10 VOOR OPSTARTEN
Het apparaat mag alleen voor de eerste keer worden gestart door DAIKIN geautoriseerd personeel.
Het apparaat mag absoluut niet worden opgestart, zelfs niet voor een zeer korte periode, zonder het tot in de
kleinste details te hebben gecontroleerd door tegelijkertijd de volgende lijst in te vullen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
OPMERKING - Lees de meegeleverde handleiding voordat u het apparaat opstart. Het zal je helpen om de werking van de
apparatuur en de bijbehorende elektronische regelaar beter te begrijpen en de deuren van het elektrische paneel te sluiten.
Open de isolatie en/of afsluitkleppen afsluiters
Controleer voor het opstarten of alle isolatie- en/of uitschakelkleppen volledig open staan.
Deze lijst moet worden ingevuld en ten minste twee weken voor de startdatum naar het plaatselijke Daikin
D-EIMHP01702-23_00NL- 66/72
Controles die moeten worden uitgevoerd voordat het apparaat wordt gestart
Controleer op schade aan de buitenkant
Open alle sluitkleppen
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de unit onder druk staan met koelmiddel
(verdamper, condensor, compressoren) voordat deze op het hydraulische circuit
wordt aangesloten.
Installeer de hoofdzekeringen, aardlekdetector en hoofdschakelaar.
Aanbevolen zekeringen: aM die voldoen aan de IEC 269-2 norm.
Raadpleeg het bedradingsschema voor de afmetingen.
Sluit de hoofdspanning aan en controleer of deze binnen de toegestane limieten
van ±10% valt ten opzichte van de classificatie op het typeplaatje.
De hoofdstroomvoorziening moet zo worden geregeld dat deze onafhankelijk van
andere onderdelen van het systeem of andere apparaten in het algemeen kan
worden in- of uitgeschakeld.
Controleer het bedradingsschema, klemmen L1, L2 en L3.
Installeer de waterfilterkit(s) (ook als ze niet meegeleverd worden) aan de ingang
van de wisselaars.
Voer water toe aan de wisselaars en zorg ervoor dat het debiet binnen de limieten
valt die zijn aangegeven in de tabel in de paragraaf "Belasting, debiet en kwaliteit
van het water".
De leidingen moeten volledig worden doorgespoeld. Zie het hoofdstuk
"Voorbereiding, controle en aansluiting van het watercircuit".
Verbind het contact/de contacten van de pomp in serie met het contact/de
contact van de debietmeter(s) zodat de eenheid alleen kan worden geactiveerd als
de waterpompen werken en de waterstroom voldoende is.
Controleer het oliepeil in de compressoren.
Controleer of alle watersensoren correct zijn bevestigd in de warmtewisselaar (zie
ook de sticker op de warmtewisselaar).
Service-kantoor worden gestuurd.
Opmerking