Inbedrijfstelling
Water en hydraulisch systeem
De inbedrijfstelling van de ketel mag al-
leen door daartoe bevoegd personeel
worden uitgevoerd. Bij niet-naleving van
deze voorwaarde vervalt de garantie. Er
moet een inbedrijfstellingsrapport wor-
den ingevuld (aan het eind van dit hoofd-
stuk vindt u een voorbeeld van zo'n inbe-
drijfstellingsrapport).
In dit hoofdstuk wordt de inbedrijfstelling
uitgelegd van een ketel die uitgerust is
met een standaard regeling. Bij installa-
tie van een bijkomende systeemregeling
verwijzen wij u naar de handleiding voor
de inbedrijfstelling van de regeling.
Waterdruk
Open de kleppen naar het systeem.
Controleer de waterdruk in het systeem.
Als de waterdruk te laag is (zie onder-
staande tabel), verhoogt u de druk tot
minstens de minimaal vereiste waterdruk
vermeld in de tabel.
Water vullen gebeurt via de vul- en aftap-
klep (2) op de retouraansluiting (1) van
de ketel.
Hydraulisch systeem
Controleer of de ketel zodanig hydrau-
lisch op het systeem is aangesloten dat
de wateraanvoer te allen tijde verzekerd
is tijdens de werking van de brander.
De wateraanvoer wordt geregeld via de
wateraanvoerschakelaar in de ketel; bij
onvoldoende aanvoer zal de brander
meteen uitschakelen en gaat de ketel in
lock-out.
1
140
Waterkwaliteit
(zie tabellen 1 en 2)
Schade aan de warmtewisselaar door
zuurstofdiffusie valt niet onder de garan-
tie.
Bij installaties met grotere watervolumes
moeten de maximale vul- en extra volu-
mes in overeenstemming met de in de
Duitse VDI2035-norm vermelde hard-
heidswaarden worden gerespecteerd.
Tab. 1
Bedrijfstemperatuur
Min. waterdruk in bedrijf
pH water
Waterhardheid
Elektrische geleidbaarheid
Zuurstofgehalte
Chloridegehalte
Sulfidegehalte
Nitridegehalte
Zoutgehalte
TOTAAL
Aanvaarde hardheid in verhouding tot soortelijk volume van installatie
VERWARMINGS-
VERMOGEN
[kW]
50 kW - ≤ 200 kW
(2,0 mol/m
200 kW - ≤ 600 kW
(1,5 mol/m
600 kW - ≤ 1.200
kW
(1,0 mol/m
> 1200 kW
(0,5 mol/m
Pas waterontharding toe als de maximumwaarden overschreden zijn (verplicht voor garantie!).
2
TRIGON XXL SE
TRIGON XXL ECO
TRIGON XXL EVO
In de tabel vindt u de nominale waarden
voor het vullen en bijvullen van water
voor de TRIGON XXL in overeenstem-
ming met de VDI2035-norm.
De tabel geeft een indicatie van de re-
latie tussen de waterkwaliteit en het
maximale (bij)vulvolume gedurende de
levensduur van het toestel.
Raadpleeg de originele tekst van de
norm VDI2035 voor verdere informatie.
Systeemwater
10 - 90 °C
Zie tabel 3
8,2 - 10,0
"Actuele tabel van
VDI2035
(zie blad "CH hard-
heid")"
< 100 μS/cm
< 0,05 mg/l
< 50 mg/l
< 50 mg/l
< 50 mg/l
< 0,2 mg/l
Tabel 2
SOORTELIJK VOLUME
< 20 l/kW
≥ 20 l/kW - < 50 l/kW
≤ 11,2 °dH
≤ 8,4 °dH
)
(1,5 mol/m
3
≤ 8,4 °dH
≤ 5,6 °dH
)
(1,0 mol/m
3
≤ 5,6 °dH
≤ 2,8 °dH
)
(0,5 mol/m
3
≤ 2,8 °dH
≤ 0,11 °dH
)
(0,02 mol/m
3
Tabel 3 Min. waterdruk
ΔT
≤ 20K
20 - 30K
ΔT
≤ 20K
20 - 25K
25 - 30K
ΔT
≤ 20K
20 - 25K
25 - 30K
Centrale verwarming
Vulwater
10 - 25 °C
-
7,0 - 9,5
"Actuele tabel van
VDI2035
(zie blad "CH hard-
heid")"
< 100 μS/cm
< 0,05 mg/l
< 50 mg/l
< 50 mg/l
< 50 mg/l
< 0,2 mg/l
≥ 50 l/kW
≤ 5,6 °dH
)
(1,0 mol/m
)
3
3
≤ 2,8 °dH
)
(0,5 mol/m
)
3
3
≤ 0,11 °dH
)
(0,02 mol/m
)
3
3
≤ 0,11 °dH
)
(0,02 mol/m
)
3
3
Min. waterdruk
0.5 bar
1.5 bar
Min. waterdruk
0.5 bar
1.0 bar
1.5 bar
Min. waterdruk
0.5 bar
1.0 bar
1.5 bar