Samenvatting van Inhoud voor HP LaserJet Enterprise 500 Color
Pagina 1
LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP Gebruikershandleiding M575...
Pagina 3
HP LaserJet Enterprise 500 color MFP M575 Gebruikershandleiding...
Pagina 4
Steel geen muziek. De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de Microsoft®, Windows®, Windows® XP en garantieverklaring die bij dergelijke Windows Vista® zijn in de Verenigde producten en services wordt geleverd. Niets...
Pagina 5
Inhoudsopgave 1 Inleiding ........................... 1 Productweergaven ........................2 Vooraanzicht van apparaat ..................2 Achteraanzicht van apparaat ..................3 Interfacepoorten ......................4 Locatie van serienummer en modelnummer ..............4 Bedieningspaneel ........................6 Beginscherm bedieningspaneel ................... 6 Het bedieningspaneel reinigen ................... 7 Help op het bedieningspaneel ..................
Pagina 6
Informatie over tonercartridges ................. 59 Tonercartridges recyclen ................60 Bewaren van tonercartridges ..............60 Beleid van HP ten aanzien van tonercartridges die niet van HP zijn ....60 De tonercartridges vervangen ................... 60 Tonerafvaleenheid ........................64 De tonerafvaleenheid vervangen ................64 Nieten (alleen modellen met een nieteenheid) ................
Pagina 7
5 Afdrukken ........................69 Ondersteunde printerdrivers (Windows) ..................70 HP Universal Print Driver (UPD) ................. 70 Installatiemodi UPD .................. 71 Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) ..............72 De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten ......................... 72 De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen ..........
Pagina 8
Een opgeslagen taak verwijderen ................107 Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) ..............109 HP ePrint gebruiken ......................110 De HP ePrint Mobile-driver gebruiken ..................111 Apple AirPrint gebruiken ....................... 112 HP Smart Print gebruiken (Windows) ..................113 Direct afdrukken via USB ...................... 114 Documenten direct via USB afdrukken ..............
Pagina 9
Modus Job Build gebruiken ....................138 Een boek kopiëren ....................... 139 Een foto kopiëren ......................... 141 7 Scannen/verzenden ...................... 143 Instellen functies voor scannen/verzenden ................144 Standaardinstellingen voor scannen/verzenden veranderen vanaf het bedieningspaneel ....146 Gescande documenten naar een netwerkmap verzenden ............148 Gescande documenten naar een map in het apparaatgeheugen verzenden ........
Pagina 10
IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ....201 Geïntegreerde webserver van HP ................... 202 De geïntegreerde webserver van HP openen ............202 Functies van de geïntegreerde webserver van HP ............203 Tabblad Informatie ................. 203 Tabblad Algemeen ................. 204 Tabblad Kopiëren/Afdrukken ..............
Pagina 11
Een systeemwachtwoord instellen ................215 Ondersteuning van codering: HP High Performance Secure Hard Disks ....... 216 De behuizing van de formatter vergrendelen ............216 De apparaatfirmware bijwerken .................... 217 10 Problemen oplossen ....................219 Controlelijst voor het oplossen van problemen ................. 220 Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ............
Pagina 12
Een andere printerdriver proberen ................247 De uitlijning van afzonderlijke laden instellen ............248 De kopieerkwaliteit verbeteren ....................249 Controleer de glasplaat van de scanner op viezigheid ..........249 De scanner kalibreren .................... 250 Papierinstellingen controleren ................. 251 De papiersoort en het configuratietype controleren ........251 De lade selecteren voor het maken van kopieën .........
Pagina 13
Het apparaat is niet goed aangesloten ..............270 De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat ......270 De computer kan niet met het apparaat communiceren ..........271 Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk ......................
Pagina 15
Inleiding Productweergaven ● Bedieningspaneel ● Apparaatrapporten ● NLWW...
Pagina 16
Productweergaven Vooraanzicht van apparaat Vergrendeling van documentinvoerklep (toegang voor het verhelpen van storingen) Invoerlade documentinvoer Uitvoerbak documentinvoer Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm (kan worden gekanteld voor betere weergave) Knop Home (om terug te keren naar het beginscherm) OPMERKING: De knop bevindt zich aan de zijkant van het bedieningspaneel. Nieteenheid (alleen bij de M575f) Hendel voor de rechterklep (toegang voor het verhelpen van papierstoringen) Lade 1...
Pagina 17
Hardware-integratiepocket (voor het aansluiten van apparatuur van derden) USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer Scannerhandgreep (om het deksel van de scanner te openen) Achteraanzicht van apparaat Formatter (bevat de interfacepoorten) Voedingsaansluiting Sleuf voor kabelslot Productweergaven NLWW...
Pagina 18
Interfacepoorten Faxpoort USB-poort voor het aansluiten van externe USB-apparaten (er bevindt zich mogelijk een afdekklepje op deze poort) Snelle USB 2.0-afdrukpoort Ethernetpoort (RJ-45) voor LAN (Local Area Network) Foreign Interface Harness-poort voor het aansluiten van apparaten van derden Locatie van serienummer en modelnummer Het modelnummer en het serienummer staan op een identificatielabel op de achterzijde van het apparaat.
Pagina 19
Modelnaam Modelnummer M575dn CD644A M575f CD645A Productweergaven NLWW...
Pagina 20
Home te drukken. OPMERKING: HP geeft regelmatig updates uit voor functies die beschikbaar zijn in de firmware van het apparaat. Upgrade de productfirmware voor de meest actuele functies. Om het meest recente upgradebestand voor de firmware te downloaden, gaat u naar www.hp.com/go/...
Pagina 21
Veld Aantal In het veld Aantal ziet u hoeveel kopieën er zullen worden gemaakt. Schuifbalk Raak de pijlen omhoog of omlaag op de schuifbalk aan om een volledige lijst van beschikbare functies te zien. Functies Afhankelijk van de configuratie van het apparaat, kunnen de volgende functies hier worden weergegeven: Quick Sets ●...
Pagina 22
U kunt een rapport van het volledige menu Beheer afdrukken of weergeven, zodat u eenvoudiger naar de gewenste instellingen kunt gaan. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Rapporten ● Configuratie-/statuspagina's ● Selecteer de optie Menustructuur Beheer.
Pagina 23
HP biedt schattingen van de resterende levensduur van de benodigdheden als service aan de klant. De daadwerkelijke resterende niveaus kunnen afwijken van de schattingen.
Pagina 24
CMYK-voorbeelden Drukt kleurstalen af voor verschillende CMYK-waarden. Gebruik de stalen als een leidraad voor het matchen van afgedrukte kleuren. PCL-lettertypelijst Drukt de beschikbare PCL-fonts af. PS-lettertypenlijst Drukt de beschikbare HP postscript level 3- emulatielettertypen af. Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW...
Pagina 25
Het apparaat aansluiten en de software installeren Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren ● (Windows) Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren ● (Windows) Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac) ●...
Pagina 26
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Windows) Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m (6,5 ft) te gebruiken.
Pagina 27
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Windows) Het IP-adres configureren Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Klaar wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. Wacht 60 seconden voor u doorgaat.
Pagina 28
Zoek het IP-adres op de pagina Jetdirect. Jetdirect Page HP Color LaserJet Page 1 IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren. Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt.
Pagina 29
Selecteer in de lijst met beschikbare apparaten het apparaat met het juiste IP-adres. Als het apparaat niet in de lijst staat, voert u het IP-adres, de hostnaam of het hardwareadres van het apparaat handmatig in. Klik aan het eind van de installatie op de knop Voltooien of klik op de knop Meer opties om meer software te installeren of algemene functies voor digitale verzending voor het product te configureren.
Pagina 30
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac) Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m (6,5 ft) te gebruiken.
Pagina 31
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Mac) Het IP-adres configureren Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Klaar wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. Wacht 60 seconden voor u doorgaat.
Pagina 32
Zoek het IP-adres op de pagina Jetdirect. Jetdirect Page HP Color LaserJet Page 1 IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren. Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt.
Pagina 33
Voer de volgende stappen uit als u IP Printing gebruikt: Klik op het tabblad IP-printer. Kies HP Jet Direct - Socket in de vervolgkeuzelijst Protocol. Dit is de aanbevolen instelling voor HP-apparaten. Typ in het scherm voor het toevoegen van de printer het IP-adres in het veld Adres.
Pagina 34
Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten en de software installeren NLWW...
Pagina 35
Invoerladen en uitvoerbakken Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten ● Laden configureren ● Alternatieve briefhoofdmodus ● Lade 1 ● Lade 2 ● Optionele lade 3 ● Standaard uitvoerbak ● De nieteenheid gebruiken (alleen modellen met de nieteenheid) ● NLWW...
Pagina 36
Ondersteunde papierformaten OPMERKING: Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken. Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Automatisch (optioneel) dubbelzijdig afdrukken (duplex) Letter 216 x 279 mm...
Pagina 37
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Automatisch (optioneel) dubbelzijdig afdrukken (duplex) 127 x 203 mm 105 x 148 mm Briefkaart (JIS) 100 x 148 mm3,9 x 5,8 inch Dubbele briefkaart (JIS) 200 x 148 mm 184 x 260 mm 195 x 270 mm 197 x 273 mm...
Pagina 38
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Automatisch (optioneel) dubbelzijdig afdrukken (duplex) Monarch-envelop 98 x 191 mm Aangepast 76 x 127 mm tot 216 x 356 mm Aangepast 148 x 210 mm tot 216 x 297 mm Aangepast 148 x 210 mm tot 216 x 356 mm Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakken...
Pagina 39
Ondersteunde papiersoorten Ga naar www.hp.com/support/lj500colorMFPM575 voor een compleet overzicht van specifieke HP- papiersoorten die dit apparaat ondersteunt. OPMERKING: Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken. Papiersoort Lade 1...
Pagina 40
Lade 3 Automatisch Lade 2 (optioneel) dubbelzijdig afdrukken (duplex) HP Mat 105 g/m HP Mat 120 g/m HP Mat 160 g/m HP Mat 200 g/m HP Zachtglanzend 120 g/m HP Glanzend 130 g/m HP Glanzend 160 g/m HP Glanzend 220 g/m De stapelhoogte voor lade 2 is 100 vellen voor glanzend papier en 20 mm voor kort papier (A5, A6, 10x15 en liggend).
Pagina 41
Laden configureren In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat: Wanneer u papier in de lade plaatst ● Wanneer u via de printerdriver of een softwareprogramma een bepaalde lade of papiersoort ● opgeeft voor een afdruktaak en de configuratie van de lade niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak OPMERKING:...
Pagina 42
Een lade configureren via het bedieningspaneel U kunt de soort en het formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt op het product. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Laden aan. Raak de regel aan voor de lade die u wilt configureren, en raak vervolgens de knop Wijzigen aan.
Pagina 43
Alternatieve briefhoofdmodus Met de functie Alternatieve briefhoofdmodus kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor alle afdruk- en kopieertaken op dezelfde manier in de lade plaatsen, of u nu enkelzijdige of dubbelzijdige afdrukken of kopieën maakt. In deze modus plaatst u het papier op dezelfde manier als bij automatisch dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 44
Lade 1 Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Pagina 45
Tabel 3-3 Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg) Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Papier plaatsen Alternatieve Alternatieve briefhoofdmodus briefhoofdmodus uitgeschakeld ingeschakeld Dubbelzijdig Afdrukzijde boven Afdrukzijde boven afdrukken Onderrand in de richting van de Onderrand in de richting van de printer printer Liggend...
Pagina 46
Tabel 3-3 Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg) Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Papier plaatsen Alternatieve Alternatieve briefhoofdmodus briefhoofdmodus uitgeschakeld ingeschakeld Enveloppen Lange rand van de Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden Niet van toepassing envelop invoeren in Bovenrand in de richting van de het apparaat printer Korte rand van de...
Pagina 47
Trek het verlengstuk van de lade uit. Klap het verlengstuk van de lade uit om het papier te ondersteunen en schuif de zijgeleiders open. Plaats het papier met de te bedrukken zijde omlaag zo in de lade dat de korte bovenrand als eerste wordt ingevoerd in het apparaat.
Pagina 48
Zorg dat de stapel onder de lipjes op de geleiders past en niet boven de indicatoren voor het maximale papierniveau uitkomt. Stel de zijgeleiders zo in dat deze het papier licht raken maar dat het hierdoor niet buigt. Enveloppen afdrukken Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw toepassing of in het printdriver de afdrukstand Liggend opgeven.
Pagina 49
Als u zelf wilt bepalen welke papiersoort wordt gebruikt, selecteert u een specifieke papiersoort in de taak of configureert u de lade voor een specifieke papiersoort. Instellingen autodetectie Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ●...
Pagina 50
Lade 2 Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Pagina 51
Tabel 3-5 Afdrukstand van het papier in lade 2 (vervolg) Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Papier plaatsen Alternatieve Alternatieve briefhoofdmodus briefhoofdmodus uitgeschakeld ingeschakeld Dubbelzijdig Afdrukzijde beneden Afdrukzijde beneden afdrukken Bovenrand aan de linkerkant van Bovenrand aan de linkerkant van de lade de lade Liggend...
Pagina 52
Lade 2 vullen Deze lade kan maximaal 250 vel papier met een gewicht van 75 g/m bevatten. Als het papier zwaarder is, kan de lade minder vellen bevatten. Plaats niet te veel papier in de lade. VOORZICHTIG: Druk vanuit lade 2 geen enveloppen, etiketten, briefkaarten of niet-ondersteunde papierformaten af.
Pagina 53
Schuif de lade terug in het apparaat. Op het bedieningspaneel wordt de soort en het formaat van het papier voor de lade weergegeven. Als de configuratie niet juist is, volgt u de instructies op het bedieningspaneel om het formaat of de soort te wijzigen. Voor papier van een niet-standaardformaat moet u de afmetingen X en Y van het papier opgeven...
Pagina 54
Instellingen autodetectie Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ● Afdrukkwaliteit ● Autodetectie-instellingen ● Selecteer een van de modi voor automatische detectie. Uitgebreide herkenning Van de eerste vellen die worden opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het licht papier, normaal papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een OPMERKING: Dit is de...
Pagina 55
Optionele lade 3 Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Pagina 56
Tabel 3-7 Afdrukstand van het papier in lade 3 (vervolg) Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Papier plaatsen Alternatieve Alternatieve briefhoofdmodus briefhoofdmodus uitgeschakeld ingeschakeld Dubbelzijdig Afdrukzijde beneden Afdrukzijde beneden afdrukken Bovenrand aan de linkerkant van Bovenrand aan de linkerkant van de lade de lade Liggend...
Pagina 57
Lade 3 vullen Deze lade kan maximaal 500 vel papier met een gewicht van 75 g/m bevatten. Als het papier zwaarder is, kan de lade minder vellen bevatten. Plaats niet te veel papier in de lade. VOORZICHTIG: Druk vanuit lade 3 geen enveloppen, briefkaarten of niet-ondersteunde papierformaten af.
Pagina 58
Schuif de lade in het apparaat. Op het bedieningspaneel wordt de soort en het formaat van het papier voor de lade weergegeven. Als de configuratie niet juist is, volgt u de instructies op het bedieningspaneel om het formaat of de soort te wijzigen. Voor papier van een niet-standaardformaat moet u de afmetingen X en Y van het papier opgeven...
Pagina 59
Instellingen autodetectie Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ● Afdrukkwaliteit ● Autodetectie-instellingen ● Selecteer een van de modi voor automatische detectie. Uitgebreide herkenning Van de eerste vellen die worden opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het licht papier, normaal papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een OPMERKING: Dit is de...
Pagina 60
Standaard uitvoerbak De uitvoerbak bevindt zich onder de documentinvoer en kan maximaal 250 vellen papier van 75 g/m bevatten. Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakken NLWW...
Pagina 61
De nieteenheid gebruiken (alleen modellen met de nieteenheid) Activeer het nietmechanisme door papier in de nieteenheid te plaatsen. Plaats maximaal 20 vellen papier met een gewicht van maximaal 75 g/m in de sleuf in de klep van de nietmachine. Plaats minder vellen in de nieteenheid als het papier zwaarder is dan 75 g/m VOORZICHTIG:...
Pagina 62
Wacht totdat de vellen zijn geniet door de nieteenheid. Wanneer het papier volledig in de sleuf van de nieteenheid wordt geplaatst, wordt het nietmechanisme geactiveerd. Haal het geniete papier uit de sleuf. OPMERKING: Als u het papier niet kunt verwijderen na het nieten, opent u de klep van de nietmachine voorzichtig en schuift u het document naar buiten.
Pagina 63
Onderdelen, benodigdheden en accessoires Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ● Anti-namaakwebsite van HP ● Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ● Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen ●...
Pagina 64
Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP. Bestellen met software van HP De geïntegreerde webserver van HP bevat een koppeling naar de website SureSupply van HP. Hier vindt u mogelijkheden voor het aanschaffen van originele HP-benodigdheden. Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoires...
Pagina 65
Het gebruik van tonercartridges die niet van HP zijn, of het gebruik van nagevulde tonercartridges in printerproducten van HP heeft geen invloed op de garantie die aan de klant is gegeven of op ondersteuningsovereenkomsten van HP die met de klant zijn afgesloten. Als problemen...
Pagina 66
HP hebt geïnstalleerd en er een melding op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen.
Pagina 67
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt <Kleur> <Onderdeel> Leeg Dit bericht wordt weergegeven als een onderdeel bijna het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. <Kleur> is de kleur is van het onderdeel en <Onderdeel> het type van het onderdeel.
Pagina 68
Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen U kunt de standaardinstellingen op elk moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw in te schakelen wanneer u een nieuwe cartridge installeert. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 69
Als een HP-onderdeel vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP voor het desbetreffende onderdeel beëindigd. Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen NLWW...
Pagina 70
Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht, kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd. ● U kunt de reparatie ook laten uitvoeren door servicemedewerkers van HP maar dan worden kosten in rekening gebracht. Voor deze onderdelen wordt onder uw HP-productgarantie geen ondersteuning ter plekke of reparatie in de werkplaats aangeboden.
Pagina 71
Tabel 4-1 Zelfreparatie-onderdelen voor de klant (vervolg) Artikel Omschrijving Instructies voor zelf Nummer vervangen Kit voor secundaire Vervangende rol voor lade 2 Verplicht CD644-67914 overdrachtsrol Kit voor Intermediate Transfer Vervangende ITB Verplicht CD644-67908 Belt (ITB) Kit voor tonerafvaleenheid Vervangende tonerafvaleenheid Verplicht CE254A Kit voor achterplaat van schuim...
Pagina 72
Accessoires Artikel Omschrijving Onderdeelnummer HP Color LaserJet 1 x papierinvoer voor Papierinvoerlade voor 500 vel CF084A 500 vel (optionele lade 3) HP LaserJet MFP analoog faxaccessoire Biedt faxfunctionaliteit voor het CC478-67901 apparaat. Meegeleverd met de M575f. Kast voor HP LaserJet-printer...
Pagina 73
CE400A standaardcapaciteit Zwarte tonercartridge met hoge 507X CE400X capaciteit Cyaan tonercartridge 507A CE401A Gele tonercartridge 507A CE402A Magenta tonercartridge 507A CE403A Milieuvriendelijke functies: Recycle uw tonercartridges met behulp van het HP Planet Partners- programma voor retournering en recycling. Tonercartridges NLWW...
Pagina 74
Plaats de gebruikte tonercartridge in de doos waarin u de nieuwe cartridge hebt ontvangen om deze te recyclen. Stuur het gebruikte onderdeel met het bijgesloten retouretiket naar HP voor recycling. Voor informatie over hergebruik raadpleegt u de gids voor hergebruik die bij elk nieuw onderdeel van HP wordt geleverd.
Pagina 75
Open de voorklep. Controleer of de klep volledig is geopend. Trek de gebruikte tonercartridge aan de greep uit het apparaat. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Tonercartridges NLWW...
Pagina 76
Pak beide uiteinden van de tonercartridge vast en verdeel de toner in de tonercartridge door voorzichtig heen en weer te schudden. Verwijder de plastic bescherming van de tonercartridge. VOORZICHTIG: Vermijd langdurige blootstelling aan licht. VOORZICHTIG: Raak de groene roller niet aan.
Pagina 77
Lijn de tonercartridge uit met de houder en schuif de tonercartridge in het product totdat u een klik hoort. Sluit de voorklep. Tonercartridges NLWW...
Pagina 78
OPMERKING: Wanneer u documenten afdrukt waarbij veel toner wordt verbruikt, kan de tonerafvaleenheid snel vol raken. HP raadt u aan om een extra tonerafvaleenheid bij de hand te hebben wanneer u dergelijke documenten afdrukt. Open de voorklep. Controleer of de klep volledig is geopend.
Pagina 79
Plaats de meegeleverde blauwe dop over de blauwe opening aan de bovenkant van de eenheid. Haal de nieuwe tonerafvaleenheid uit de verpakking. Tonerafvaleenheid NLWW...
Pagina 80
Plaats de nieuwe eenheid met de onderkant eerst in het apparaat en duw vervolgens tegen de bovenkant van de eenheid totdat deze op zijn plaats klikt. Sluit de voorklep. OPMERKING: Als de tonerafvaleenheid niet goed wordt geïnstalleerd, kan de voorklep niet volledig worden gesloten.
Pagina 81
Nummer Nietcassette Verpakking van twee nietcassettes. Elke Q7432A cassette bevat 1500 ongevormde nietjes. Ga naar www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie. Nietjes plaatsen Open de klep van de nietmachine. OPMERKING: Als u de klep van de nieteenheid opent, wordt het apparaat uitgeschakeld.
Pagina 82
Plaats een nieuwe nietcassette in de opening achter het klepje van de nieteenheid. Sluit de klep van de nietmachine. Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoires NLWW...
Pagina 83
Afdrukken in kleur ● Afdruktaken opslaan op het apparaat ● Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) ● HP ePrint gebruiken ● De HP ePrint Mobile-driver gebruiken ● Apple AirPrint gebruiken ● HP Smart Print gebruiken (Windows) ● Direct afdrukken via USB ●...
Pagina 84
PCL 5 HP Universal Print Driver (UPD) De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die u vanaf elke locatie rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-apparaat, zonder dat u afzonderlijke drivers hoeft te...
Pagina 85
De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert. De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te geven.
Pagina 86
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het product en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op...
Pagina 87
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen wilt wijzigen.
Pagina 88
Afdruktaken (Windows) Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 89
Selecteer een van de snelkoppelingen. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Pagina 90
Klik op het tabblad Snelkoppelingen. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren.
Pagina 91
Klik op de knop Opslaan als. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
Pagina 92
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Afwerking. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 93
Vink het vakje Dubbelzijdig afdrukken aan. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
Pagina 94
Klik op het tabblad Afwerking. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 95
Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukstand. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. De afdrukrichting selecteren (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
Pagina 96
Klik op het tabblad Afwerking. Selecteer in het gebied Afdrukstand de optie Staand of Liggend. Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u 180 graden draaien. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Pagina 97
De papiersoort selecteren (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer..Afdruktaken (Windows) NLWW...
Pagina 98
Vouw de lijst Type is: uit. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 99
Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
Pagina 100
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de optie Pagina's op ander papier afdrukken en vervolgens op de knop Instellingen. Selecteer in het gebied Pagina's in document de optie Eerste of Laatste. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 101
Selecteer de juiste opties in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 en selecteert u de opties voor de andere pagina.
Pagina 102
Klik op de knop OK. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
Pagina 103
Klik op het tabblad Effecten. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. Afdruktaken (Windows) NLWW...
Pagina 104
Een brochure maken (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaaten klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Afwerking. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 105
Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op de optie Links binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Pagina 106
Afdruktaken (Mac OS X) Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken. Klik op de knop Afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
Pagina 107
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en klik op het menu Lay-out. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel wilt afdrukken.
Pagina 108
Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie Standaard in het menu Type voorblad als u een leeg voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop Afdrukken. Een document aanpassen aan paginagrootte (Mac OS X) Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
Pagina 109
Geavanceerde afdruktaken (Windows) Een afdruktaak annuleren (Windows) OPMERKING: Als de afdruktaak zich al te ver in het afdrukproces bevindt, kan deze mogelijk niet meer worden geannuleerd. U kunt taken tijdens het afdrukken annuleren door deze procedure te volgen op het bedieningspaneel van het product: Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Stoppen aan.
Pagina 110
Klik op de knop OK. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. Een aangepast papierformaat selecteren (Windows) Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Pagina 111
Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren (Mac OS X) OPMERKING: Als de afdruktaak zich al te ver in het afdrukproces bevindt, kan deze mogelijk niet meer worden geannuleerd. U kunt taken tijdens het afdrukken annuleren door deze procedure te volgen op het bedieningspaneel van het product: Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Stoppen aan.
Pagina 112
Watermerken afdrukken (Mac OS X) Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en klik op het menu Watermerken. Selecteer in het menu Modus de optie Watermerk.
Pagina 113
De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in zowel de HP PCL 6-printerdriver als de HP Mac Postscript-printerdriver, zodat u kleuren niet handmatig hoeft aan te passen. Als u de optie wilt uitschakelen zodat u de kleurinstellingen handmatig kunt aanpassen, selecteert u het tabblad Kleur in de Windows-driver of het tabblad Kwaliteit/kleuropties in de Mac-driver en klikt u op het selectievakje HP EasyColor om het uit te schakelen.
Pagina 114
Aangepast profiel: Selecteer deze optie als u een aangepast invoerprofiel wilt gebruiken ● om de kleurweergave nauwkeurig te kunnen sturen (bijvoorbeeld om een andere HP LaserJet- kleurenprinter te emuleren). Aangepaste profielen kunt u downloaden van www.hp.com. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Pagina 115
Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en klik op het menu Kleuropties. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit. Open de instellingen voor Geavanceerd. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
Pagina 116
Kleuren afstemmen Het afstemmen van de afdrukkleuren op de kleuren op het computerbeeldscherm is een heel ingewikkeld proces, omdat voor het produceren van kleuren op printers en computermonitoren verschillende methoden worden gebruikt. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw);...
Pagina 117
Kleurstalen afdrukken Als u kleurstalen gebruikt, moet u de kleurstaal selecteren die het best overeenstemt met de gewenste kleur. Gebruik de kleurwaarde van de kleurstaal in het softwareprogramma om het object te beschrijven dat u wilt afstemmen. Afdrukkleuren kunnen afwijken afhankelijk van de gebruikte papiersoort en het softwareprogramma.
Pagina 118
Afdruktaken opslaan op het apparaat Een opgeslagen taak maken (Windows) U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze kunt afdrukken wanneer het u uitkomt. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Taakopslag.
Pagina 119
Selecteer een optie voor Modus taakopslag. Controleren en vasthouden: Er wordt ● één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. Persoonlijke taak: De taak wordt pas ● afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van het apparaat.
Pagina 120
Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast. en voert u de gebruikersnaam of taaknaam in. Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam: Gebruik taaknaam + (1-99): Voeg ●...
Pagina 121
Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak afdrukken en vervolgens een ● exemplaar van de taak opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat u de taak later nogmaals kunt afdrukken. Opgeslagen taak: Een taak opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de ●...
Pagina 122
Selecteer de naam van de opdracht en raak vervolgens de knop Verwijderen aan. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op en raakt u vervolgens de knop Verwijderen aan. Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW...
Pagina 123
Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) Er kan aan het begin van elke afdruktaak een lege pagina worden ingevoegd, zodat u de taken gemakkelijker kunt sorteren. OPMERKING: Met de volgende procedure wordt deze instelling voor alle afdruktaken ingeschakeld. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
Pagina 124
HP ePrint gebruiken Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen. OPMERKING: Het product moet worden verbonden met een netwerk en beschikken over internettoegang om HP ePrint te gebruiken.
Pagina 125
HP ePrint-functionaliteit. Nadat u de driver hebt geïnstalleerd, kiest u in de toepassing die u op dat moment gebruikt de optie Afdrukken en selecteert u vervolgens HP ePrint Mobile in de lijst met geïnstalleerde printers. Met deze driver kunt u gemakkelijk de apparaten met HP ePrint - functionaliteit vinden die zijn geregistreerd bij uw ePrintCenter-account.
Pagina 126
● Selecteer externe toepassingen. ● Om AirPrint te gebruiken, moet het product zijn verbonden met een netwerk. Ga voor meer informatie over het gebruik van AirPrint en welke HP-products compatibel zijn met AirPrint naar www.hp.com/go/ airprint. OPMERKING: Het kan nodig zijn de product-firmware te upgraden om AirPrint te gebruiken. Ga naar www.hp.com/go/lj500colorMFPM575_firmware.
Pagina 127
HP Smart Print gebruiken (Windows) Gebruik HP Smart Print om een bepaald gedeelte van een website af te drukken. U kunt kopteksten, voetteksten en advertenties verwijderen, zodat u alleen relevante informatie afdrukt. In de toepassing wordt automatisch het gedeelte van de website geselecteerd dat u hoogstwaarschijnlijk wilt afdrukken.
Pagina 128
Direct afdrukken via USB Met dit apparaat kunt u documenten direct via de USB-poort afdrukken. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder deze via de computer te verzenden. De USB-poort aan de voorzijde van het apparaat is geschikt voor standaard-USB-flashstations. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: .pdf ●...
Pagina 129
Als u het aantal exemplaren wilt aanpassen, raakt u het veld Aantal aan. Stel vervolgens het aantal exemplaren in met behulp van het toetsenblok. Raak de knop Start aan om het document af te drukken. Direct afdrukken via USB NLWW...
Pagina 131
Kopie Nieuwe standaardinstellingen voor kopiëren instellen ● Standaardinstellingen voor kopiëren herstellen ● Eén kopie maken ● Meerdere kopieën maken ● Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ● Kopieertaken sorteren ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Kopieën verkleinen of vergroten ● Kleurenkopieën of zwart-witkopieën maken ●...
Pagina 132
Nieuwe standaardinstellingen voor kopiëren instellen In het menu Beheer kunt u de standaardinstellingen voor alle kopieertaken configureren. De meeste instellingen kunt u voor een afzonderlijke taak zo nodig negeren. Als de taak is uitgevoerd, wordt het apparaat weer op de standaardinstellingen ingesteld. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 133
Menuoptie Omschrijving Formaat origineel Met de functie Formaat origineel stelt u het paginaformaat van het originele document in. Brochure-indeling Met de functie Brochure-indeling kunt u twee of meer pagina's op één vel papier kopiëren, zodat u de vellen in het midden tot een boekje kunt vouwen. Het apparaat zorgt ervoor dat de pagina's in de juiste volgorde komen te liggen.
Pagina 134
Standaardinstellingen voor kopiëren herstellen Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ● Fabrieksinstellingen herstellen ● Selecteer het vakje Kopie en raak vervolgens de knop Terugzetten aan. In een bevestigingsbericht wordt gemeld dat het uitvoeren van de herstelfunctie kan leiden tot gegevensverlies.
Pagina 135
Eén kopie maken Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Start aan.
Pagina 136
Meerdere kopieën maken Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan.
Pagina 137
Voer het aantal exemplaren in en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start aan. Meerdere kopieën maken NLWW...
Pagina 138
Een origineel met meerdere pagina's kopiëren In de documentinvoer kunt u maximaal 50 pagina's plaatsen (afhankelijk van de dikte van de pagina's). Plaats het document in de documentinvoer met de afdrukkant naar boven. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie...
Pagina 139
Voer het aantal exemplaren in en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start aan. Een origineel met meerdere pagina's kopiëren NLWW...
Pagina 140
Kopieertaken sorteren Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Sorteren aan. Hoofdstuk 6 Kopie NLWW...
Pagina 141
Raak de optie Sorteren aan (sets in paginavolgorde) aan. Raak de knop aan. Raak de knop Start aan. Kopieertaken sorteren NLWW...
Pagina 142
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) Automatisch dubbelzijdig kopiëren Plaats de originele documenten in de documentinvoer met de afdrukkant van de eerste pagina omhoog en met de bovenkant van de pagina als eerste. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan.
Pagina 143
Raak de knop enkelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan om een dubbelzijdige kopie te maken van een enkelzijdig origineel. Raak de knop Dubbelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan om een dubbelzijdige kopie te maken van een dubbelzijdig origineel. Raak de knop Dubbelzijdig origineel, enkelzijdige uitvoer aan om een enkelzijdige kopie te maken van een dubbelzijdig...
Pagina 144
Sluit het deksel van de scanner voorzichtig. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Zijden aan. Raak om een dubbelzijdige kopie van een enkelzijdig origineel te maken de knop enkelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan.
Pagina 145
Kopieën verkleinen of vergroten Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Vergroten/verkleinen aan. Kopieën verkleinen of vergroten NLWW...
Pagina 146
Selecteer een van de gedefinieerde percentages of raak het veld Schalen aan en typ een percentage tussen 25 en 200 wanneer u de documentinvoer gebruikt, of tussen 25 en 400 wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. Raak de knop aan. U kunt ook de volgende opties selecteren: Auto: Het apparaat schaalt de afbeelding ●...
Pagina 147
Kleurenkopieën of zwart-witkopieën maken Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Kleur/zwart aan. Selecteer de kleuroptie die u wilt gebruiken en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start aan. Kleurenkopieën of zwart-witkopieën maken NLWW...
Pagina 148
Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Optimaliseer de kopieertaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Meer opties en vervolgens de knop Tekst/afbeelding optimaliseren aan.
Pagina 149
Kopiëren lichter of donkerder maken Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Afbeelding aanpassen aan. Kopiëren lichter of donkerder maken NLWW...
Pagina 150
Verplaats de schuifknoppen om de niveaus voor Donkerheid, Contrast, Scherpte Achtergrond opruimen aan te passen. Raak de knop aan. Raak de knop Start aan. Hoofdstuk 6 Kopie NLWW...
Pagina 151
Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op speciaal papier Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak de knop Papierselectie aan. Selecteer de lade met het papier dat u wilt gebruiken en raak vervolgens de knop aan.
Pagina 152
Modus Job Build gebruiken Gebruik de functie Taak creëren om meerdere sets originele documenten te combineren tot één kopieertaak. Gebruik deze functie ook om een origineel document te kopiëren dat uit meer pagina´s bestaat dan de documentinvoer in één keer kan verwerken. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat.
Pagina 153
Een boek kopiëren Open het deksel van de scanner. Plaats het boek op de glasplaat van de scanner en zorg dat de rug van het boek gelijk ligt met het merkteken dat zich ter hoogte van het midden aan de achterkant van de glasplaat bevindt.
Pagina 154
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Start aan. Herhaal deze stappen voor elke pagina die u wilt kopiëren. OPMERKING: Dit apparaat kan geen onderscheid maken tussen linker- en rechterpagina´s. Verzamel de gekopieerde pagina´s. Hoofdstuk 6 Kopie NLWW...
Pagina 155
Een foto kopiëren Foto's kopiëren vanaf de scannerglasplaat. Open het deksel van de scanner. Plaats de foto op de glasplaat van de scanner met de afbeeldingszijde naar beneden en de linkerbovenhoek van de foto in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Sluit het deksel van de scanner voorzichtig.
Pagina 156
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopie aan. Raak onderaan de pagina de knop Meer opties aan. Raak de knop Tekst/afbeelding optimaliseren aan. Selecteer de optie Foto en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start aan.
Pagina 157
Scannen/verzenden Instellen functies voor scannen/verzenden ● Standaardinstellingen voor scannen/verzenden veranderen vanaf het bedieningspaneel ● Gescande documenten naar een netwerkmap verzenden ● Gescande documenten naar een map in het apparaatgeheugen verzenden ● Gescande documenten naar een USB-flashstation verzenden ● Een gescand document naar een of meer e-mailadressen verzenden ●...
Pagina 158
HP inschakelt. OPMERKING: Klik voor meer informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver van HP op de Help-link in de rechterbovenhoek van elke geïntegreerde webserverpagina. Open een webpagina en typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk.
Pagina 159
Selecteer in het volgende scherm het type map voor de Quick Set en klik op de knop Volgende. Ga door de volgende schermen en selecteer de standaardopties die u wilt toepassen op de Quick Set. Controleer de instellingen in het scherm Overzicht en klik op de knop Voltooien. Schakel de functie Opslaan op USB Klik op de koppeling Opslaan naar USB instellen.
Pagina 160
Standaardinstellingen voor scannen/verzenden veranderen vanaf het bedieningspaneel Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open het menu Instellingen voor scannen/ digitaal verzenden. Hoofdstuk 7 Scannen/verzenden NLWW...
Pagina 161
Selecteer de categorie instellingen voor scannen en verzenden die u wilt configureren. Open het menu Standaard taakopties en stel de opties in. Raak de knop Opslaan aan om de instellingen op te slaan. Standaardinstellingen voor scannen/verzenden veranderen vanaf het bedieningspaneel NLWW...
Pagina 162
U moet wellicht aangemeld zijn op het apparaat om deze functie te kunnen gebruiken. De systeembeheerder kan met behulp van de geïntegreerde webserver van HP de vooraf gedefinieerde Quick Sets-mappen configureren. U kunt ook het pad opgeven naar een andere netwerkmap.
Pagina 163
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Opslaan naar netwerkmap aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. Wanneer u een van de vooraf gedefinieerde taakinstellingen wilt gebruiken, selecteert u een van de items in de lijst met Quick Sets.
Pagina 164
Wanneer u de instellingen van het document wilt configureren, raakt u de knop Meer opties aan. Raak de knop Start aan om het bestand op te slaan. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Pagina 165
Gescande documenten naar een map in het apparaatgeheugen verzenden Volg deze procedure om een document te scannen en het op het apparaat op te slaan zodat u op elk gewenst moment exemplaren kunt afdrukken. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in...
Pagina 166
Gescande documenten naar een USB-flashstation verzenden Het apparaat kan een bestand scannen en dit opslaan in een map op een USB-flashstation. OPMERKING: U moet wellicht aangemeld zijn op het apparaat om deze functie te kunnen gebruiken. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in...
Pagina 167
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Opslaan op USB aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. Selecteer een van de mappen in de lijst of raak de knop Nieuwe map aan om een nieuwe map op het USB-flashstation te maken.
Pagina 168
Wanneer u de instellingen van het document wilt configureren, raakt u de knop Meer opties aan. Raak de knop Start aan om het bestand op te slaan. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Pagina 169
Een gescand document naar een of meer e- mailadressen verzenden Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat.
Pagina 170
Om naar meerdere adressen te verzenden, scheidt u de adressen met een puntkomma of raakt u de toets Enter aan op het bedieningspaneel na elk adres dat u hebt ingevoerd. Vul de velden CC:, Onderwerp: Bestandsnaam: in door het veld aan te raken en gegevens in te voeren met het toetsenblok op het aanraakscherm.
Pagina 171
Raak de knop Start aan om het verzenden te starten. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken. Voor meer informatie over deze functie raakt u in het voorbeeldscherm de knop Help aan.
Pagina 172
Wanneer u niet bent aangemeld op het apparaat, zullen contactpersonen die u toevoegt aan het adresboek zichtbaar zijn voor alle mensen die het apparaat gebruiken. OPMERKING: U kunt ook de geïntegreerde webserver van HP (EWS) gebruiken om het adresboek te creëren en te beheren. Raak in het beginscherm van het...
Pagina 173
Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek openen. Raak toevoegen aan in de linkeronderhoek van het scherm. Het adresboek gebruiken voor het verzenden van e-mail NLWW...
Pagina 174
Geef in het veld Naam de naam van de contactpersoon op. Selecteer in de menulijst de optie E-mailadres en geef vervolgens het e-mailadres van de contactpersoon op. Raak de knop aan om de contactpersoon toe te voegen aan de lijst. Een document naar e-mail verzenden met het adresboek Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of...
Pagina 175
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek openen. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst het adresboekoverzicht dat u wilt gebruiken.
Pagina 176
Selecteer een naam uit de lijst met contactpersonen en raak vervolgens de knop pijltje naar rechts Adresboek aan om de naam toe te voegen aan de ontvangerslijst. Herhaal deze stap voor elke ontvanger en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start om het verzenden te starten.
Pagina 177
Een foto scannen Open het deksel van de scanner. Plaats de foto op de glasplaat van de scanner met de afbeeldingszijde naar beneden en de linkerbovenhoek van de foto in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Sluit het deksel van de scanner voorzichtig. Een foto scannen NLWW...
Pagina 178
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat een van de knoppen voor de functies voor scannen/ verzenden aan: Opslaan naar netwerkmap ● Opslaan in app.geheugen ● Opslaan op USB ● Selecteer een bestaande map of raak de knop Nieuwe map aan om een nieuwe map te maken.
Pagina 179
Verplichte faxinstellingen configureren ● Kiesinstellingen voor de fax configureren ● Algemene instellingen voor het verzenden van faxen configureren ● Factuurcodes configureren ● Standaardopties voor het verzenden van faxen configureren ● Instellingen voor het ontvangen van faxen configureren ● Een faxafdrukschema gebruiken ●...
Pagina 180
Verplichte faxinstellingen configureren Voordat u de faxfunctie kunt gebruiken, moet u bepaalde instellingen configureren. Als deze instellingen niet zijn geconfigureerd, is de faxfunctie uitgeschakeld. U moet de volgende instellingen opgeven: Land/regio ● Datum/tijd ● Bedrijfsnaam ● Faxnummer ● Voorkiesnummer (optioneel) ●...
Pagina 181
LAN-fax, de internetfax of de analoge fax. Als u de analoge fax wilt gebruiken terwijl de LAN-fax is ingeschakeld, schakelt u de LAN-fax uit in het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software of in de geïntegreerde webserver van HP. Datum en tijd instellen of controleren De datum- en tijdinstelling van de faxmodule is gelijk aan die van het product.
Pagina 182
Datum- en tijdsindeling instellen of controleren De datum- en tijdsindeling van de faxmodule is gelijk aan die van het product. Gebruik de wizard Fax instellen om deze informatie op te geven of volg de volgende stappen: Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 183
Kiesinstellingen voor de fax configureren Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Kiesinstellingen voor fax ● U kunt de volgende instellingen configureren: Menuoptie Omschrijving Fax, kiestoonvolume Met de instelling Fax, kiestoonvolume...
Pagina 184
Menuoptie Omschrijving Kiestoon detecteren Met de instelling Kiestoon detecteren bepaalt u of vóór het verzenden van een fax wordt gecontroleerd of er een kiestoon hoorbaar is. Voorkiesnummer Met de instelling Voorkiesnummer kunt u aangeven dat er een voorkiesnummer (bijvoorbeeld 9 voor een buitenlijn) moet worden ingevoerd tijdens het kiezen. Dit voorkiesnummer wordt automatisch toegevoegd aan alle gekozen telefoonnummers.
Pagina 185
Algemene instellingen voor het verzenden van faxen configureren Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending ● U kunt de volgende instellingen configureren: Menuoptie Omschrijving Bevestiging faxnummer...
Pagina 186
Factuurcodes configureren Als de instelling voor de factuurcode is ingeschakeld, wordt de gebruiker gevraagd een nummer in te voeren bij het verzenden van een fax. Dit nummer wordt opgenomen in een rapport met factuurcodes. U kunt het rapport met factuurcodes bekijken door het rapport af te drukken of door het rapport op te vragen via een toepassing.
Pagina 187
Standaardopties voor het verzenden van faxen configureren OPMERKING: De standaardtaakopties gelden voor alle faxmethoden: analoog, LAN en internet. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ●...
Pagina 188
Menuoptie Omschrijving Tekst/afbeelding optimaliseren Met de optie Tekst/afbeelding optimaliseren kunt u zorgen voor faxuitvoer die het best overeenkomt met het origineel. Wanneer u figuren en foto's verstuurt in tekstmodus, leidt dit tot afbeeldingen van een lagere kwaliteit. Taak creëren Met de functie Taak creëren kunt u meerdere originelen combineren in één faxtaak.
Pagina 189
Instellingen voor het ontvangen van faxen configureren Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Faxontvangst instellen ● U kunt de volgende instellingen configureren: Menuoptie Omschrijving Belvolume Raak de vervolgkeuzelijst Belvolume aan als u het belvolume wilt aanpassen.
Pagina 190
Een faxafdrukschema gebruiken OPMERKING: Voordat u een schema voor het afdrukken van faxen kunt inschakelen, moet u eerst een schema maken. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ●...
Pagina 191
Inkomende faxen blokkeren Met de instelling voor het blokkeren van faxen kunt u een lijst maken met telefoonnummers waarvan u geen faxen wilt ontvangen. Wanneer u vervolgens een fax ontvangt van een geblokkeerd telefoonnummer, wordt deze niet afgedrukt en wordt deze direct verwijderd uit het geheugen. Een lijst met geblokkeerde faxnummers maken Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer...
Pagina 192
Standaardopties voor het ontvangen van faxen configureren OPMERKING: De standaardtaakopties gelden voor alle faxmethoden: analoog, LAN en internet. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Standaard taakopties ●...
Pagina 193
Als u de functie Archief naar e-mailadres wilt gebruiken, moet de SMTP-server zijn geconfigureerd en moet deze reageren. Gebruik de geïntegreerde webserver van HP om de SMTP- server te configureren. De instellingen voor E-mail instellen vindt u op het tabblad Scannen/ digitaal verzenden.
Pagina 194
Selecteer een van de volgende opties in de vervolgkeuzelijst Type van de door te sturen faxtaak: Verzenden en ontvangen ● Alleen verzenden ● Alleen ontvangen (standaard) ● Raak het veld Doorsturen naar faxnummer aan om het toetsenblok weer te geven. Voer het nummer in waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd en raak vervolgens de knop aan.
Pagina 195
Een snelkieslijst maken Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiesnummers te openen. Raak een van de niet-toegewezen nummers voor de Snelkiesknoppen aan. Een snelkieslijst maken NLWW...
Pagina 196
Raak het veld Snelkiesnaam aan om het toetsenblok weer te geven. Voer een naam in voor het snelkiesnummer. Hoofdstuk 8 Fax NLWW...
Pagina 197
Voer een faxnummer voor het snelkiesnummer OPMERKING: Als u aanvullende faxnummers wilt invoeren voor een snelkiesnaam, raakt u het scherm aan rechts van het laatste cijfer van het faxnummer dat u het laatst hebt opgegeven. Als de cursor wordt weergegeven, raakt u de toets Enter aan om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen.
Pagina 198
Een nummer toevoegen aan een bestaande snelkieslijst Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiesnummers te openen. Raak het nummer voor Snelkiesknoppen aan van de lijst die u wilt wijzigen. Raak de pijl omlaag in het vak Snelkiesnaam aan om de vervolgkeuzelijst te openen.
Pagina 199
Een snelkieslijst verwijderen Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiesnummers weer te geven. Raak het nummer voor de Snelkiesknoppen aan van de lijst die u wilt verwijderen. Raak de knop Verwijderen aan.
Pagina 200
Eén nummer verwijderen uit een snelkieslijst Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiesnummers weer te geven. Raak het nummer voor Snelkiesknoppen van de lijst aan om het toetsenbord weer te geven. Raak de pijl omlaag in het vak Snelkiesnaam aan om de vervolgkeuzelijst te openen en raak...
Pagina 201
Een fax verzenden door handmatig faxnummers in te voeren Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan.
Pagina 202
Raak het veld Faxnummer aan om het toetsenblok weer te geven. Voer een telefoonnummer in en raak vervolgens de knop aan. Raak de knop Start aan om de fax te verzenden. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Pagina 203
Een fax verzenden met een snelkiescode Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan.
Pagina 204
Raak de cijfertoets aan voor de snelkiesnaam die u wilt gebruiken. De snelkiesnaam wordt weergegeven in het gedeelte Faxontvangers van het scherm Fax. Raak de knop Start aan om de fax te verzenden. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Pagina 205
Op naam zoeken in een snelkieslijst OPMERKING: Als u de unieke naam van het snelkiesnummer niet weet, typt u een letter om dat deel van de lijst te selecteren. Als u bijvoorbeeld snelkiesnamen wilt weergeven die beginnen met de letter N, typt u de letter N.
Pagina 206
Een fax verzenden met nummers in het faxadresboek Met de functie Faxadresboek kunt u faxnummers opslaan op het product. Daarnaast kunt u uw contactlijst van Microsoft® Exchange inschakelen op het product, zodat deze wordt weergegeven in het faxadresboek. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan.
Pagina 207
Selecteer een faxadresboek in de vervolgkeuzelijst. Raak de namen aan om deze te markeren en raak de pijl naar rechts aan om de gemarkeerde namen naar het gedeelte Faxontvangers te verplaatsen. Een fax verzenden met nummers in het faxadresboek NLWW...
Pagina 208
Raak knop aan om terug te keren naar het scherm Fax. Raak de knop Start aan om de fax te verzenden. Hoofdstuk 8 Fax NLWW...
Pagina 209
Zoeken in het faxadresboek Met de functie voor zoeken in het faxadresboek kunt u op naam zoeken in het adresboek. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop aan. Raak de knop Adresboek aan. Selecteer de optie Alle contacten Lokale contacten in de vervolgkeuzelijst boven in het scherm van het faxadresboek.
Pagina 210
Een fax annuleren Als u een faxtaak wilt annuleren die wordt uitgevoerd, raakt u de knop Taak annuleren in het faxstatusscherm aan. Hoofdstuk 8 Fax NLWW...
Pagina 211
Faxrapporten Hieronder vindt u een overzicht van de faxrapporten die met het apparaat kunnen worden afgedrukt. Deze rapporten kunt u afdrukken of weergeven op het bedieningspaneel van het apparaat. Op het apparaat zijn de volgende rapporten beschikbaar: Faxactiviteitenlog ● Rapport Factuurcodes ●...
Pagina 212
fax of een firmware-upgrade zijn. Afhankelijk van de activiteit, kunnen er minder dan 500 vermeldingen in het rapport staan. Als u het logboek wilt gebruiken voor registratiedoeleinden, moet u het logboek regelmatig afdrukken en vervolgens wissen. U kunt het Faxactiviteitenlog als volgt wissen. Raak op het bedieningspaneel het pictogram Beheer aan.
Pagina 213
Het apparaat beheren IP-netwerkinstellingen configureren ● Geïntegreerde webserver van HP ● HP Utility (Mac OS X) ● HP Web Jetadmin software gebruiken ● Besparingsinstellingen ● Functies voor productbeveiliging ● De apparaatfirmware bijwerken ● NLWW...
Pagina 214
● cijfers. De indeling is als volgt: xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres in te voeren in de adresregel van uw webbrowser. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen wijzigen.
Pagina 215
Raak de optie IP-adres, Subnetmasker Standaardgateway aan. Raak het eerste veld aan om het toetsenblok weer te geven. Geef de juiste cijfers op in het veld en raak vervolgens de knop aan. Herhaal deze stap voor elk veld en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
Pagina 216
Geïntegreerde webserver van HP Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u de status van het apparaat bekijken, de netwerkinstellingen voor het apparaat configureren en de afdrukfuncties via uw computer beheren in plaats van via het bedieningspaneel van het apparaat. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van hetgeen u met de geïntegreerde webserver van HP kunt doen:...
Pagina 217
Status apparaat Toont de status van het apparaat en de geschatte resterende levensduur van benodigdheden van HP. Op deze pagina worden ook de soort en het formaat weergegeven van het papier dat voor elke lade is ingesteld. Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen, klikt u op de koppeling Instellingen wijzigen.
Pagina 218
Voer de naam in voor de primaire contactpersoon die informatie over het apparaat ontvangt. Taal Hiermee stelt u de taal in voor de geïntegreerde webserver van HP. Datum en tijd Hiermee stelt u de datum en tijd in of kunt u de tijd synchroniseren met een netwerktijdserver.
Pagina 219
Tabel 9-2 Tabblad Algemeen van geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Installatieprogramma Hiermee installeert u externe softwareprogramma's om de functionaliteit van het apparaat uit te breiden. Firmware-upgrade Hiermee downloadt en installeert u firmware-upgradebestanden voor het apparaat. Quota en statistische diensten Geeft verbindingsinformatie over externe statistiekenservcies.
Pagina 220
Tabel 9-4 Tabblad Scannen/digitaal verzenden van geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving E-mail instellen Hiermee kunt u de standaard-e-mailinstellingen voor digitaal verzenden configureren, waaronder de volgende instellingen: Instellingen voor de uitgaande mailserver (SMTP) ● Standaardinstellingen voor E-mail Quick Sets-taken ●...
Pagina 221
Tabblad Fax Tabel 9-5 Tabblad Fax van geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Faxverzending instellen Hiermee kunt u de instellingen voor het verzenden van faxberichten configureren, inclusief de volgende instellingen: Standaardinstellingen voor uitgaande faxberichten ● Standaardinstellingen voor het verzenden van faxen met de interne faxmodem ●...
Pagina 222
Hiermee kunt u controleren of de beveiligingsfuncties functioneren overeenkomstig de verwachte systeemparameters. Tabblad HP Web Services Gebruik het tabblad HP Web Services om de HP-webservices voor dit product te configureren en in te schakelen. U moet HP-webservices inschakelen om de functie HP ePrint te gebruiken. Tabblad Netwerk Op het tabblad Netwerk kunt u de netwerkinstellingen van het apparaat configureren en beveiligen wanneer dit is aangesloten op een IP-netwerk.
Pagina 223
Hiermee gaat u naar de ondersteuningswebsite voor het product, waar u meer informatie kunt zoeken over verschillende onderwerpen. Benodigdheden aanschaffen Hiermee gaat u naar de website SureSupply van HP, waar u informatie vindt over het aanschaffen van originele HP-benodigdheden, zoals tonercartridges en papier. HP Instant Support Hiermee gaat u naar de HP website, waar u oplossingen kunt vinden voor mogelijke vragen en problemen.
Pagina 224
Klik op de knop Printer Utility openen. Functies van HP Utility HP Utility bestaat uit pagina's die u kunt openen door in de lijst Alle instellingen te klikken. Klik op de pictogrammen boven aan een pagina om naar HP-websites te gaan voor informatie over: HP ondersteuning ●...
Pagina 225
Aanvullende Biedt toegang tot de geïntegreerde webserver van HP. instellingen Scaninstellingen Scannen naar e-mail Hiermee opent u de geïntegreerde webserver van HP, zodat u instellingen kunt configureren voor het scannen naar e-mail. OPMERKING: USB-verbindingen worden niet ondersteund. Scannen naar Hiermee opent u de geïntegreerde webserver van HP, zodat u...
Pagina 226
HP Web Jetadmin software gebruiken HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale verzendapparatuur. Met deze oplossing kunt u op afstand installeren, onderhouden,...
Pagina 227
Besparingsinstellingen Snelheid of energiegebruik optimaliseren Het apparaat blijft tussen taken standaard warm, zodat de snelheid optimaal blijft en de eerste pagina van een taak sneller wordt afgedrukt. U kunt het apparaat zo instellen dat het afkoelt tussen opdrachten door, wat energie bespaart. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 228
Raak de knop Opslaan aan. Open het menu Datum/tijd en configureer de volgende instellingen: Datum ● Tijd ● Tijdzone ● Als u in een gebied bent met zomer- en wintertijd selecteert u het vakje Aanpassen aan zomertijd. Raak de knop Opslaan aan.
Pagina 229
Stel een wachtwoord voor toegang tot het apparaat en de geïntegreerde webserver van HP in zodat onbevoegde gebruikers de apparaatinstellingen niet kunnen wijzigen. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres van het product op te geven in de adresregel van een webbrowser.
Pagina 230
AES-standaard (Advanced Encryption Standard) en beschikt over veelzijdige tijdsbesparende eigenschappen en robuuste functionaliteit. Gebruik het menu Beveiliging van de geïntegreerde webserver van HP om de schijf te configureren. Zie de installatiegids voor beveiligde HP High Performance harde schijven voor meer informatie over de gecodeerde vaste schijf.
Pagina 231
De apparaatfirmware bijwerken Software- en firmware-updates en installatie-instructies voor dit apparaat vindt u op www.hp.com/ support/lj500colorMFPM575. Klik op Ondersteuning en drivers, klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product. De apparaatfirmware bijwerken NLWW...
Pagina 232
Hoofdstuk 9 Het apparaat beheren NLWW...
Pagina 233
10 Problemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen ● Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● Storingsherstel wijzigen ●...
Pagina 234
Als het apparaat al op een stopcontact is aangesloten, probeert u een ander stopcontact. Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt. Als alles goed is, wordt op het bedieningspaneel de status Klaar aangegeven.
Pagina 235
De printdriver staat op de cd die bij het product is geleverd. U kunt de printdriver ook downloaden op deze website: www.hp.com/go/ lj500colorMFPM575_software. Druk een kort document af via een ander programma dat een vorige keer goed is afgedrukt. Als deze oplossing werkt, ligt het probleem bij het gebruikte programma.
Pagina 236
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: Maximumsnelheid van het product in pagina's per minuut (ppm) ● Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast ●...
Pagina 237
De fabrieksinstellingen herstellen Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ● Fabrieksinstellingen herstellen ● Selecteer een of meer categorieën instellingen vanuit de lijst en raak vervolgens de knop Terugzetten aan. De fabrieksinstellingen herstellen NLWW...
Pagina 238
Help op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen.
Pagina 239
Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier uit een ander pak.
Pagina 240
Papierstoringen voorkomen Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier uit een ander pak.
Pagina 241
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Laden aan. Controleer of de lade correct is ingesteld voor de papiersoort en het papierformaat. Zorg ervoor dat de omgeving van de printer binnen de specificaties valt. Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast NLWW...
Pagina 242
Storingen verhelpen Autonavigatie voor het verhelpen van storingen De autonavigatiefunctie helpt u door middel van stapsgewijze instructies op het bedieningspaneel bij het verhelpen van storingen. Nadat u een stap hebt uitgevoerd, toont het apparaat instructies voor de volgende stap tot u alle stappen van de procedure hebt voltooid. Storingslocaties In deze afbeelding ziet u waar papierstoringen zich kunnen voordoen.
Pagina 243
Storingen verhelpen in de documentinvoer Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. Open de klep van de documentinvoer. Storingen verhelpen NLWW...
Pagina 244
Trek de klep omhoog die toegang geeft tot het vastgelopen papier, verwijder het papier en sluit de klep. Draai indien nodig aan het groene wieltje aan de voorkant van de documentinvoer om het vastgelopen papier te verwijderen. Sluit de klep van documentinvoer. Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW...
Pagina 245
Storingen verhelpen in het uitvoerbakgebied Als in de uitvoerbak vastgelopen papier zichtbaar is, pakt u dit vast bij de voorste rand en verwijdert u het voorzichtig. Als u vastgelopen papier in het duplexuitvoergebied ziet, trekt u het papier langzaam naar buiten. storingen verhelpen in lade 1 Als in lade 1 vastgelopen papier zichtbaar is, verwijdert u dit door het papier voorzichtig...
Pagina 246
Als u het papier niet kunt verwijderen of als in lade 1 geen vastgelopen papier zichtbaar is, sluit u lade 1 en opent u de rechterklep. Als het vastgelopen papier zichtbaar is via de rechterklep, trekt u het papier voorzichtig aan de voorste rand uit het apparaat.
Pagina 247
Trek het papier voorzichtig uit het oppakgedeelte. Sluit de rechterklep. Storingen verhelpen NLWW...
Pagina 248
Storingen verhelpen in lade 2 Open lade 2 en controleer of het papier correct is geplaatst. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Sluit de lade. Storingen verhelpen in de rechterklep VOORZICHTIG: Tijdens het gebruik van het apparaat kan de fuser heet worden. Wacht totdat de fuser is afgekoeld voordat u storingen verhelpt.
Pagina 249
Als er papier is vastgelopen aan het begin van de uitvoerbak, trekt u het papier omlaag om het te verwijderen. Als er papier is vastgelopen in de rechterklep, trekt u het papier langzaam naar buiten. Til de papierinvoerklep aan de binnenzijde van de rechterklep omhoog.
Pagina 250
Trek het papier langzaam uit het oppakgedeelte. Kijk of zich papier bevindt in het rollengedeelte van lade 2. Duw de twee groene lipjes omhoog om de toegangsklep voor storingen te openen. Verwijder vastgelopen papier en sluit de klep. Als er papier is vastgelopen onder in de fuser, trekt u het papier langzaam omlaag om het te verwijderen.
Pagina 251
Open de toegangsklep voor storingen (1). Als er papier in de fuser is vastgelopen, trekt u het papier langzaam omhoog om het te verwijderen (2). Als het papier scheurt, verwijdert u alle snippers. VOORZICHTIG: Ook als de buitenkant van de fuser is afgekoeld, kunnen de rollen binnenin nog heet zijn.
Pagina 252
Storingen in optionele lade 3 verhelpen Open lade 3 en controleer of het papier correct is geplaatst. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Sluit lade 3. Storingen oplossen in de rechteronderklep (lade 3) Open de onderste rechterklep. Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW...
Pagina 253
Als vastgelopen papier zichtbaar is, trekt u dit voorzichtig omhoog of omlaag om het te verwijderen. Sluit de onderste rechterklep. Storingen verhelpen NLWW...
Pagina 254
Storingsherstel wijzigen Dit product herstelt zich automatisch na papierstoringen. De vastgelopen pagina's worden automatisch opnieuw afgedrukt. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open het menu Algemene instellingen en open vervolgens het menu Storing verhelpen. Voer een van de volgende handelingen uit: Auto —...
Pagina 255
De afdrukkwaliteit verbeteren Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma Probeer af te drukken vanuit een ander softwareprogramma. Als de pagina correct wordt afgedrukt, ligt het probleem bij het programma dat u gebruikt om het document af te drukken. De instelling voor de papiersoort controleren voor een afdruktaak Controleer de instelling voor de papiersoort als u afdrukt vanuit een softwareprogramma en de pagina's een van de volgende problemen vertonen: vlekken...
Pagina 256
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Het onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer voldoet.
Pagina 257
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen Door middel van kalibratie wordt de afdrukkwaliteit verbeterd. Als zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit, kalibreert u het product. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Apparaatonderhoud aan. Open de volgende menu's: Kalibratie/reiniging ●...
Pagina 258
Druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost. Papier en afdrukomgeving controleren Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet: De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Pagina 259
Kleurinstellingen aanpassen (Windows) Het kleurthema wijzigen Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Klik op het tabblad Kleur. Selecteer het selectievakje HP EasyColor om dit uit te schakelen. De afdrukkwaliteit verbeteren NLWW...
Pagina 260
Aangepast profiel: Selecteer deze optie als u een aangepast invoerprofiel wilt gebruiken ● om de kleurweergave nauwkeurig te kunnen sturen (bijvoorbeeld om een andere HP LaserJet- kleurenprinter te emuleren). Aangepaste profielen kunt u downloaden van www.hp.com. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Pagina 261
HP UPD PCL 5 Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor ● (Windows-omgevingen) Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of ● softwareprogramma's van derden De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het ●...
Pagina 262
De uitlijning van afzonderlijke laden instellen Als tekst of afbeeldingen niet correct zijn gecentreerd of uitgelijnd op een afgedrukte pagina, past u de uitlijning van afzonderlijke laden aan. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Algemene instellingen ●...
Pagina 263
De kopieerkwaliteit verbeteren Controleer de glasplaat van de scanner op viezigheid Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achterplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende stappen uit om de scannerglasplaat en de witte plastic achterplaat te reinigen.
Pagina 264
Reinig de grote glasplaat van de scanner, het glas van de documentinvoer (de smalle strook van glas links van de scanner) en de witte achterplaat van schuim. Gebruik een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. Droog de glasplaat en de witte, plastic achterplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
Pagina 265
Raak de knop Volgende aan om het kalibratieproces te starten. Wacht tot het apparaat is gekalibreerd en probeer vervolgens opnieuw te kopiëren. Papierinstellingen controleren Controleer de papierinstellingen als gekopieerde pagina's vlekken bevatten of onscherp of donker zijn afgedrukt, als het papier is gekruld, als het papier tonerstippen vertoont of als de toner helemaal is weggevallen.
Pagina 266
OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de opdracht hebt voltooid, keert het apparaat terug naar de standaardinstellingen. Rand-tot-rand kopiëren Met deze functie kunt u schaduwen langs de randen van kopieën voorkomen wanneer het originele document te dicht langs de randen wordt afgedrukt. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 267
Open de klep van de documentinvoer. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de roleenheid omhoog, zodat u de tweede rol kunt schoonmaken. Sluit de klep van documentinvoer.
Pagina 268
De scankwaliteit verbeteren Controleer de glasplaat van de scanner op viezigheid Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achterplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende stappen uit om de scannerglasplaat en de witte plastic achterplaat te reinigen.
Pagina 269
Reinig de grote glasplaat van de scanner, het glas van de documentinvoer (de smalle strook van glas links van de scanner) en de witte achterplaat van schuim. Gebruik een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. Droog de glasplaat en de witte, plastic achterplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
Pagina 270
Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop aan. Raak de knop Start aan. Kleurinstellingen controleren Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open het menu Instellingen voor scannen/digitaal verzenden. Selecteer de categorie instellingen voor scannen en verzenden die u wilt configureren. Open het menu Standaard taakopties.
Pagina 271
Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop Handmatig aanpassen aan en verplaats de schuifknop in het gedeelte Optimaliseren voor. Raak de knop aan. Raak de knop Start aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de opdracht hebt voltooid, keert het apparaat terug naar de standaardinstellingen.
Pagina 272
Open de klep van de documentinvoer. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de roleenheid omhoog, zodat u de tweede rol kunt schoonmaken. Sluit de klep van documentinvoer.
Pagina 273
De faxkwaliteit verbeteren Controleer de glasplaat van de scanner op viezigheid Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achterplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende stappen uit om de scannerglasplaat en de witte plastic achterplaat te reinigen.
Pagina 274
Reinig de grote glasplaat van de scanner, het glas van de documentinvoer (de smalle strook van glas links van de scanner) en de witte achterplaat van schuim. Gebruik een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. Droog de glasplaat en de witte, plastic achterplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
Pagina 275
Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop aan. Raak de knop Start aan. De instellingen voor beeldaanpassing controleren Pas deze aanvullende instellingen aan om de kwaliteit bij het verzenden van faxen te verbeteren. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 276
Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending ● Selecteer de optie Foutcorrectiemodus. Raak de knop Opslaan aan. Naar een ander faxapparaat verzenden Probeer de fax naar een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, heeft het probleem te maken met de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger of met de status van de benodigdheden voor het faxapparaat van de ontvanger.
Pagina 277
Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de roleenheid omhoog, zodat u de tweede rol kunt schoonmaken. Sluit de klep van documentinvoer. Instelling voor aanpassen aan paginagrootte controleren Als de instelling Aanpassen aan pagina...
Pagina 278
Faxapparaat van de afzender controleren Vraag de afzender om de fax vanaf een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, ligt het probleem bij het faxapparaat van de afzender. Als de afzender niet de beschikking heeft over een ander faxapparaat, vraag deze dan om de volgende stappen uit te voeren: Controleer of het originele document op wit papier is gedrukt (dus niet op gekleurd papier).
Pagina 279
Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist ◦ functioneert. Installeer de HP-software vanaf de cd die bij het apparaat is geleverd of gebruik de UPD-printerdriver. Het gebruik van algemene printerdrivers kan vertragingen veroorzaken bij het wissen van taken in de afdrukwachtrij.
Pagina 280
Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de volgende website voor een lijst met specificaties: www.hp.com/support/lj500colorMFPM575. Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen.
Pagina 281
Problemen met direct afdrukken via USB oplossen Het menu Instellingen voor ophalen van USB wordt niet geopend wanneer u het USB-flashstation ● plaatst Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-flashstation ● Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu Ophalen van USB weergegeven ●...
Pagina 282
Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-flashstation Controleer of er papier in de lade zit. Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven. Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen. Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu Ophalen van USB weergegeven U probeert mogelijk een bestandstype af te drukken dat niet door de functie voor afdrukken via USB wordt ondersteund.
Pagina 283
Problemen met de USB-verbinding oplossen Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel. Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 2 m. Probeer een kortere kabel. ●...
Pagina 284
Het IP-adres van het apparaat wordt weergegeven op de configuratiepagina. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje Altijd afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in.
Pagina 285
De computer kan niet met het apparaat communiceren Test de netwerkcommunicatie door het apparaat te pingen. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Pagina 286
Faxproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen Gebruik de onderstaande controlelijst om de oorzaak van faxproblemen te bepalen: Gebruikt u het faxsnoer dat bij de faxmodule is geleverd? Deze faxmodule is met het ● bijgeleverde faxsnoer getest en voldoet met gebruik van dit snoer aan de RJ11-specificaties en functionele eisen.
Pagina 287
van deze apparaten, sluit u het apparaat rechtstreeks aan op de telefoonaansluiting in de muur om te onderzoeken of het probleem wordt veroorzaakt door een piekspanningsbeveiliging. Faxproblemen oplossen NLWW...
Pagina 288
Het rapport bestaat uit verschillende pagina's. OPMERKING: het IP-adres of de hostnaam van het apparaat wordt aangegeven op de HP Jetdirect-pagina. Controleer de modemstatus onder Hardware-informatie in het gedeelte Faxmodule van de configuratiepagina.
Pagina 289
In werking/Uit faxinstellingen nog niet geconfigureerd. De faxmodule is geïnstalleerd en in werking, maar in het hulpprogramma HP Digital Sending is de faxfunctie van het apparaat uitgeschakeld of is de LAN-fax ingeschakeld. Wanneer de LAN-fax is ingeschakeld, is de analoge faxmodule uitgeschakeld.
Pagina 290
Faxen is sterk afhankelijk van de tijd en de kwaliteit van het signaal, dus een faxzending is gevoeliger voor een VoIP-omgeving. Hieronder staan enkele suggesties voor wijzigingen in de instellingen voor de HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 wanneer deze wordt aangesloten op een VoIP-service: Begin met de snelle V.34-modus en de foutcorrectiemodus ingeschakeld.
Pagina 291
Mochten de fouten nog steeds aanhouden, schakel dan de foutcorrectiemodus (ECM) op het ● product uit. Hierdoor kan wel de beeldkwaliteit afnemen. Controleer of de beeldkwaliteit acceptabel is wanneer ECM is uitgeschakeld voordat u deze instelling gaat gebruiken. Als de hierboven beschreven wijzigingen van de instellingen geen verbetering opleveren voor de ●...
Pagina 292
Probleem Oorzaak Oplossing Als er een slechte telefoonverbinding is, Vraag de afzender om de fax opnieuw wordt de overdrachtssnelheid op de te verzenden. Vraag het telefoonbedrijf faxmodule en op het verzendende de telefoonlijn te controleren. faxapparaat verlaagd om fouten te kunnen herstellen.
Pagina 293
Probleem Oorzaak Oplossing De resolutie waarop de fax wordt Verlaag de resolutie en wijzig de optie verzonden of ontvangen is zeer hoog. Tekst/afbeelding optimaliseren. Een hogere resolutie geeft meestal een betere kwaliteit, maar leidt ook tot een langere transmissietijd. Als er een slechte telefoonverbinding is, Annuleer de fax en verzend deze wordt de overdrachtssnelheid op de opnieuw.
Pagina 294
Foutcodes worden vermeld in het faxactiviteitenlog, in het faxrapport en in de T.30 Protocol Trace. Druk een van deze rapporten af voor de foutcode. Ga voor een gedetailleerde beschrijving van de foutcodes en de bijbehorende handelingen naar www.hp.com. Zoeken op HP LaserJet analoog faxaccessoire 500.
Pagina 295
een Fax T.30-opsporingsrapport af. Dit kan behulpzaam zijn bij het vaststellen van het probleem. Een dergelijk rapport bevat de details van de laatste faxoproep. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. Open de volgende menu's: Probleemoplossing ●...
Pagina 296
Faxverzendberichten Tabel 10-1 Faxverzendberichten Bericht Foutnr. Omschrijving Actie Geannuleerd De fax is geannuleerd op het Geen. bedieningspaneel van het apparaat. Gelukt n.v.t. De fax is verzonden. Geen. Mislukt, bezet Het ontvangende faxapparaat is De verzenden van de fax wordt bezet. automatisch opnieuw geprobeerd (indien ingesteld);...
Pagina 297
Tabel 10-1 Faxverzendberichten (vervolg) Bericht Foutnr. Omschrijving Actie Geheugenfout Onvoldoende geheugen op Als de fout aanhoudt, verwijdert apparaat. u items uit het geheugen van het apparaat (zoals opgeslagen taken of faxen). Stroomstoring Er heeft zich tijdens het Verzend de fax opnieuw. verzenden van de fax een stroomstoring voorgedaan op het apparaat dat de fax verzendt.
Pagina 298
Faxontvangstberichten Tabel 10-2 Faxontvangstberichten Bericht Foutnr. Omschrijving Actie Gelukt n.v.t. Het ontvangen van de fax is Geen. gelukt. Geblokkeerd n.v.t. Het faxapparaat van de Geen. ontvanger maakt gebruik van de functie voor geblokkeerde nummers en blokkeert deze fax. Mislukt Elke De fax is mogelijk beschadigd of Vraag de afzender de fax niet verzonden.
Pagina 299
Service-instellingen Deze items in de menu's van het bedieningspaneel kunnen worden gebruikt als u hulp krijgt van een medewerker van de klantenondersteuning van HP. Instellingen in het menu Probleemoplossing Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
Pagina 300
Problemen met de apparaatsoftware oplossen (Windows) Er wordt geen stuurprogramma voor het product weergegeven in de map Printers Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
Pagina 301
Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres. Windows 7 Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm. Klik op Apparaten en printers.
Pagina 302
Problemen met de apparaatsoftware oplossen (Mac OS X) De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten ● Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze ● Bij gebruik van de USB-kabel wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en scan- ●...
Pagina 303
Controleer of u de juiste hogesnelheids-USB-kabel gebruikt. Controleer of er niet te veel USB-apparaten stroom onttrekken aan de keten. Koppel alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. Controleer of meer dan twee USB-hubs zonder voeding achter elkaar in de keten zitten. Koppel alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
Pagina 304
Software verwijderen (Windows) Windows XP Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Software. Zoek en selecteer het product in de lijst. Klik op de knop Wijzigen/verwijderen om de software te verwijderen. Windows Vista Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm. Klik achtereenvolgens op Configuratiescherm en Programma's en onderdelen.
Pagina 305
De printerdriver verwijderen (Mac OS X) U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen. Open Systeemvoorkeuren. Selecteer Afdrukken en faxen. Markeer het product. Klik op het minsymbool (-). Verwijder zo nodig de afdrukwachtrij. De printerdriver verwijderen (Mac OS X) NLWW...
Pagina 306
Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW...
Pagina 307
Index Antifraudewebsite van HP 52 Benodigdheden aanmelden antivervalsingsbenodigdheden 52 onderdeelnummers 56 apparaatgeheugen benodigdheden, status 242 bedieningspaneel 215 aansluiting verzenden naar 151 bestandsdirectory, pagina apparaatgeheugen, scannen omschrijving 9 USB met Mac 16 USB met Windows 12 naar 151 bestand uploaden, Mac 210...
Pagina 309
275 geïntegreerde webserver van netwerkverbinding 202 IP-adres HP 205 HP Smart Print 113 configureren 13, 17 kopiëren HP Universal Print Driver 70 IPsec 215 boeken 139 HP Utility 210 IP Security 215 dubbelzijdige documenten IPv4-adres 200 HP Utility, Mac 210...
Pagina 310
200 opslaan, taken laden netwerk beheren 200 in Windows 104 configureren 27 netwerken locatie 2 Opslaan in apparaatgeheugen HP Web Jetadmin 212 lege pagina's IPv4-adres 200 tussen afdruktaken plaatsen opslaan naar apparaatgeheugen IPv6-adres 201 inschakelen 144 standaardgateway 200 lettertypes...
Pagina 311
74 bedieningspaneel 7 nietjes 67 maken 75 glasplaat scanner 249, 254, tonercartridges 59 software Poorten HP Utility 210 papierbaan 243 locatie 4 installeren, bekabeld netwerk rollen 252, 257, 262 prestatiefactoren RGB-voorbeelden lade 1 222 verwijderen van Mac 291...
Pagina 312
144 beschrijving 9 bestelnummers 59 ontvangerslijsten 160 storingen bewaren 60 verzenden naar e-mail autonavigatie 228 niet van HP 51, 60 documenten verzenden 155 documentinvoer 229 plaatsen 59 Verzenden naar map 148 fuser 234 recyclen 60 verzenden van faxen vervangen 60...
Pagina 313
Windows-printerdrivers ondersteund 70 Windows-software verwijderen wizard, fax instellen 166 zelfreparatie, klant onderdeelnummers 56 zwart-wit kopieertaken 133 Index NLWW...