Inbedrijfstelling
Ketel voorbereiden voor eerste opstart
Legenda:
A Aan/uit-schakelaar
B Terug (ESC)
C Regeling kamertemperatuur
D Bevestiging (OK)
E Handmatige modus
F Schoorsteenveger-modus
G Info-mode
H Reset-knop
I Bedrijfsmodus verwarmingszone(s)
L Scherm
M Bedrijfsmodus SWW
Initiële procedures
Om te verzekeren dat het toestel veilig
en correct wordt gebruikt, moet de ke-
tel door een gekwalificeerde technicus
voor gebruik voorbereid worden.
Stroomvoorziening
•
Controleer of de spanning en fre-
quentie van de stroomvoorziening
overeenstemmen met de gegevens
op het typeplaatje van de ketel.
•
Zorg ervoor dat de aardverbinding
correct is uitgevoerd.
Het hydraulisch circuit vullen
Ga als volgt te werk:
•
Open het vulpunt van het systeem
en ontlucht het hydraulisch sys-
teem. Blijf het systeem vullen totdat
de drukmeter op de ketel (0,5*) 1,5
bar aangeeft.
*zie pagina 140 Tabel 3
Gastoevoer
Ga als volgt te werk:
•
Zorg ervoor dat via de gastoevoer
hetzelfde soort gas wordt aange-
voerd als aangegeven op het type-
plaatje van de ketel.LET OP: de ke-
tel is ingesteld voor gas type G20.
Om met gas van het type G31 te
werken, dient u de procedures
beschreven in "LPG-instellingen"
te volgen.
•
Zet alle deuren en ramen open.
•
Vermijd vonken of vlammen in de
ruimte.
•
Zorg ervoor dat de gasaansluitingen
correct zijn uitgevoerd.
M
0
4
ESC
H
B
Voorbereiding voor eerste opstart
•
Open de gastoevoer.
•
Schakel de stroomtoevoer naar de
installatie in.
•
Schakel de ketel in via de aan/uit-
schakelaar (A).
•
Zorg ervoor dat de ketel in stand-by-
modus staat (
)
•
Controleer de werking van de pomp:
zorg ervoor dat de pomp in de juiste
richting draait.
•
Laat alle lucht uit de pompmotor
ontsnappen.
Het is raadzaam om de ketel na de eer-
ste opstart op 50%-last in te stellen, dit
geeft u het beste vertrekpunt voor een
correcte
verbrandingsanalyse.
daartoe de onderstaande procedure:
•
Druk knop I > 3 seconden in, de ke-
tel gaat in regelstopmodus.
•
Druk op de Info-knop (G) om de ei-
genlijke ketellast (%) op het scherm
weer te geven.
•
Kies "Instelling" (bevestig met de
knop OK). De ketellast kan nu ge-
wijzigd worden door aan het wiel (C)
te draaien en de 50%-instelling met
de knop OK te bevestigen.
LPG (G31) instellingen
Om te werken met gas type G31 moe-
ten de desbetreffende parameters (min.
9.524 omw/min en max. 9.529 omw/min)
op het scherm worden bereikt.
b
c
6
12
16
20
24
-
+
OK
C
D
E
F
De toerentalwaarden worden vermeld op
118):
•
Op knop OK drukken
•
(G) gedurende 3 seconden in-
drukken
•
Installeren kiezen m.b.v. wiel (C)
Op knop OK drukken
•
•
Branderregeling kiezen m.b.v.
wiel (C)
•
Op knop OK drukken
•
Parameternummer dat u wenst
te wijzigen kiezen m.b.v. wiel (C)
•
OK (parameter knippert)
•
Waarde wijzigen m.b.v. wiel (C)
OK (parameter is opgeslagen)
•
Na controle van de verbrandingswaar-
den (zie volgende pagina) kunt u de
Volg
regelstopmodus verlaten door > 3 se-
conden op de regelingsmodusknop (I)
te drukken.
Bedrijfsmodus SWW (M)
Om de SWW-werking in te schake-
len (aanduiding op scherm onder SW-
W-symbool).
Bedrijfsmodus
(I) Om 4 verschillende verwarmingsmodi
in te stellen:
Auto (klok): automatische werking via
tijdsprogrammering
Comfort (zon): 24/7-verwarming in
comfortmodus
Reduction (maan): 24/7-verwarming in
verminderde modus
Standby: verwarming uit, vorstbeveili-
ging geactiveerd
I
L
G
A
verwarmingszone(s)
141