8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien
omkanteling. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de inschuifrail.
Bakplaat /Braadpan:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat /Braadpan:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei‐
ders erboven.
8.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. U kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
De oventemperatuur: minimaal 120 °C.
30/64
Er zijn twee temperaturen om in te stellen:
De kerntemperatuur.