Pagina 5
Technische gegevens Afmetingen TH-L/R40 TH-L/R40 TH-L/R40 TH-L/R40 TH-L/R40 50 - 65 R 1 1/4" R 1 1/4" R 1 1/2" R 1 1/2" R 1 1/2" R 1 1/4" R 1 1/4" R 1 1/2" R 1 1/2" R 1 1/2" R 3/4"...
Verklaring van overeenstemming Verklaring van overeenstemming Rendamax BV, Hamstraat 76, 6465 AG Kerkrade (NL), Verklaart dat het product THISION L / R40 Is geconstrueerd volgens volgende richtlijnen: EN 298 EN 483 EN 15420 EN 55014-1 / -2 EN 61000-3-2 /-3 EN 60335-1/ -2 En voldoet aan de volgende normen: 92 / 42 / EEC (Boiler efficiency directive)
Cascade montage Algemene instructies De volgende pagina’s tonen de eenvou- digste manier om een compleet cascade- systeem te installeren, zowel voor lijnop- stelling als voor ruggelingse (B2B) opstel- ling. De tekeningen tonen een cascadesys- teem met de systeemaansluitingen aan de rechterkant. Het is echter ook mogelijk de aansluitingen aan de linkerkant te positioneren.
Cascade montage Frame - lijn, wandmontage Markeer de gaten in de muur zoals weer- gegeven in de tekening. Boor de gaten en plaats de pluggen. Alvorens de ketels aan de muur te han- gen, dient u zich ervan te overtuigen dat de muur sterk genoeg is om het gewicht van de ketels te kunnen dragen (zie tech- nische gegevens voor gewicht van de...
Cascade montage Frame - lijn, vrijstaand frame Plaats het frame op een schone en vlak- ke ondergrond. Alle onderdelen worden samengebouwd en bevestigd met M8 zeskantbouten en (1) en onderlegschijven (2) . De collectorsteunen (3 en 4) dienen als steun voor zowel het frame als ook de water–...
Cascade montage Frame - ruggelings, vrijstaand frame Plaats het frame op een schone en vlak- ke ondergrond. Alle onderdelen worden samengebouwd en bevestigd met M8 zeskantbouten en (1) en onderlegschijven (2) . De collectorsteunen (3 en 4) dienen als steun voor zowel het frame als ook de water–...
Cascade montage Collector Plaats de aanvoer- (1) en retourcollector (2), als ook de gascollector (3) op de collectorsteunen (4 en 5). Monteer de afdichtingen (6) en de blind- flenzen (7) en bevestig deze met de M16 bouten en moeren (8). Controleer of de collectorbuizen in de juiste richting zijn geplaatst, dit om pro- blemen met de montage van de aansluit-...
Cascade montage Isolatie - achterpaneel Achterpaneel ketel 1 (links): Snij de uitbreidingsstukken (1) van het achterpaneel B. Monteer onderdeel F. Monteer onderdeel G. Monteer het achterpaneel B in het cascadesysteem. Achterpaneel ketel 2 (rechts): Voor de tweede ketel stappen 2-4 uitvoe- ren zoals beschreven voor ketel 1 (NB: Er dient niets te worden afgesneden!).
Cascade montage ISPESL kit (alleen voor Italië) Monteer de ISPESL aanvoerbuis (1) aan de aanvoer collectorbuis. Monteer de afdichting (2) en bevestig de buis met de M16 bouten en moeren (3). > 555 kW Herhaal dezelfde stappen voor de ISPE- SL retourbuis (4).
Cascade montage Gasfilter Bevestig het gasfilter aan de gasaanslui- DN 65 ting zoals aangegeven in de tekening. DN 100 DN 65 Indien noodzakelijk kan er een verleng- buis (optioneel) gemonteerd worden om het gasfilter iets verder van het cascade- systeem te positioneren. DN 100...
Cascade montage Drukloze verdeler Platenwarmtewisselaar Drukloze verdeler Monteer de drukloze verdeler (1) aan de aanvoer– en retour collectorbuis. Monteer de afdichtingen (2) en bevestig de drukloze verdeler met de M16 bouten en moeren (3). Ingeval van de DN100 verdeler (4), eerst de adapter kit (5) monteren alvorens de verdeler te monteren.
Cascade montage Ketelaansluitset - lijn De 1½” x 1¼” verlopen (1) worden alleen gebruikt bij de waterzijdige aansluiting van de keteltypes 100-145 welke 1½” aansluitingen hebben. Keteltypes 50-85 hebben 1¼” aansluitingen waardoor geen verlopen nodig zijn. Monteer de water– en gaszijdige aanslui- tingen van elke ketel in onderstaande volgorde (zie ook tekeningen): ...
Cascade montage Ketelaansluitset - ruggelings De 1½” x 1¼” verlopen (1) worden alleen gebruikt bij de waterzijdige aansluiting van de keteltypes 100-145 welke 1½” aansluitingen hebben. Keteltypes 50-85 hebben 1¼” aansluitingen waardoor geen verlopen nodig zijn. Het monteren van de aansluitsets van de voorste ketels is identiek aan de procedu- re voor lijnopstelling, zoals omschreven op de vorige pagina.
Voer de kabel in door de kabelwartel (3) en leid deze naar de klemmen- strook; Sluit de kabel aan op de klemmen- strook volgens onderstaand schema. POMP TYPES TH-L/R40 50-65 TH-L/R40 85 TH-L/R40 100 TH-L/R40 120 TH-L/R40 145...
Voer de kabel in door de kabelwartel (3) en leid deze naar de klemmen- strook; Sluit de kabel aan op de klemmen- strook volgens onderstaand schema. POMP TYPES 100 - 145 (incl. clip in) TH-L/R40 50-65 TH-L/R40 85 TH-L/R40 100 TH-L/R40 120 TH-L/R40 145...
Cascade montage Isolatie - voorpaneel Het isolatie voorpaneel is gemaakt voor DN65 cascadesystemen. Wanneer toe- gepast op DN100 cascadesystemen, dienen de aangegeven stukken (1) weg- gesneden te worden. DN 100 Voorpaneel montage ketel 1 (links): Monteer voorpaneel A; Verifieer dat de snappers (2) van het achterpaneel B zowel boven als onder goed aansluiten op het voorpaneel A.
Pagina 23
Cascade montage Isolatie - voorpaneel Voorpaneel montage ketel 2 / 3 (rechts): Snij de uitbreidingsstukken aan de rechterkant van het paneel A; Monteer voorpaneel A; Verifieer dat de snappers van het achterpaneel B zowel boven als onder goed aansluiten op het voorpaneel A.
Cascade montage Isolatie - eindstukken Wanneer de eindstukken gebruikt worden op een DN65 cascadesysteem, dienen de bijgesloten inserts geplaatst te worden alvorens het eindstuk te monteren. Eindstuk voor aansluiting links: Plaats insert H in eindstuk D; Plaats insert I in eindstuk D. Eindstuk voor aansluiting rechts: Plaats insert H in eindstuk D;...
Cascade montage Isolatie - eindstukken systeemkant Wanneer de eindstukken gebruikt worden op een DN65 cascadesysteem, dienen de bijgesloten inserts geplaatst te worden alvorens het eindstuk te monteren. Eindstuk systeemkant voor aansluiting links: Plaats insert H op de bovenste flens; Plaats insert I op de onderste flens.
Cascade montage Isolatie - verbindingsstuk 2 collectors Bij lijnopstelling van meer dan 3 ketels of ruggelingse opstelling van meer dan 6 ketels, dienen de collectorbuizen gekop- peld te worden. Om bij zulke systemen de isolatie te kun- nen monteren, is er een isolatie verbin- dingsstuk K nodig.
Cascade montage Isolatie - paneel ruggelings Het monteren van de isolatiesets van de voorste ketels van een ruggelingse op- stelling is identiek aan de procedure voor lijnopstelling, zoals omschreven op de vorige pagina’s. Voor de achterste ketels in een rugge- lingse opstelling kan het paneel rugge- lings C gebruikt worden.
Cascade montage Luchtinlaatrooster Monteer het luchtinlaatrooster A op de luchtinlaat van elke ketel. Keteltypes 50-120 hebben een 100 mm aansluiting, keteltype 145 heeft een 130 mm aansluiting.
Cascade montage Rookgassysteem - lijn Het rookgassysteem dient altijd onder een hoek van minimaal 3° gemonteerd te worden, dit om een goede afvoer van condens mogelijk te maken. Om deze hoek mogelijk te maken, dienen de verti- cale secties B aangepast te worden aan de actuele ketelconfiguratie.
Cascade montage Rookgassysteem - ruggelings Het rookgassysteem dient altijd onder een hoek van minimaal 3° gemonteerd te worden, dit om een goede afvoer van condens mogelijk te maken. Om deze hoek mogelijk te maken, dienen de verti- cale secties B aangepast te worden aan de actuele ketelconfiguratie.
Cascade montage Regeling De ketels kunnen aangestuurd worden MASTER door de geïntegreerde Master/Slave cas- cade regeling. Om communicatie tussen de ketels mo- gelijk te maken, dient op elke ketel een OCI345 communicatiemodule aangeslo- ten te worden. Inhoud van de sets: Cascade-set MASTER 1x OCI345 communicatiemodule met aansluitmateriaal, 1x verdelervoeler QA-...