Fig. 51 - Details van kabelgeleiding
7.8.1
Power bar systeem mechanische installatie
Voor een correcte mechanische installatie moet elke PowerBar-module op de juiste unitmodule worden geplaatst en worden
vastgezet met 4 schroeven met de zeskantsleutel op de laterale dwarsbalken (2 aan elke kant). Wanneer het bovenpaneel van de
kast aanwezig is (versie XR-eenheid), moet een deel van de plaat worden afgesneden om de schroeven te kunnen bevestigen.
De eerste en de laatste unit hebben een eigen voedingsbalkmodule met een doos waarin de voedingskabels kunnen worden
geïnstalleerd, de andere units hebben een specifieke voedingsbalkmodule zonder doos.
Fig. 52 - Bevestiging van het stroomrailsysteem aan de eenheid
UITGESNEDEN WORDEN
Twee opeenvolgende modules moeten verbonden worden door een verbindingsmodule. Deze module bevat 4 busbar
aansluitklemmen om de elektrische continuïteit door de powerbar modules te garanderen.
D-EIMHP01702-23_00NL- 53/72