8.1.2
Kleppen
Breng de kleppen aan volgens het schema op de volgende pagina. Om
onderhoud aan de koeleenheid te vereenvoudigen, moeten er afsluiters
worden gemonteerd op de inkomende en de uitgaande aansluitingen. Plaats
een vulset zodat het mogelijk is om het collectorcircuit later te kunnen vullen
en ontluchten.
8.1.3
Isolatie tegen condensatie
Alle leidingen van het captatiesysteem moeten worden geïsoleerd tegen
condensatie om te voorkomen dat er ernstige ijs- en condensvorming
optreedt.
8.1.4
Vullen en ontluchten
Er mag geen in de collectorspoel zitten, omdat zelfs de kleinste hoeveelheid
lucht de werking van de warmtepomp verslechterd.
Meng een water- en antivriesoplossing in een open vat. Sluit de leidingen aan
op de afsluiters (98a en 98b) zoals in de afbeelding staat. LET OP! De leidingen
moeten een minimumdiameter hebben van 3/4". Sluit een krachtige externe
pomp (100) aan voor het bijvullen en ontluchten. Open de kleppen (98a en 98b)
zodat de captatievloeistof door het mengvat (101) loopt. Zorg er ook voor dat
de klep (98d) open staat.
Als de warmtepomp is aangesloten op de netvoeding, start u de
captatiepomp (102) als volgt:
•
Open het menu "Installateur/Service/Functietest".
•
Selecteer de optie "Test warmtepomp/WP-captatiepomp" en activeer
deze. De captatiepomp loopt totdat hij handmatig wordt gestopt.
Laat het antivriesmengsel een lange tijd in het systeem circuleren tot alle lucht
eruit is. Er kan nog steeds lucht in het systeem zitten, zelfs als er geen lucht
met de vloeistof naar buiten komt.
Ontlucht het niveauvat (96) door de plug bovenop het niveauvat los te draaien.
Sluit de klep (98a) nu, terwijl de vulpomp blijft lopen. De vulpomp (100) brengt
het systeem nu op druk. Sluit ook de klep (98b) en sluit de vulpomp af.
Als het peil in het niveauvat te laag is, sluit u de kleppen (98c) en (98d). Schroef
de plug los en vul het vat tot ongeveer 2/3. Schroef de plug weer vast en open
de kleppen (98c) en (98d).
8.1.5
Druk-/niveauschakelaar
In sommige gevallen is er extra bescherming nodig vanwege plaatselijke
vereisten of bepalingen. In sommige gebieden moet het systeem bijvoorbeeld
worden geïnstalleerd binnen een waterwingebied. Als er een lek is, stoppen
de compressor en de captatiepomp en verschijnt het alarm "Debiet /niveau
detectie" op het display. Kijk voor het aansluiten ook in het hoofdstuk
"Elektrische installatie".
24
Gebruik de functie
i
"Captatiepomp 10 dagen
aan" om het systeem
goed te ontluchten.