Het onderstaande is alleen van toepassing op personen met
geïmplanteerde medische apparaten die actief zijn (bijv.
pacemakers, defibrillator, etc.):
• Houd het draadloze hoortoestel en het laadapparaat op
minstens 15 cm afstand van het actieve implantaatsysteem.
Als u enige interferentie ondervindt, dient u het draadloze
hoortoestel niet langer te gebruiken en contact op te nemen
met de fabrikant van het actieve implantaatsysteem.
Interferentie kan ook veroorzaakt worden door elektrische
leidingen, elektrostatische ontlading, metaaldetectorpoorten
op de luchthaven, etc.
• Houd magneten op minstens 15 cm afstand van het actieve
implantaatsysteem.
Het gebruik van deze apparatuur naast of in combinatie met
andere apparatuur moet worden vermeden, aangezien het kan
leiden tot onjuiste werking. Indien een dergelijk gebruik
noodzakelijk is, dienen deze apparatuur en andere apparatuur
te worden geobserveerd om er zeker van te zijn dat ze naar
behoren functioneren.
89