4. Selecteer "Huidig adres", druk op "OK" en "Pijl omhoog"
om "WP1" weer te geven. Druk op OK".
Wanneer de warmtepomp al herbenoemd is, selecteer dan
het betreffende nummer.
Selecteer "Nieuw adres", druk op "OK" en "Pijl omhoog" om
"WP3" weer te geven. Druk op "OK" om het nieuwe adres in
te stellen.
De warmtepomp is nu genummerd WP3.
10.1.3 Fout bij instellen adres
Als dit display tijdens het adresseren verschijnt, kan het
zijn dat het verkeerde huidige adres is ingevoerd.
Als het instellen van het adres mislukt, blijven de laatste
warmtepompadressen bewaard.
Probeer opnieuw met een nieuw huidig adres.
10.1.4 Functietest warmtepompen
Wanneer de warmtepompen opnieuw worden
genummerd, staan ze in het menu "Werkingsgegevens/
Status warmtepomp". U gaat hier naartoe door op het
warmtepompsymbool in het menu "Werkingsgegevens"
te drukken.
Test of elke warmtepomp start. In het menu "Installateur/
Service/Functietest/Warmtepomp" kunnen de
compressor, captatiepomp/ventilator en laadpomp
worden getest.
32