G
Met vrDIALOG instelbare parameters
Optimalisering via geautomatiseerde grafische visualisatie en configuratie
Weergave
Kalibrering van temperatuursensoren
Naam wijzigen: verwarmingscircuit
Softwarestatus
Stroomonderbreking
Fasestatus
Draaiveldstatus
Min. Temperatuur
Max. Temperatuur
Max. voorverwarming
Max. verwarmingstijd 20 min
Max. opwarmtijd WW 40 min
Comp. Hysterese
Compressorstart
Max. retourtemp. HK 46 °C
Toegest. temp. spreiding
Aanvoer bronpomp
0020202611_00 Warmtepomp Installatie- en onderhoudshandleiding
Toelichting
Interne sensoren (T1, T3, T5, T6 en T8) kunnen
enkel via vrDIALOG 810/2 gekalibreerd worden
Individuele benaming van de verwarmingscircuits
(telkens max. 10 letters)
De status geeft informatie over de bedrijfstoestand
van de software van de warmtepomp weer
Status stroomonderbreking door aansturing van
het EVU-contact bijv. afstandsbedieningssignaal
(wachttijd door elektriciteitsleverancier):
–
nee = geen wachttijd
–
ja = wachttijd actief
Er wordt aangegeven of alle 3 de fasen aanwezig
zijn (OK/Storing)
Er wordt aangegeven of de draaiveldrichting in orde
is (OK/Storing)
Instelling van de grenstemperaturen (min. en max.)
die het verwarmingscircuit kan vragen. Met de maxi-
mumtemperatuur wordt ook de waarde voor de
vloerverwarmingsschakeling berekend (maximale
temp. verwarmingscircuit + compressorhysterese +
2 K).
Aanwijzing
Gevaar van beschadiging door te hoge uitschakel-
waarde van de vloerverwarmingsschakeling!
Waarde zo instellen dat verwarmde vloeren niet
beschadigd kunnen raken.
Om rekening te houden met de traagheid van de
vloerverwarming, kunt u een voorverwarming instel-
len voor het begin van de geprogrammeerde verwar-
mingstijd
Maximale duur waarna terug naar boilerlaadbedrijf
geschakeld wordt wanneer er parallel nog steeds
een boilervraag is
Duur waarna van boilerlaadbedrijf naar CV-bedrijf
geschakeld wordt wanneer er parallel een verwar-
mingsvraag is.
Gedwongen inschakelen van de compressor bij:
aanvoertemperatuur werkelijk < aanvoertemperatuur
gewenst - hysterese
Gedwongen uitschakelen van de compressor bij:
aanvoertemperatuur werkelijk > aanvoertemperatuur
gewenst + hysterese
Maximaal aantal keren dat de compressor per uur
gestart kan worden (3 - 5).
Instellen van de limiet van de retourtemperatuur voor
compressorwerking. Deze functie moet een onno-
dige korte werking van de compressor vermijden.
Max. toegestane verschil van de in- en uitgangstem-
peratuur van brijn. Bij het overschrijden verschijnt
een storingsmelding en wordt de compressor uitge-
schakeld. Wanneer 20 K ingesteld is, is de functie
gedeactiveerd.
Periode waarin de bronpomp voor de compressor
wordt ingeschakeld
Bijlage
Fa-
Instelling
brieksin-
stelling
HK2:
HK2
15 °C
43 °C
0 uur
20 min
40 min
7 K
3
46 °C
20 K
1 min
57