Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weersafhankelijke Energiebalansregeling; Regeling Gewenste Aanvoertemperatuur - Vaillant VWS 220/3 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VWS 220/3:
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Productbeschrijving
Het product bestaat uit de volgende gescheiden circuits,
die met warmtewisselaars aan elkaar gekoppeld zijn. Deze
circuits zijn:
Het brijncircuit, dat de warmte-energie aan de bodem
onttrekt en deze aan het koelcircuit doorgeeft
Het koelmiddelcircuit, waarmee de warmte-energie van
de warmtebron op een bruikbare hogere temperatuur
gebracht en aan het verwarmingscircuit afgegeven wordt
Het CV-circuit, waarmee de woonruimtes en evt. een
boiler voor warmwaterbereiding verwarmd worden
Via de verdamper is het koelmiddelcircuit aan de warmte-
bron gekoppeld en neemt deze de warmte-energie ervan op.
Daarbij verandert de aggregaattoestand van het koelmiddel,
het verdampt. Via de condensor is het koelmiddelcircuit met
de CV-installatie verbonden, waaraan hij de warmte-energie
opnieuw afgeeft. Daarbij wordt het koelmiddel weer vloei-
baar, het condenseert.
Omdat warmte-energie slechts door een lichaam met ho-
gere temperatuur op een lichaam met lagere temperatuur
kan overgaan, moet het koelmiddel in de verdamper een la-
gere temperatuur dan de warmtebron hebben. Daarentegen
moet de temperatuur van het koelmiddel in de condensor ho-
ger zijn dat deze van het verwarmingswater om de warmte-
energie daar te kunnen afgeven.
Deze verschillende temperaturen worden in het koelmiddel-
circuit via een compressor en een expansieventiel gecre-
ëerd, die zich tussen de verdamper en de condensor bevin-
den. Het dampvormige koelmiddel stroomt van de verdam-
per komend in de compressor en wordt door de compres-
sor verdicht. Hierbij stijgen de druk en de temperatuur van
de koelmiddeldamp sterk. Na deze procedure stroomt het
koelmiddel door de condensor, waarin het zijn warmte-ener-
gie door condensatie aan het verwarmingswater afgeeft. Als
vloeistof stroomt het naar het expansieventiel, daarin ont-
spant het zich sterk en verliest daarbij extreem aan druk en
temperatuur. Deze temperatuur is nu lager dan deze van
het brijn dat door de verdamper stroomt. Het koelmiddel kan
daardoor in de verdamper nieuwe warmte-energie opne-
men, waarbij het opnieuw verdampt en naar de compressor
stroomt. Het proces begint weer van voor af aan.
De verdamper, buisleidingen in het brijncircuit en delen van
het koelmiddelcircuit zijn binnenin de warmtepomp tegen
koude geïsoleerd, opdat er geen condens kan ontstaan.
Mocht er toch eens in geringe mate condens ontstaan, dan
wordt dit water door de condensbak opgevangen en onder
de warmtepomp geleid. De condensbak bevindt zich onder
het koelcircuit in het binnenste deel van de warmtepomp.
Vorming van druppels onder de warmtepomp is ook moge-
lijk.
Optioneel is een externe passieve koelmodule verkrijgbaar,
waarbij zonder compressor en dus zonder gebruik van het
koelmiddelcircuit warmte-energie, bijv. via een vloerverwar-
ming uit de ruimtes naar de bodem gebracht wordt.
Het verwarmingswater, dat in de aanvoer kouder is dan de
kamertemperatuur, neemt warmte-energie uit de ruimtes op
en wordt via de CV-pomp naar de koelingswarmtewisselaar
getransporteerd. De brijnpomp transporteert het koude brijn
uit de bodem eveneens in de warmtewisselaar van het brijn-
circuit, die volgens het tegenstroomprincipe werkt. Hierbij
geeft de warmere verwarmingsretour warmte-energie aan
het koudere brijncircuit af, zodat het brijn een paar graden
opgewarmd opnieuw in de bodem geleid wordt. De afge-
koelde verwarmingsaanvoer circuleert opnieuw door het
circuit van de vloerverwarming, waar het water opnieuw
10
warmte-energie uit de omgeving kan opnemen. Het proces
begint weer van voor af aan.
Bij de installatie kan het zinvol zijn om sommige ruimtes
(bijv. badkamer) van de koelfunctie uit te sluiten en hiervoor
afzonderlijk afsluitventielen aan te sturen. De warmtepompe-
lektronica geeft een signaal dat voor zo'n aansturing gebruikt
kan worden.
Zo nodig kan via de ingebouwde regelaar een externe elek-
trische hulpverwarming vrijgeschakeld worden.
3.7

Weersafhankelijke energiebalansregeling

De regelaar zorgt voor een hoger verwarmingsvermogen als
de buitentemperaturen laag zijn. Bij hogere buitentempera-
turen verlaagt de regelaar het verwarmingsvermogen. De
buitentemperatuur wordt door een afzonderlijke, in de open
lucht gemonteerde voeler gemeten en naar de regelaar ge-
leid. De warmwaterbereiding wordt door de weersafhanke-
lijke regeling niet beïnvloed.
Naargelang het ingestelde hydraulische schema voert de
thermostaat een energiebalansregeling of een regeling van
de gewenste aanvoertemperatuur uit. Voor een installatie
zonder warmwater-buffervat voert de thermostaat een ener-
giebalansregeling uit. Voor een installatie met warmwater-
buffervat voert de thermostaat een regeling van de gewenste
aanvoertemperatuur uit.
3.7.1
Energiebalansregeling
Geldigheid: CV-installaties zonder buffervat
Voor een rendabele en storingsvrije werking van een warm-
tepomp is het belangrijk de start van de compressor te re-
glementeren. De aanloop van de compressor is het moment
waarop de hoogste belastingen optreden. Met behulp van de
energiebalansregeling is het mogelijk starts van de warmte-
pomp tot een minimum te beperken, zonder af te zien van
het comfort van een behaaglijk klimaat.
Net als bij andere weersafhankelijke CV-thermostaten be-
paalt de thermostaat via de registratie van de buitentempera-
tuur m.b.v. een stooklijn een gewenste aanvoertemperatuur
van het verwarmingswater. De energiebalansregeling ge-
schiedt op grond van deze gewenste aanvoertemperatuur en
de actuele aanvoertemperatuur, waarvan het verschil per mi-
nuut wordt gemeten en opgeteld.
Bij een bepaald warmtetekort start de waterpomp en wordt
ze pas opnieuw uitgeschakeld wanneer de toegevoerde hoe-
veelheid warmte gelijk is aan het warmtetekort.
Hoe groter de installateur de negatieve getalwaarde voor de
compressorstart instelt, hoe langer de intervallen zijn waarin
de compressor loopt of staat.
3.7.2

Regeling gewenste aanvoertemperatuur

Geldigheid: CV-installaties met buffervat
Net als bij andere weersafhankelijke CV-thermostaten be-
paalt de thermostaat via de registratie van de buitentempera-
tuur m.b.v. een stooklijn een gewenste aanvoertemperatuur.
Afhankelijk van deze gewenste aanvoertemperatuur wordt
het warmwater-buffervat geregeld.
De warmtepomp verwarmt wanneer de temperatuur van
de koptemperatuurvoeler VF1 van het buffervat kleiner is
dan de gewenste aanvoertemperatuur. Ze verwarmt tot de
Installatie- en onderhoudshandleiding Warmtepomp 0020202611_00

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave