3
Selecteer ,
, of
.
4
Open de Garmin Connect app.
OPMERKING: Als u het toestel niet kunt verbinden met uw
smartphone, kunt u het
activiteit. GPS-gegevens worden niet vastgelegd.
5
Tik twee keer op het touchscreen om de activiteitentimer te
starten.
6
Start de activiteit.
Uw telefoon moet tijdens de activiteit binnen bereik zijn.
7
Na afloop van uw activiteit tikt u twee keer op het
aanraakscherm om de activiteitentimer te stoppen.
8
Selecteer een optie:
• Selecteer het
om de activiteit op te slaan.
• Selecteer het
>
• Selecteer
om de activiteit te hervatten.
Een krachttraining vastleggen
U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set
bestaat uit meerdere herhalingen van een enkele beweging.
1
Houd
ingedrukt om het menu weer te geven.
2
Selecteer
>
.
3
Selecteer
om het tellen van herhalingen en automatische
setdetectie in te stellen.
4
Selecteer de tuimelschakelaar om Herhalingsteller en
Automatisch instellen in te schakelen.
5
Druk op
om terug te keren naar het scherm voor de
activiteitentimer.
6
Tik twee keer op het touchscreen om de activiteitentimer te
starten.
7
Start uw eerste set.
Het toestel telt uw herhalingen.
8
Veeg om meer gegevensschermen te bekijken (optioneel).
9
Druk op
om een set te voltooien.
OPMERKING: Veeg indien nodig omhoog of omlaag om het
aantal herhalingen te bewerken.
10
Selecteer
om de rusttimer te starten.
Een rusttimer wordt weergegeven.
11
Druk op
om de volgende set te starten.
12
Herhaal stap 9 tot en met 11 tot uw activiteit is voltooid.
13
Na afloop van uw activiteit tikt u twee keer op het
aanraakscherm om de activiteitentimer te stoppen.
14
Selecteer een optie:
• Selecteer het
om de activiteit op te slaan.
• Selecteer het
>
• Selecteer
om de activiteit te hervatten.
Tips voor het vastleggen van krachttrainingsactivi-
teiten
• Kijk niet op het toestel als u herhalingsoefeningen uitvoert.
U kunt het toestel gebruiken bij de start en aan het eind van
elke set en tijdens rustpauzes.
• Concentreer u tijdens herhalingsoefeningen volledig op het
verbeteren van uw conditie.
• Voer lichaamsgewichttrainingen of vrije gewichtstrainingen
uit.
• Voer herhalingsoefeningen uit met een consistent, groot
bewegingsbereik.
Elke herhaling wordt geteld als de arm waaraan het toestel is
bevestigd, terugkeert in de startpositie.
OPMERKING: Beenoefeningen worden mogelijk niet geteld.
Hartslagmeetfuncties
selecteren om door te gaan met de
om de activiteit te verwijderen.
om de activiteit te verwijderen.
• Schakel automatische setdetectie in om uw sets te starten en
te stoppen.
• Na afloop kunt u uw krachttrainingsacitiviteit opslaan en
verzenden naar uw Garmin Connect account.
U kunt de tools in uw Garmin Connect account gebruiken om
activiteitgegevens weer te geven en te bewerken.
Een zwemactiviteit opnemen
OPMERKING: Hartslagmeting wordt niet weergegeven tijdens
het zwemmen. U kunt hartslaggegevens bekijken in de
opgeslagen activiteit in de Garmin Connect app.
1
Houd het
ingedrukt om het menu weer te geven.
2
Selecteer
>
.
3
Selecteer een zwembadformaat.
4
Selecteer
.
5
Tik twee keer op het touchscreen om de activiteitentimer te
starten.
Het toestel legt alleen activiteitgegevens vast als de
activiteitentimer loopt.
6
Start de activiteit.
Het toestel geeft uw afstand- en zwemintervallen of
baanlengten weer.
7
Na afloop van uw activiteit tikt u twee keer op het
aanraakscherm om de activiteitentimer te stoppen.
8
Selecteer een optie:
• Selecteer het
om de activiteit op te slaan.
• Selecteer het
>
• Selecteer
om de activiteit te hervatten.
Zwemwaarschuwingen instellen
1
Druk op
to als u het menu wilt weergeven.
2
Selecteer
>
>
> Waarschuwingen.
3
Selecteer Tijd, Afstand of Calorieën om elke waarschuwing
aan te passen.
4
Selecteer de schakelaar om elke geïnstalleerde
waarschuwing in te schakelen.
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de
loopband wilt vastleggen, kalibreert u de loopbandafstand nadat
u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u
verschillende loopbanden gebruikt, kunt u de loopbandafstand
handmatig kalibreren op elke loopband of na elke
hardloopsessie.
1
Start een activiteit op de loopband
tijdmeting registreren, pagina
2
Laat de loopband draaien totdat uw Lily toestel ten minste 1,5
km (1 mijl) heeft opgenomen.
3
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u
4
Op het scherm van de loopband kunt u de afgelegde afstand
bekijken.
5
Selecteer een optie:
• Tik op het touchscreen en voer de loopbandafstand op uw
toestel in om de eerste keer te kalibreren.
• Als u de eerste kalibratie handmatig wilt uitvoeren,
selecteert u
en voert u de loopbandafstand in op uw
toestel.
Hartslagmeetfuncties
Met het Lily toestel kunt u uw hartslaggegevens aan de pols
bekijken.
om de activiteit te verwijderen.
(Een activiteit met
4).
.
5