Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
De ketel aansluiten
Rookgassysteem mag niet aangesloten
worden op de compensator!
136
Gasaansluiting (6)
De gasaansluiting moet in overeenstem-
ming met de geldende nationale en loka-
le normen en voorschriften door een be-
voegde installateur worden gerealiseerd.
Sluit de gasleiding van het systeem
spanningsvrij aan op de gasaansluiting
(6) van de ketel. Er moet een gasafsluit-
klep direct achter de ketel worden ge-
monteerd.
Op de gasaansluiting van de ketel kan
een gasfilter direct worden gemonteerd.
6
Elektrische aansluiting (4)
De elektrische aansluiting moet in over-
eenstemming met de geldende nationale
en lokale normen en voorschriften door
een bevoegde installateur worden gere-
aliseerd.
Voor toegang tot het elektrische gedeel-
te, dat zich onder het voorpaneel bevindt,
volgt u de instructies op pagina 132.
WAARSCHUWING!
Sluit de voeding van de ketel niet aan
op apparatuur voor aardlekcontrole.
Voor de stroomtoevoer moet een meer-
polige hoofdschakelaar met een contact-
opening van minstens 3 mm
in de verwarmingsruimte worden ge-
bruikt. De schakelaar kan worden ge-
bruikt om de stroomtoevoer bij onder-
houdswerken uit te schakelen.
De kabels kunnen worden ingevoerd via
de kabelgoten en wartels aan de achter-
kant van het elektrisch paneel vooraan
4
op de ketel.
Verbind alle kabels met de klemmen vol-
gens het bedradingsschema van de ketel
(zie schakelschema's op pagina 156).
Pompvereisten
Om te verzekeren dat de ketel correct
werkt, kunt u alleen originele toebehoren
4
bestellen.
Neem contact op met uw plaatselijke
verdeler voor meer informatie.
Wanneer u voor andere pompen kiest,
moet u met de volgende punten rekening
houden:
•
De hydraulische weerstand/stroom
van de ketel en de installatie!
Zie "Technische gegevens" voor de
weerstand/stroom van de ketel (zie
pagina 118).
•
Respecteer de gegevens m.b.t.
de elektrische aansluiting (max.
stroomwaarden) zoals vermeld in
de tabel "Elektrische aansluitingen"
(zie pagina 156 / 158).
•
Neem steeds de installatie- en ge-
bruiksaanwijzingen van de fabrikant
van de pomp in acht, alsook zijn
voorschriften!
Belangrijk!
•
SE-uitvoering,
alle
geen modulerende pomp mo-
gelijk!
•
Een pomp met een stroom-
verbruik > 1,5 kW moet steeds
een externe voeding hebben.
Gastoevoer
Controleer of de aansluiting voor de
gastoevoer op de ketel stevig aange-
spannen is. Bij eventuele lekken moet u
deze eerst verhelpen alvorens de ketel
opnieuw te starten.
Ontlucht de gaspijp.
Dit kan gebeuren op het meetpunt (1)
aan de gasdrukschakelaar. Vergeet niet
om het meetpunt na het ontluchten te
sluiten!
Controleer de gassoort en de verbran-
dingswaarden bij de lokale gasmaat-
schappij om te kunnen bepalen voor
welke gassoort de ketel moet worden
ingesteld.
types:
1
Advertenties
Inhoudsopgave
