6 | Installation
Verbinding met wateraansluiting
– De wateraansluiting moet voldoen aan de vereisten van de technische gegevens en de lokale en nati-
onale voorschriften.
– De wateraansluiting moet met een terugstroombeveiliging zijn uitgerust.
– De wateraansluiting moet een afsluiter en een testbaar terugslagventiel met voorgeschakeld filter
hebben. Het filter moet kunnen worden afgenomen voor reiniging.
– Het water mag niet van de huishoudelijke ontkalkingsinstallatie komen.
– Filter met ten minste 100 mazen/inch (UL)
6.3.2 Waterhardheid met meetstrips vaststellen
OPMERKING
Machineschade door verkalking
Als de waterhardheid verkeerd is ingesteld, kan de koffiemachine verkalken. Kalkaanslag kan de koffiema-
chine beschadigen.
a) Meet de waterhardheid tijdens de inbedrijfstelling. Stel vervolgens de gemeten waterhardheid in het
menu
Inbedrijfstelling
De hardheid van het gebruikte water bepaalt het vermogen van het waterfilter. Als de hardheid in het pro-
gramma van de machine bekend is, zal automatisch het juiste verzoek voor de filtervervanging worden
gegeven.
Verpakte meetstrip voor waterhardheid
1. Pak de meetstrip uit.
2. Dompel de meetstrip gedurende 1 s in het
water.
Hardheid
1
2
3
4
32
in.
Resultaat op de meetstrip
1 x rood
2 x rood
3 x rood
4 x rood
Wartelmoer G3/8 en metalen slang l = 1500 mm
Alleen met de meegeleverde slangenset aansluiten
3. Schud de meetstrip voorzichtig af.
ð De meetstrip verandert van kleur.
4. Lees na een minuut de hardheidsgraad af. De
hardheidsgraad komt overeen met het aantal
roodgekleurde velden.
5. Voer het meetresultaat in het onderhouds-
menu van de machine in Waterinstellingen.
Waterhardheid
>5° dH/>6°e/>9°fH
>10° dH/>13°e/>18°fH
>15° dH/>19°e/>27°fH
>20° dH/>25°e/>36°fH
Franke Kaffeemaschinen AG
Gebruiksaanwijzing A600