Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CTC EcoPart i600M Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 89

Verberg thumbnails Zie ook voor EcoPart i600M:
Inhoudsopgave

Advertenties

16.9.2 Instellingen Warmtepomp*
Start bij graadminuut
Hier wordt de graadminuut waarop Warmtepomp 1 (WP1)
zal starten ingegeven. Graadminutenberekening wordt
alleen gebruikt voor Systeemtypen systemen 1, 2 en 3.
Start bij graadmin. koeling**
Hier wordt de graadminuut ingevoerd waarop de eerste
koeling producerende warmtepomp 1, koude moet gaan
produceren.
Geldt alleen voor systeemtypes 4 en 5.
Max. vertrek WP verschil. °C
Als de werkelijke waarde van het vertrek gelijk is
aan het setpoint plus de ingestelde waarde en de
graadminuten minder zijn dan de startwaarde van de
eerste warmtepomp (fabrieksinstelling -60), worden de
graadminuten ingesteld op de startwaarde van de eerste
warmtepomp.
Als de werkelijke waarde van het vertrek groter is dan het
setpoint plus de ingestelde waarde en de graadminuten
minder zijn dan 0, worden de graadminuten ingesteld
op 0.
Als de werkelijke waarde van het vertrek minder is dan
of gelijk is aan het setpoint min de ingestelde waarde,
worden de graadminuten ingesteld op de startwaarde
van de eerste warmtepomp (fabrieksinstelling -60).
Van toepassing op Systeemtypen 1, 2 en 3.
Max. vertrek WP add verschil. °C
Als de werkelijke waarde van het vertrek minder is dan
of gelijk is aan het setpoint min de ingestelde waarde,
worden de graadminuten ingesteld op de hoogste
startwaarde van de piekwarmte (fabrieksinstelling -500).
Van toepassing op Systeemtypen 1, 2 en 3.
Verschil tss compr.
Dit menu bepaalt het verschil (gemeten in graadminuten)
waarop de warmtepompen worden gestart indien
noodzakelijk. Tijdens het verhogen/verlagen bij een
kleinere warmtepomp met een lager vermogen, wordt de
helft van de ingestelde waarde geteld.
Van toepassing op Systeemtypen 1, 2 en 3.
Verschil tss compr. koeling**
Dit menu definieert het verschil (gemeten in
graadminuten) dat, indien nodig, koelproducerende
warmtepompen koeling moeten gaan produceren.
Tijdens het verhogen/verlagen bij een kleinere
warmtepomp met een lager vermogen, wordt de helft
van de ingestelde waarde geteld.
Van toepassing op Systeemtypen 4 en 5.
-60 (-900...-30)
60 (30...900)
10 (3...20)
Menu: "Installateur/Instellingen/Warmtepomp ".
14 (5...20)
-60 (-200...-30)
60 (30...200)
*Het aantal mogelijke verwarmingskringen of
warmtepompen dat op het systeem kan worden aangesloten,
is afhankelijk van het besturingssysteem.
**De menubalk wordt getoond als actieve koeling
gedefinieerd is en wanneer "Geen buffer" wordt geselecteerd
in de menubalk "Samen verwarming/koeling tank" in het
menu "Installateur/Definiëren/Koelen".
89

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ecopart i608mEcopart i612mEcopart i616m

Inhoudsopgave