Media Xpander instellen op ON/OFF
Wanneer Media Xpander is ingeschakeld, kunt u het Media
Xpander-niveau aanpassen (zie "Het MX-niveau instellen" op
pagina 19).
Instelitem: Media Xpander
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
Het MX-niveau instellen
MX (Media Xpander) doet de zang of instrumenten helder weerklinken
ongeacht de muziekbron. De cd, het USB-geheugen en de iPhone/iPod
zullen in staat zijn de muziek duidelijk weer te geven, zelfs in auto's met
veel lawaai van buitenaf.
1
De bron wijzigen waarop u Media Xpander wilt toepassen.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens tijdens
het afspelen. MX maakt gebruik van deze grote hoeveelheid
gegevens om een duidelijkere, helderdere uitvoer voort te
brengen.
CMPM (MX-niveau 1 tot 3):
Dit corrigeert informatie die was verloren gegaan tijdens de
compressie. Dit brengt een goed gebalanceerd geluid voort dat
dicht aanleunt bij het origineel.
DVD (Video-CD) (MOVIE MX-niveau 1 tot 2):
De dialogen in een video worden helderder voortgebracht.
(DVD MUSIC):
Een dvd of video-cd bevat een grote hoeveelheid gegevens zoals
een videoclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid accuraat
voort te brengen.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, MOVIE of MUSIC) die overeenstemt
met het aangesloten medium.
Opmerkingen
• Elke muziekbron, zoals cd en MP3/WMA/AAC, kan een eigen
MX-instelling hebben.
• Op cd's met zowel MP3/WMA/AAC- als CD-DA-gegevens, en dit
wanneer de bron wijzigt van "MP3/WMA/AAC naar CD-DA" of
"CD-DA naar MP3/WMA/AAC", kan het wijzigen van MX-modus het
afspelen licht vertragen.
• Instellen op Non Effect zet de MX-modus van elke muziekbron op OFF.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON staat.
• Er is geen MX-modus voor FM-, MW- en LW-radio.
• Wanneer een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-verwerking van de audioprocessor op
de muziekbron toegepast. Aangezien de de MX-instellingen van de
processor mogelijk niet overeenkomen met die van de hoofdeenheid,
moet de audioprocessor worden aangepast. Meer informatie kunt u
vinden in de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• "CMPM" wordt toegepast voor MP3/WMA/AAC en iPhone/iPod.
De EQ-modus instellen
Deze instelling laat u toe te kiezen tussen een 5-band parametrische of
een 7-band grafische equalizer.
Instelitem: EQ Mode
Instelmogelijkheden:
Parametric EQ (standaardinstelling) / Graphic EQ
PEQ:
5-band parametrische EQ
GEQ:
7-band grafische EQ
De eenheid voor tijdcorrectie instellen
(TCR Parameter)
U kunt de eenheid voor tijdcorrectie (cm of inch) wijzigen.
Instelitem: TCR Parameter
Instelmogelijkheden:
cm (standaardinstelling) / inch
Aanpassing van het geluidsveld
De instellingen Parametric EQ/Graphic EQ en Time Correction kunnen
in deze modus worden aangepast.
De parametrische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
parametrische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te
stellen op Parametric EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 19
voor meer informatie.
1
Na Parametric EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field, drukt u op BANDTA om de band te selecteren die
moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 1
2
Druk op of om frequentiebanden te selecteren.
Aanpasbare frequentiebanden: 63 Hz tot 17,5 kHz (in stappen
van 1/3 octaaf).
Band-1
Band-2
Band-3
Band-4
Band-5
3
Draai aan de Rotary encoder om het niveau aan te passen.
Aanpasbaar niveau: –6 tot +6 dB
4
Druk op SOURCE om de bandbreedte in te stellen (Q).
Aanpasbare bandbreedte: 1, 2, 3, 4
5
Herhaal stappen 1 tot 4 om een andere band aan te
passen, en pas alle banden aan.
Opmerking
• Bij het aanpassen van de Parametric EQ dient u rekening te houden
met de frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
De grafische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
grafische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te stellen
op Graphic EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 19 voor meer
informatie.
1
Na Graphic EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field, drukt u op BANDTA om de band te selecteren die
moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 6
Band 7 Band 1
Band-1
63 Hz~200 Hz
160 Hz~1 kHz
630 Hz~4 kHz
1,6 kHz~10 kHz
10 kHz~17,5 kHz
80 Hz
19
-NL