6.
Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Raadpleeg
Bedrijfsomgeving op pagina
7.
Vervang de printcartridge.
Tonervegen
1.
Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost.
2.
Probeer een andere papiersoort.
3.
Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Raadpleeg
Bedrijfsomgeving op pagina
4.
Reinig de binnenkant van het apparaat en voer een reinigingspagina door het apparaat.
Raadpleeg
5.
Vervang de printcartridge.
Zie ook
Losse toner op pagina
Losse toner
Met losse toner wordt in deze context toner bedoeld die u van de pagina af kunt vegen.
1.
Wanneer het papier zwaar of ruw is, opent u het menu
apparaat. Selecteer
u gebruikt.
2.
Als één zijde van het afdrukmateriaal ruwer is, probeert u op de gladdere zijde af te drukken.
3.
Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Raadpleeg
Bedrijfsomgeving op pagina
4.
Let erop dat papiersoort en –kwaliteit voldoen aan de specificaties van HP. Raadpleeg
Afdrukmateriaal en laden op pagina
NLWW
239.
239.
Het apparaat reinigen op pagina
207.
Fusermodi
in het submenu
239.
153.
Beheer
Afdrukkwaliteit
55.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 207
op het bedieningspaneel van het
en vervolgens de papiersoort die