De printerdrivers openen
Besturingssystee
m
Windows XP,
Windows Vista,
Windows 7 en
Windows Server
2003
Mac OS X v10.3,
v10.4 en hoger
Software voor Macintosh-computers
De HP-installer biedt PPD-bestanden (PostScript
Extensions) en de HP Printer Utility voor gebruik met Macintosh-computers.
Gebruik bij netwerkaansluitingen de geïntegreerde webserver (EWS) om het apparaat te
configureren. Raadpleeg
De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen:
●
PPD-bestanden (PostScript Printer Description)
De PPD-bestanden bieden in combinatie met de Apple PostScript-printerdrivers toegang tot
apparaatfuncties. Gebruik de Apple PostScript-printerdriver die bij de computer is geleverd.
●
HP Printer Utility
10
Hoofdstuk 1 Basisinformatie
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma
wordt gesloten
1.
Klik in het menu Bestand
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik
vervolgens op
Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren.
Dit is de meeste voorkomende
procedure.
1.
Kies Print in het menu
Archief.
2.
Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende pop-
upmenu's.
Geïntegreerde webserver op pagina
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen
1.
Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.
Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
1.
Kies Print in het menu
Archief.
2.
Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende pop-
upmenu's.
3.
Klik in het pop-upmenu
Instellingen op Opslaan
als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het
menu Instellingen opgeslagen.
Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een
programma opent en wilt
afdrukken.
®
Printer Description), PDE's (Printer Dialog
11.
De configuratie-instellingen
van het apparaat wijzigen
1.
Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.
Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
1.
Klik in het menu Voltooi
van de Finder op
Programma's.
2.
Open Hulpprogramma's
en vervolgens
Printerconfiguratie.
3.
Klik op de afdrukwachtrij.
4.
Klik in het menu Printers
op Toon info.
5.
Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
OPMERKING:
Configuratie-
instellingen zijn mogelijk niet
beschikbaar in de Classic-
modus.
NLWW