Installatie
De ketel aansluiten
2
134
7
A
De ketel aansluiten
In dit hoofdstuk leggen we uit hoe u alle
aansluitingen met de ketel realiseert,
waaronder:
•
Hydraulische aansluitingen (1, 3)
•
Condensafvoer (7)
•
Gasaansluiting (6)
•
Rookgasaansluiting (5)
•
Luchtinlaat (2)
•
Elektrische aansluiting (4)
•
Vuilopvangbak
pagina).
De ketel moet altijd zo aangesloten
worden dat het systeem voldoet aan
1
alle relevante normen en voorschriften
(Europees, nationaal en lokaal). Het
behoort tot de verantwoordelijkheid van
3
de installateur om ervoor te zorgen dat
5
alle normen en voorschriften in acht
worden genomen.
4
Hydraulische aansluitingen
6
De
ketel
moet
aangesloten dat de wateraanvoer in de
ketel te allen tijde verzekerd wordt.
Sluit de aansluitingen voor aanvoer (3) en
retour (1) van het systeem spanningsvrij
aan op de ketelaansluitingen.
Luchtinlaat (2)
A
De luchtinlaat kan worden aangesloten
wanneer de ketel in een afgesloten ruim-
te wordt geïnstalleerd.
De diameter moet worden berekend
volgens de nationale voorschriften, sa-
men met het rookgassysteem. De totale
weerstand van de beide systemen mag
nooit meer bedragen dan de maximaal
toegestane weerstand van de ventilator
in de ketel (zie ook hoofdstuk: Techni-
sche gegevens).
Om het deksel van de luchtinlaat te ope-
nen, verwijdert u de schroeven (A) met
een schroevendraaier en verwijdert u
vervolgens het deksel.
Controleer of de luchtinlaatsystemen in
overeenstemming met nationale en loka-
le voorschriften zijn gerealiseerd.
Installaties die niet voldoen aan de voor-
schriften, mogen niet in bedrijf worden
gesteld.
Zorg ervoor dat alle aansluitingen span-
ningsvrij zijn.
De diameter van de buizen voor de rook-
gassen en de luchtinlaat mag niet wor-
den verminderd.
(zie
volgende
altijd
zo
worden