15.3 Additionele verwarming
De CTC EcoPart i600M heeft ingebouwde additionele verwarming (E2), maar
kan ook een externe additionele verwarming (pellet-, olie-, gas- of elektrische
boiler) aansturen die voor of na het SWW-systeem wordt aangesloten.
In het menu "Installateur/Instellingen/Additionele verwarming" kunnen
systemen 1, 2 en 3 worden ingesteld op basis van het cumulatieve
warmteverlies in graadminuten waarop de additionele warmte gaat starten,
alsmede het verschil tussen het starten en stoppen van de additionele
verwarming. Additionele verwarming wordt in de fabriek ingesteld om
te starten wanneer er een verlies van 500 graadminuten is en te stoppen
wanneer het verlies 400 graadminuten bedraagt (ingesteld verschil = 100
graadminuten).
Voor Systeemtypen 4, 5 en 6 kan additionele verwarming worden ingesteld die
start op een bepaald tijdstip nadat er warmteverlies optreedt in de tank. De
fabrieksinstelling is 180 minuten.
15.3.1 Houtketel
In systeem 1 kan de CTC EcoPart i600M worden aangesloten op een houtketel.
Wanneer de houtverbrandingsinstallatie wordt gestart en de rookgasvoeler
de waarde bereikt die is ingesteld in het menu "Installateur/Instellingen/
Additionele verwarming/Start rookgassen °C" (in de fabriek ingesteld op
"Uit"), opent de besturing de status "Houtverbranding".
Als houtverbranding actief is, worden er geen warmtepomp(en) of additionele
verwarming gebruikt voor verwarmingsdoeleinden. Wanneer de rookgasvoeler
onder de ingestelde waarde is, wordt de houtverbrandingsstatus onderbroken.
Een laadsysteem, zoals Laddomat 21, wordt aanbevolen voor de houtketel voor
optimale prestaties. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld het gebruik van een
fornuis met watermantel, kan een laadpomp worden gebruikt die direct door
de rookgastemperatuur wordt gestuurd.
De houtketel kan ook geactiveerd worden wanneer de vertrekvoeler (B1) 10°C
boven het setpoint is.
49