwarmingskring/ Verwarmingskring 1". *CTC EcoPart i600M kan maximaal vier verwarmingskringen regelen.
Pagina 84
Programma Druk op "OK" in de menubalk van "Programma" om instellingen te maken voor de verwarmingsprogramma's "Economisch", "Comfort" en "Aangepast". Het geselecteerde programma is gemarkeerd met een "X". Om een verwarmingsprogramma te activeren of een weekschema in te stellen, drukt u op de knop "Programma"...
Pagina 85
Stookcurve De stookcurve bepaalt de vertrektemperatuur (en dus de binnentemperatuur) naar de verwarmingskring bij verschillende buitentemperaturen. Raadpleeg het hoofdstuk "Stookcurve huis" voor meer informatie over het aanpassen van de stookcurve. Mogelijke keuzes zijn ”Inst. stockcurve”, "Fijne aanpassing", "Actieve curve" en "Kopiëren van...". •...
Pagina 86
Max vertrek °C 55 (30...80) Maximaal toegestane temperatuur die wordt toegevoerd naar de betreffende verwarmingskring. Min vertrek °C Uit (Uit/15...65) Minimaal toegestane temperatuur die wordt toegevoerd naar de betreffende verwarmingskring. Verwarming mode Auto (Auto/Aan/Uit) Wisselen tussen verwarmingsseizoen en zomermode kan automatisch gebeuren (Auto) of er kan hier een keuze worden gemaakt om de verwarming op "Aan"...
Pagina 87
Nachtverlaging tot °C 5 (-40...40) Als de buitentemperatuur lager dan dit is, stopt de functie "Nachtverlaging" omdat er teveel energie wordt verbruikt en het te lang duurt om de temperatuur weer te verhogen. Dit menu heeft voorrang op afstandsbediening van "Nachtverlaging".
Pagina 88
Droogfunctie Uit (Uit/1/2/3) Geldt voor Verwarmingskring 1. Droogperiode voor nieuwbouwwoningen. De functie beperkt de berekening van de vertrektemperatuur (setpoint) voor ”De verwarmingsinstellingen van uw huis” tot het onderstaande schema. Mode 1 - Droogperiode gedurende 8 dagen 1. Het setpoint van de radiatorkring is ingesteld op 25°C gedurende 4 dagen.
Pagina 89
16.9.2 Instellingen Warmtepomp* Start bij graadminuut -60 (-900...-30) Hier wordt de graadminuut waarop Warmtepomp 1 (WP1) zal starten ingegeven. Graadminutenberekening wordt alleen gebruikt voor Systeemtypen systemen 1, 2 en 3. Start bij graadmin. koeling** 60 (30...900) Hier wordt de graadminuut ingevoerd waarop de eerste koeling producerende warmtepomp 1, koude moet gaan produceren.
Pagina 90
Uitstel tss compr. 30 (5...180) Hier wordt de tijd tussen het starten van twee warmtepompen ingesteld. Deze waarde geldt bijvoorbeeld ook voor de tijd die moet verstrijken voordat de derde warmtepomp mag starten, wanneer de eerste en tweede warmtepomp actief zijn, enzovoort. Tijdens het verhogen/verlagen bij een kleinere warmtepomp met een lager vermogen, wordt de helft van de ingestelde waarde geteld.
Pagina 91
16.9.3 Instellingen Warmtepomp 1** Compressor Geblokk. (Toegestaan/Geblokk.) De warmtepomp heeft een geblokkeerde compressor. "Toegestaan" betekent dat de compressor mag starten. Stop bij buiten °C -22 (-22...10) Dit menu heeft betrekking op instellingen voor de buitentemperatuur waarbij de compressor niet meer mag werken.
Pagina 92
Stille modus weekschema Het is mogelijk om een weekschema te starten, bijvoorbeeld ’s nachts, met een begrensde compressor- en ventilatorsnelheid zodat het geluidsniveau lager is. In het hoofdstuk ”Weekschema” staat beschreven hoe u schema’s kunt instellen. Uitsluitend voor CTC EcoAir 600.
16.9.4 Instellingen Additionele verwarming Start add. verw. E1, graadmin. -500 (-900...-30) Dit menu wordt gebruikt om te bepalen bij hoeveel graadminuten additionele verwarming E1 moet beginnen te werken. Van toepassing op Systeemtypen 1, 2 en 3. Verschil add. verw. E1, graadmin. -100 (-300...-20) Dit menu wordt gebruikt om het verschil in graadminuten tussen de start- en stopvoorwaarden voor additionele...
Pagina 94
Uitstel verschil E2 60 (10...120) Dit menu wordt gebruikt om het verschil in minuten tussen de start- en volvermogenvoorwaarden voor de elektrische weerstand te definiëren. Als bijvoorbeeld de elektrische weerstand na 180 minuten subnormale temperatuur wordt gestart, wordt het volledige vermogen na 240 minuten bereikt (bij een instelling van 60).
Pagina 95
Max el. weerstand kW* 9,0 (0,0...9,0) Hier selecteert u het vermogen dat de elektrische weerstand mag leveren. Het instellingsbereik varieert, zie ’Elektrische gegevens’ in het hoofdstuk ”Technische gegevens”. Voor taalkeuzes ”Duits” en ”Frans” is de maximale elektrische stroom in de fabriek ingesteld op 0,0 kW. Tarief EL Nee (Ja/Nee) Deze menubalk wordt getoond als er een "Invoer"...
16.9.5 Instellingen SWW-tank De onderstaande menu’s worden getoond indien ”SWW-tank” gespecificeerd is in het menu Installateur / Definieer / SWW-tank. Voeler B5 meet de temperatuur in de SWW-tank. Programma SWW Beschikbare opties zijn ”Economisch”, ”Normaal” en ”Comfort”. Druk op ”OK” om de instellingen voor het geselecteerde SWW-programma te openen.
Pagina 97
Uitstel add. Verw. SWW E1 Nee (Ja/Nee) Als ”Ja” geselecteerd is, wordt additionele verwarming actief tijdens het laden van SWW. Als ”Nee” geselecteerd is, wordt de additionele verwarming geblokkeerd. Add. Verw. SWW EcoMiniEl 3 (Uit/Stap 1...3)) Als ”Stap 1-3” geselecteerd is, wordt additionele verwarming actief tijdens het laden van SWW.
Pagina 98
”Installateur/Definieer ” . SmartGrid Overcap. blokk. WP Nee (Nee/Ja) ”Ja” betekent dat de verwarming van de boiler met behulp van de warmtepomp wordt geblokkeerd wanneer ”SmartGrid Overcap.” actief is. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
16.9.6 Instellingen Verwarmingsbuffer Het menu geldt alleen voor systemen met een verwarmingsbuffer (Systeemtypen 4-6) als "Verwarmingsbuffer" gespecificeerd is (menu: "Installateur/Definieer/Verwarmingsbuffer". De temperatuur in de verwarmingsbuffer wordt gemeten met voeler B6. Tank max. °C 55 (20...90) Instelling voor de gewenste maximale temperatuur in de verwarmingsbuffer.
De test wordt uitgevoerd op het ingestelde tijdsinterval. Als er voldoende temperatuur wordt verkregen, wordt het laden van de tank voortgezet; anders schakelt het systeem weer over op het opladen van het gesteente. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
De menubalk wordt getoond wanneer de ”Antivries”- functie is geactiveerd. Herkoeling stop vertrag. (min) 10 (0...180) Vertraging verwijst naar de tijd (minuten) voordat de behoefte aan herkoeling (SWW-tank en verwarmingsbuffer) ophoudt. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Normaal Gesloten (NG)) voor het externe • sectie ”Def. Afstandsbediening” van het regelsignaal is gespecificeerd. hoofdstuk ”Installateur/Definieer ” voor het specificeren van de afstandsbedieningsfunctie. Lees meer in de ”Def. Afstandsbediening” sectie van het hoofdstuk ”Installateur/Definieer ” . *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
20 °C. Aanbevolen waarden afhankelijk van het systeem: • Radiator/vloerverwarming = 20 °C • Ventilatorconvector = 20 °C *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is. **Deze menubalk wordt alleen weergegeven als actieve koeling is gedefinieerd in het menu "Installateur/Definieer/Koeling".
Pagina 104
Vertrektemp bij buiten +40 °C** 20 (2...20) Geef de temperatuur van de koelstroom op bij een buitentemperatuur van 40 °C. Aanbevolen waarden afhankelijk van het systeem: • Radiator/vloerverwarming = 20 °C • Ventilatorconvector = 20 °C Diff vertrektemp bij buiten +20 °C** 2 (1...10) Geef op hoeveel graden verschil is toegestaan tussen de vertrek- en de retourtemperatuur van de koelstroom bij...
16.9.10 Instellingen Communicatie Instellingen om het product te regelen via een besturingssysteem. 16.9.10.1 Ethernet DHCP Ja (Ja/Nee) "Ja" zorgt voor automatische verbinding met het netwerk. Bij "Nee", moeten aangepaste routerinstellingen (IP- adres, Netwerkmasker en Gateway) en DNR-instelling worden opgegeven. Menu: "Installateur / Instellingen /Communicatie". Auto DNR Ja (Ja/Nee) Bij "Ja"...
Pagina 106
Zie voor meer informatie en voorbeeld van wordt gedefinieerd als "Hoog" (in het voorbeeld is de Prijsbeheer slimme elektriciteit/SmartGrid grenswaarde SEK 3,50). Dit kan samen met de functie de website www.ctc-heating.com/Products/ voor dynamische prijsberekening worden gebruikt Download. om een ander "Hoog" prijsbereik te definiëren dan dat is bepaald door de functie voor dynamische prijsberekening.
Pagina 107
Dagen in berekening 1...10 Selecteer het aantal dagen waarop de dynamische berekening van de elektriciteitsprijs moet worden gebaseerd. Aangezien de dynamische berekening is gebaseerd op de gemiddelde prijs per dag, leiden meer dagen in de berekening tot een stabielere en betrouwbaardere waarde.
16.9.11 Instellingen Ventilatie/EcoVent Hier worden instellingen voor het CTC EcoVent ventilatieproduct ingevoerd. Voor meer informatie hierover, zie de "Installatie- en onderhoudshandleiding" voor CTC EcoVent. 16.9.12 Instellingen Stroomsensor Deze menubalken staan weergegeven indien ”Stroomsensor” opgegeven is in het menu ”Installateur/ Definieer s troomsensor”.
16.9.14 Instellingen SmartGrid weekschema Dit menu wordt gebruikt om de werkdagenperioden op te geven waarin ”SmartGrid”-functies actief moeten zijn. Dit schema wordt iedere week herhaald. ”SmartGrid” kan worden gebruikt om een functie te blokkeren (”SG Block”) of om een temperatuurstijging te bereiken in perioden waarin de energieprijs laag is (”SG Laagprijs”) of (”SG Overcap.”).
16.10 Definieer In de menu's "Definiëren" staat uit welke componenten en subsystemen het systeem bestaat. Menu: "Installateur/Definieer". 16.10.1 Def. Systeemtype Systeemtype 2 (1/2/3/4/5/6) Selecteer ”Systeemtype” 1-6. Voor meer informatie over de zes systeemtypes: zie het hoofdstuk ”Installatie van de leidingen”. Add.
Pagina 111
Er zijn twee 230 V-ingangen en twee Benaming Positie Verbindingstype laagspanningspoorten. Zie onderstaande tabel. klemmenstrook • draadloze accessoires in CTC SmartControl A14 & A25 230V serie omvatten draadloze voelers en sturingen A24 & A25 230V voor signalen van temperatuur, vochtigheid en kooldioxideniveau.
16.10.2.1 De functie afstandsbediening instellen, voorbeeld 1. Een "Invoer" definiëren Eerst moet er een ingang toegewezen worden aan de functie of functies die op afstand moeten worden bediend. Dit wordt gedaan in het menu "Installateur/ Definieer/Afstandsbediening". In het voorbeeld wordt klem K24 geselecteerd als de ingang voor de functie "Verwarming, ext mode".
16.10.2.2 Functies afstandsbediening Het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening" definieert ingangen voor de huidige afstandsbedieningsfuncties: • Ingangen K22, K23, K24, K25. • draadloze accessoires in de SmartControl-serie (Kanaal 1A, 1B, 2A, 2B, 3A, 3B tot 7B). • BMS digitale invoer 0-7. Geef een waarde op tussen 0-255.
Pagina 114
KR1- Verwarming, Ext. mode* (Uit / K 22-K25 / Kanaal 1A-7B / B MS DI0-7) Wisselen tussen verwarmingsseizoen en zomerseizoen kan bij een specifieke buitentemperatuur (Auto) gebeuren, of de verwarming kan altijd "Aan" of "Uit" staan. In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": •...
Pagina 115
Extra SWW (Uit / K22-K25 / Kanaal 1A-7B / BMS DI0-7) Bij activering begint de productie van extra SWW. Wanneer de activering stopt, wordt gedurende 30 min extra SWW geproduceerd. De "Stoptemperatuur" voor extra SWW wordt ingesteld in het menu "Installateur/ Instellingen/SWW/Programma SWW". In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": •...
Pagina 116
Blokkeer zwembad (Uit / K22-K25 / K anaal 1A-7B / BMS DI0-7) Deze functie wordt gebruikt om zwembadverwarming te blokkeren. In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": • geef een "Invoer" op voor de afstandsbedieningsfunctie. In het menu "Installateur/Definieer/Zwembad": configureer de normale modus voor het externe •...
Pagina 117
SWW- circulatie (Uit / K22-K25 / Kanaal 1A-7B / BMS DI0-7) De functie laat SWW circuleren in de leidingen tussen de kranen en de SWW-tank om ervoor te zorgen dat de SWW heet is wanneer de kranen worden geopend. In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": •...
Pagina 118
SmartGrid A / SmartGrid B (Uit / K22-K25 / K anaal 1A-7B / BMS DI0-7) In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": • geef een "Invoer" op voor de afstandsbedieningsfunctie. Er zijn drie SmartGrid-functies: • SmartGrid Laagprijs • SmartGrid Overcapaciteit • SmartGrid Blokkering Voorbeeld van "SmartGrid Laagprijs" voor zwembadverwarming In dit voorbeeld zijn klemstroken K22 en K23 toegewezen aan respectievelijk "SmartGrid A"...
Pagina 119
Klik op het ventilatiesymbool in het startmenu om naar het menu "Ventilatie" te gaan, waar ventilatie-instellingen kunnen worden gemaakt. Ook het weekschema is toegankelijk vanaf daar. Maar er kan geen weekschema worden opgegeven voor de ventilatiemodus "Vent. Bezet". Kijk voor meer informatie in de CTC EcoVent producthandleiding.
Pagina 120
Tarief WP (1-*) (Uit/K22-K25/Kanaal 1A-7B/BMS DI0-7) Deze functie wordt gebruikt om de warmtepomp te blokkeren tijdens perioden waarin het elektriciteitstarief hoger is. In het menu "Installateur/Definieer/Afstandsbediening": Menu: "Installateur/Definieer/Warmtepomp". • geef een "Invoer" op voor de afstandsbedieningsfunctie. Een modus voor het externe regelsignaal ("Normaal open (NO)" of "Normaal Gesloten (NG)") wordt opgegeven voor "Tarief WP ext.
Pagina 121
Selecteer of de ruimtevoeler van de verwarmingskring via een draad (met kabel) of draadloos is aangesloten. • Draadloos Selecteer ”Draadloos” om de draadloze ruimtevoelers van CTC met de verwarmingskring te verbinden. Kijk in de handleiding ”CTC draadloze ruimtevoeler” voor informatie over het aansluiten van deze sensoren.
Pagina 122
16.10.4 Def. Warmtepomp Warmtepomp 1-* Aan/Uit Selecteer een warmtepomp die op het systeem moet worden aangesloten en druk op "OK" om naar de instellingen te gaan. Debiet /niveau detectie Geen/NG/Nee Deze menubalk wordt weergegeven als een "Invoer" voor afstandsbediening is gespecificeerd voor de functie "Debiet /niveau detectie"...
Pagina 123
"Installateur/Definieer/ Systeemtype" ("Systeemtypen 2-6" hebben geen houtketel). Selecteer "Ja" in de rij "Houtketel" als hout moet worden gestookt en de rookgassensor (B8) aangesloten is op het systeem. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 124
Kijk voor voorbeelden van normale mode-instellingen in het menu ”Def. Afstandsbediening” sectie van het hoofdstuk ”Installateur/Definieer ”. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is. **Deze menubalk wordt alleen weergegeven als actieve koeling is gedefinieerd in het menu "Installateur/Definieer/ Koeling".
Pagina 125
Geen (Geen/NG/NO) Instelling voor de ”Custom” ventilatiemodus. Kijk voor voorbeelden van normale modus-instellingen in de sectie "'Def. afstandsbediening" in het hoofdstuk "Installateur/Definieer". Zij ook in de "Installatie- en onderhoudshandleiding" voor CTC EcoVent. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 126
Boorgat herladen (Y31, G31) Nee (Ja/Nee) Er is een optie om het boorgat opnieuw op te laden met energie van de zonnecollectoren wanneer aan de behoefte aan gewone verwarming en SWW is voldaan. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 127
Software Versie De softwareversie van het SMS-accessoire wordt hier weergegeven. LET OP: Kijk voor meer informatie over de SMS-functie in de ”Installatie- en onderhoudshandleiding” van CTC SMS. 16.10.14 Def. SmartControl SmartControl is een aparte serie draadloze accessoires. SmartControl Nee (Ja/Nee) Als ”Ja”...
16.11 Service LET OP: Dit menu is alleen bedoeld voor de installateur. Menu: "Installateur/Service". 16.11.1 Functietest Vanuit dit menu kan de installateur de verbinding en de functie testen van afzonderlijke onderdelen van de verwarmingskring. Als dit menu wordt geactiveerd, worden alle bedieningsfuncties gestopt. De enige bescherming tegen een onjuiste werking zijn de druksensoren en de oververhittingsbeveiliging van de elektrische weerstand.
16.11.1.2 Test Warmtepomp* Selecteer de warmtepomp (1-*) waarvan de functie getest moet worden. WP Compressor Uit (Aan/Uit) Als de functietest wordt gedaan voor de compressor, werken de captatie- en laadpomp ook, zodat de compressor de drukschakelaars niet activeert. WP Pomp captatie/Ventilator Uit (Uit/Aan) Functietest captatiepomp of ventilator (lucht water warmtepomp).
Pagina 130
Test de driewegklep (Y31) en de pomp van de zonne- warmtewisselaar (G31). Zwembadpomp/klep (G50/G51) Uit (Aan/Uit) Tests de zwembadpomp (G50, G51). 16.11.1.6 Test EcoVent* Uitlaatventilator M40 0% (0...100) In dit menu wordt de uitlaatventilator (M40) functioneel getest tot volle snelheid (100%). *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
16.11.2 Alarm log In het alarmlogboek kunnen tot 500 alarmen tegelijkertijd worden weergegeven. Een alarm dat binnen een uur opnieuw optreedt, wordt genegeerd om het log niet te vol te maken. Klik op een alarmrij om meer informatie over een alarm te bekijken.
16.11.6 Software update De displaysoftware kan worden bijgewerkt via een USB- drive of online. De rijen worden grijs weergegeven totdat de USB-drive is geïnstalleerd of het display is verbonden met het internet. Klik op OK om de upload te bevestigen. De instellingen blijven behouden tijdens het bijwerken, maar de oude waarden worden overschreven door nieuwe fabriekswaarden.
17. Parameterlijst Fabrieks- Fabrieks- instelling instelling Verwarmingskring Warmtepomp 1- Programma Economisch Compressor Geblokk. Aanpassing ruimtetemp. °C -2.0 Stop bij buten °C Vertraging verwarming uit Laadpomp % Programma Comfort Limiet koude temp. Aanpassing ruimtetemp. °C Max. RPS Vertraging verwarming uit Limiet warme temp. Max vertrek.
Pagina 135
Fabrieks- Fabrieks- instelling instelling SWW-tank dT max bodem °C Programma SWW Economisch/ dT min bodem °C Normaal/ Zonnetest tank (min) Comfort Test interval min -Stop temp WP °C 50/55/58 Wintermode -Extra SWW stop temp. °C Debiet l/min Start/stop verschil. °C Bescherming collector Max tijd SWW (min) Max temp °C...
Het kan dan koud worden in de kamers in andere delen van het huis. De ruimtevoeler kan tijdelijk worden uitgesloten als de haard of het gasvuur wordt aangestoken. De CTC EcoPart i600M stuurt dan warmte naar de radiatoren met de ingestelde verwarmingscurve, kijk in het hoofdstuk „Verwarmingscurve huis“.
19. Probleemoplossing/ Gepaste maatregelen De CTC EcoPart i600M is ontworpen voor een betrouwbare werking, een hoog comfortniveau en een lange levensduur. Hieronder worden verschillende tips gegeven die nuttig kunnen zijn en die u kunnen helpen bij een storing. Als er een storing optreedt, moet u altijd contact opnemen met de installateur die uw toestel installeerde.
Beveiliging van de motor De CTC EcoPart i600M bewaakt constant de bedrijfsstroom van de compressor en er treedt een alarm op als de compressor een ongebruikelijk hoge stroom gebruikt. Wanneer er een storing optreedt, verschijnt het bericht "Motorbeveiliging hoge stroom".
19.1 Informatieve berichten Informatieve berichten worden weergegeven wanneer dat nodig is en zijn bedoeld om de gebruikers te informeren over verschillende bedrijfsomstandigheden. [I013] Uitstel start [I021] KR1-Verwarmingsmodus, ext. De compressor mag niet te snel starten na een stop. De [I022] KR2-Verwarmingsmodus, ext. uitstel is gewoonlijk ten minste 10 minuten.
[E035] Hogedrukschakelaar De hogedrukschakelaar van het koudemiddel is ingeschakeld. Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 141
Alarmmeldingen Beschrijving [E041] Lage temp. Inkomende temperaturen captatievloeistof uit boorgat-/grondlus zijn te laag. Druk op captatievloeistof reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing opnieuw optreedt, neemt u contact op met uw installateur om de afmetingen van de koude zijde te controleren. [E040] Debiet captatie laag Een laag captatiedebiet wordt vaak veroorzaakt door lucht in het collectorsysteem, met name direct na de installatie.
• Controleer de sensoren (WP in en WP uit) en vervang ze indien nodig. [E211] Kans op bevriezing debiet laag Van toepassing op CTC EcoAir 600 met geïnstalleerde accessoires voor "Debietsensor". Alarmcondities Het debiet is minder dan 10 l/min (EcoAir 610/614) of 15 l/min (EcoAir 622)
Pagina 143
[E216] WP waterdebiet temp diff Van toepassing op CTC EcoAir 500/600. Alarmcondities Het verschil tussen WP in en WP uit overschrijdt 12°C in bedrijf bij verwarming gedurende meer dan 15 minuten.
20. Installatie van de leidingen Systeem 1: De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen. Pas alle CTC EcoPart i600M installatie-instellingen toe op basis van de beschrijving in het hoofdstuk over de "Eerste start". zonder het accessoire CTC Expansion omvat niet de...
Verwarmingskring 3 Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 1 CTC EcoPart i600M kan worden aangesloten op vier verschillende verwarmingskringen elk met aparte ruimtevoelers. De verdeelklep (Y21) is de hoofdklep en mengkranen (Y2, Y3 en Y4) zijn secundair. De buitenvoeler (B15) moet worden aangebracht op de buitenwand van het huis, beschermd tegen direct zonlicht.
WP1 (CTC EcoPart i600M) Laadpomp 2 (G12) wordt aangestuurd vanuit de CTC EcoPart i600M. Om de G13- en G14-laadpompen vanuit de CTC EcoPart i600M aan te sturen, is de accessoire CTC Expansion nodig. De warmtepompen hebben een eigen voeding, deze komt niet van CTC EcoPart i600M.
20.1.4 Systeemtype 1 - Additionele verwarming (houtketel) De bestaande ketel wordt aangesloten op de verwarmingskring via een mengklep (Y1). Wanneer houtverbranding plaatsvindt, meet de voeler (B8) de rookgastemperatuur en laat aan het besturingssysteem weten dat er hout wordt verbrand. De voeler (B9) moet zo worden gemonteerd dat de keteltemperatuur wordt gemeten.
Pagina 148
20.1.6 Systeemtype 1 - Zonne-energie Zonnecollectoren Zonnecollectoren kunnen worden aangesloten op de ketel met een driewegklep (Y31), of op een grondverwarmingslus om het gesteente/de aarde weer op te laden. De pomp met snelheidsregeling (G30) en voelers B30 en B31 worden naast de zonnecollectoren gemonteerd.
20.2 Systeemtypen 2 en 3* Systeem 2/3: De configuratie van Systeemtypen 2 en 3 verschilt wat de plaats van de CTC EcoPart i600M additionele warmtebron betreft. zonder het accessoire CTC Systeemtype 2 Expansion omvat niet de volgende subsystemen en Bij Systeemtype 2 zit de additionele verwarming voor het SWW-systeem, terwijl bij Systeemtype 3 dit na het SWW-systeem zit.
Pagina 150
Systeemtype 3 Bij Systeemtype 3 zit de additionele verwarming na het SWW-systeem, terwijl bij Systeemtype 2 dit voor het SWW-systeem zit. Bij systeem 3 is in plaats daarvan een elektrische verwarmingselement in de SWW-tank geïnstalleerd. Als u de verwarmingsbuffer aansluit, wordt de mengklep (Y4) gebruikt om de tank op het systeem aan te sluiten (niet op verwarmingskring 4).
Verwarmingskring 3 Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 1 CTC EcoPart i600M kan worden aangesloten op vier verschillende verwarmingskringen*, elk met aparte ruimtevoelers. Verwarmingskringen 2, 3 en 4 zijn verbonden via mengkranen (Y2, Y3 en Y4). Als additionele verwarming (E1) is gedefinieerd, moet de mengklep (Y2) worden gebruikt om additionele verwarming aan te sluiten op het systeem (niet op verwarmingskring 2).
WP1 (CTC EcoPart i600M) Laadpomp 2 (G12) wordt aangestuurd vanuit de CTC EcoPart i600M. Om de G13- en G14-laadpompen vanuit de CTC EcoPart i600M aan te sturen, is de accessoire CTC Expansion nodig. Warmtepompen 1 en 2 kunnen worden aangesloten met 3-wegkleppen die het debiet naar het SWW-systeem of naar de verwarmingskring leiden.
20.2.3 Systeemtypen 2 en 3 - SWW Bij Systeemtype 3 kan de SWW-tank worden voorzien van een elektrische verwarmer (E4) als de additionele verwarming (E1 of E3) na de SWW-tank geïnstalleerd zit. Voeler B5 moet worden geïnstalleerd in de SWW-tank. SWW-circulatie komt van de pomp (G40).
20.2.4 Systeemtypes 2 en 3 - Additionele verwarming Bij Systeemtype 2 wordt de additionele warmtebron (E1 of E3) aangesloten vóór de SWW-tank, terwijl deze bij Systeemtype 3 is aangesloten na het SWW- systeem. Additionele verwarming (E4) kan dan in plaats daarvan worden aangesloten op de tank.
20.2.5 Systeemtype 2 en 3 - Passieve koeling Als de koelfunctie is gedefinieerd, moeten mengklep Y3, laadpomp G3 en voeler B3 worden gebruikt voor de koelinstallatie (niet verwarmingskring 3). Raadpleeg voor meer informatie over het aansluiten de installatie-en onderhoudsinstructies voor de koelinstallatie. Ventiloconvector 20.2.6 Systeemtype 2 en 3 - Zonne-energie Zonnecollectoren...
20.3 Systeemtypen 4 en 5* Systeem 4/5: De configuratie van systemen 4 en 5 verschilt wat de plaats van de additionele CTC EcoPart i600M warmtebron betreft. Zie hoofdstuk "Actieve koeling" voor een beschrijving van actieve koeling voor systeemtypen 4 en 5.
Pagina 157
Systeemtype 5 Alle verwarming van de warmtepompen en additionele verwarming gaat naar de verwarmingskring via de verwarmingsbuffer, die de constante temperatuur van de verwarmingskring behoudt. Bij Systeemtype 5 zit de additionele verwarming na het SWW-systeem, terwijl bij Systeemtype 4 dit voor het SWW-systeem zit. Warmtepompen 1 en 2 kunnen worden aangesloten met driewegkleppen die het debiet naar het SWW-systeem of naar de verwarmingskring leiden.
Verwarmingsbuffer Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 1 CTC EcoPart i600M kan worden aangesloten op vier verschillende verwarmingskringen*, elk met aparte ruimtevoelers. Verwarmingskringen 1 tot 4 zijn aangesloten via mengkranen (Y1, Y2, Y3 en Y4). Bij Systeemtype 4, als additionele verwarming (E1) gespecificeerd is, moet de mengklep (Y2) worden gebruikt om additionele verwarming aan te sluiten op het systeem (niet op verwarmingskring 2).
WP1 (CTC EcoPart i600M) Laadpomp 2 (G12) wordt aangestuurd vanuit de CTC EcoPart i600M. Om de G13- en G14-laadpompen vanuit de CTC EcoPart i600M aan te sturen, is de accessoire CTC Expansion nodig. Warmtepompen 1 en 2 kunnen worden aangesloten met 3-wegkleppen die het debiet naar het SWW-systeem of naar de verwarmingskring leiden.
20.3.3 Systeemtypen 4 en 5 - SWW Bij Systeemtype 5 kan de SWW-tank worden voorzien van een elektrische verwarmer (E4) omdat de additionele verwarming (E1 of E3) niet voor de SWW-tank geïnstalleerd zit (zoals bij Systeemtype 4). Voeler B5 moet worden geïnstalleerd in de SWW-tank.
20.3.4 Systeemtypes 4 en 5 - Additionele verwarming In Systeemtype 4 is de additionele verwarming (E1 of E3) aangesloten voor het SWW-systeem, zoals op de afbeelding te zien is. Als er additionele warmte (E1) is aangesloten, wordt de mengkraan (Y2) gebruikt om de additionele warmte aan te sluiten op het systeem (niet op verwarmingskring 2).
20.3.5 Systeemtype 4 en 5 - Passieve koeling Als de koelfunctie is gedefinieerd, moeten mengklep Y3, laadpomp G3 en voeler B3 worden gebruikt voor de koelinstallatie (niet verwarmingskring 3). Raadpleeg voor meer informatie over het aansluiten de Installatie-en onderhoudshandleiding voor de koelinstallatie. Ventiloconvector 20.3.6 Systeemtypen 4 en 5 - Zwembad Het zwembad kan parallel worden verbonden met de verwarmingskring.
20.3.7 Systeemtype 4 en 5 - Zonne-energie Zonnecollectoren Van de zonnecollectoren wordt de warmtestroom naar de SWW-tank/ verwarmingsbuffer of op de aardwarmtelus geleid om het gesteente/de aarde op te laden zodra de SWW-tank volledig is opgeladen. De pomp met snelheidsregeling (G30) en voelers B31 en B30 worden naast de zonnecollectoren gemonteerd.
20.4 Systeemtype 6* Systeem 6: CTC EcoPart i600M Systeem 6 bevat zwembadverwarming. zonder het accessoire CTC Additionele verwarming kan worden gemengd met verwarming van de Expansion omvat niet de verwarmingsbuffer en uitgevoerd naar het verwarmingssysteem met een volgende subsystemen en bivalente mengklep (Y1).
Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 1 Verwarmingsbuffer CTC EcoPart i600M kan worden aangesloten op vier verschillende verwarmingskringen*, elk met aparte ruimtevoelers. Verwarmingskringen 2, 3 en 4 zijn verbonden via mengkranen (Y2, Y3 en Y4). De buitenvoeler (B15) moet worden aangebracht op de buitenwand van het huis, beschermd tegen direct zonlicht.
WP1 (CTC EcoPart i600M) Laadpomp 2 (G12) wordt aangestuurd vanuit de CTC EcoPart i600M. Om de G13- en G14-laadpompen vanuit de CTC EcoPart i600M aan te sturen, is de accessoire CTC Expansion nodig. Warmtepompen 1 en 2 kunnen worden aangesloten met 3-wegkleppen die het debiet naar het SWW-systeem of naar de verwarmingskring leiden.
Pagina 167
20.4.3 Systeemtype 6 - SWW De SWW-tank en additionele verwarming E1 zijn aangesloten op een 4-weg bivalente mengklep (Y1). Voeler B5 moet worden geïnstalleerd in de SWW-tank. Optie A SWW-tank Verwarmen verwarmingsbuffer Optie B SWW extra Buffer SWW-tank SWW-circulatie komt van de pomp (G40). Vers SWW uit de SWW-tank wordt gemengd door de mengklep en gekoeld water wordt naar de tank gestuurd voordat dit opnieuw wordt opgewarmd.
20.4.4 Systeemtype 6 - Additionele verwarming Additionele verwarming E1 is aangesloten op de SWW-tank en aangesloten op de verwarmingskring parallel aan de verwarmingsbuffer met een 4-wegs bivalente mengklep. SWW-tank/aanvullende warmte WP 1 Verwarmingsbuffer 20.4.5 Systeemtype 6 - Passieve koeling Als de koelfunctie is gedefinieerd, moeten mengklep Y3, laadpomp G3 en voeler B3 worden gebruikt voor de koelinstallatie (niet verwarmingskring 3).
Pagina 169
20.4.6 Systeemtype 6 - Zwembad Het zwembad kan parallel aan de verwarmingskring worden aangesloten, zoals op de onderstaande afbeelding te zien is. Laadpomp G50 en circulatiepomp G51 worden samen met voeler B50 en de warmtewisselaar aangesloten. Zwembad Verwarmingskring 4 Verwarmingskring 3 Verwarmingskring 2 Verwarmingskring 1 Verwarmingsbuffer...
Pagina 170
SWW-/verwarmingstank. Wanneer de oplaadfunctie in werking is, start CTC EcoPart i600M ook de captatiepomp in de warmtepomp. De laadpomp voor het herladen van het boorgat (G31) zorgt ervoor dat er voldoende debiet door de warmtewisselaar is.
21.1 3-wegmengklep 21.1.1 Driewegmengklep VRG 131 ARA 671 Installatie-opties met driewegmengkleppen van CTC. Let op het belang van de aansluitingen en de plaats van de askoppeling. Aansluiting volgens 1 en 2 Om te sluiten dient de motor rechtsom te bewegen.
21.2 3-wegklep 21.2.1 Wisselklep ESBE VRG 230/Ara 635 3-wegklep Knop Omhoog Motor Omlaag Groef in askoppeling De mengklepmotor is op de klep gemonteerd met de knop in de middenpositie. De klep kan omgekeerd gemonteerd worden, rechts naar links, links naar rechts.
21.3 Bivalente mengklep 21.3.1 Bivalente mengklep VRB 141/143 ARA 672 Om te sluiten dient de motor rechtsom te bewegen. verhogen verlagen Instelling klepkegel voor installatie. Van toepassing wanneer er geen warmte nodig is. 21.3.2 Bivalente mengklep VRB 243/ARA 672 Om te sluiten dient de motor rechtsom te bewegen.
22. Aansluitklemmen elektrische installatie Installatie en aansluitingen in CTC EcoPart i600M moeten worden uitgevoerd door een erkende elektricien. Let op het risico van statische elektriciteit; aard en ontlaat uzelf door een geaard metalen onderdeel aan te raken voordat u de printplaat of een sensor aanraakt.
De gebruikte communicatiekabel is een LiYCY (TP), een afgeschermde kabel met 4 draden, waarbij de communicatievoerende draden getwiste tweeaderige kabels zijn. Deze moet worden geïnstalleerd tussen de CTC EcoPart i600M- klemmenstroken G51 (Bruin), G52 (Wit), G53 (Groen) en de volgende warmtepomp in de reeks.
Pagina 177
Relaisuitgang: pool 8 Nul: pool 11 Fase: pool 9 Controleer de functie door de pomp te testen in het menu "Installateur/ Service/Functietest". *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 178
22.2.3 Laadpomp, WP2 (G12) 230V 1N~ Laadpomp 2 (G12) wordt aangestuurd vanuit de CTC EcoPart i600M. Om de G13- en G14-laadpompen vanuit de CTC EcoPart i600M aan te sturen, is de accessoire CTC Expansion nodig. Laadpomp 2 kan worden aangesloten op de printplaat/klemmenstrook:...
Pagina 179
(E1) Relaisuitgang Relaisuitgang A8: pool A11 (E3) EcoMiniEl Comm. 230V LET OP! De CTC EcoPart i600M en EcoMiniEl moeten een gemeenschappelijke aansluiting hebben op de neutrale klem. (E4) Additionele verwarming SWW Relaisuitgang A8: pool A13 22.2.5 Circulatiepomp SWW (G40)*...
Controleer de werking door de pomp te testen in het menu "Installateur / S ervice / Functietest" in het besturingssysteem. De pomp moet ingesteld staan op PWM Cprofile (standaard) Werking Instelling Geselecteerde instelling > 2 s. 2 s. 10 s. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
1. Druk kort op de circulatiepomp-pijl om weer te geven op welke bedrijfsmodus de pomp is ingesteld. Na 2 seconden verschijnt het display werkingsgegevens weer. 2. Door gedurende 2 seconden op de circulatiepomp-pijl te drukken zullen de leds gaan knipperen en de modus kan dan worden gewijzigd. Blijf drukken tot de gewenste modus knippert.
Pagina 182
3-wegklep van de zonne-energie (Y31) en de laadpomp voor het opladen van de boring (G31) verdeelt . Zie het bedradingsschema. Controleer de werking door de klep te testen in het menu "Installateur / S ervice / Functietest" in het besturingssysteem. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
22.3.1 Ruimtevoelers (B11, B12, B13, B14) worden. Kabelaansluiting ruimtevoeler : (B11) Ruimtevoeler 1 klemnr. alarmuitgang klemnr. klemnr. invoer (B12) Ruimtevoeler 2 klemnr. alarmuitgang klemnr. klemnr. invoer *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 184
De sensor kan op maximaal 30 m van de bedieningseenheid worden geïnstalleerd. • Strip de draaduiteinden en vouw ze dubbel als er verlichtingskabel wordt gebruikt. Het is belangrijk dat het contact in de verbindingen goed is. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 185
De voeler wordt aangesloten op uitbreidingskaart X1 in posities 3 en 4. (B31) Uit zonnecollectoren* Positie: op de leiding uit de zonnecollectoren. De voeler wordt aangesloten op uitbreidingskaart X1 op posities 1 en 2. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
Pagina 186
De druk/niveauschakelaar wordt aangesloten op K22/K23/K24/K25 en wordt vervolgens gespecificeerd in het menu "Installateur/Definieer/Def. Warmtepomp". Als er een lek is, stoppen de compressor en de captatiepomp en verschijnt het alarm Debiet-/niveauschakelaar op het display. *Geldt als het accessoire CTC Expansion geïnstalleerd is.
22.4 Ethernet-kabel installeren 2. Schroeven x 2 Ändr. meddel. Datum Ändring Ändr 1. Magneetstrip Om een verbinding met een netwerk en een app te kunnen definiëren en activeren, moet er een ethernet- kabel worden geïnstalleerd. Om de ethernet-kabel te kunnen installeren, moet de 3.
22.5 Remote - Schermspiegeling • Sluit de ethernetkabel aan, zie de vorige pagina. Installateur/Definieer/Communicatie/Web – Ja. • Hiermee kan het product verbinding maken met onversleuteld webverkeer op lokale netwerken. Internet router en firewall vereist. Tablet/Smartphone/PC als touchscreen voor het lokale netwerk •...