90
Voor elke gebruiker kunt u:
de individuele naam programmeren (tot 16 karakters);
de schema's definiëren welke bepaalt wanneer de gebruiker toegang heeft tot het
systeem.
10. Rapportage
Het alarmsysteem kan gebeurteniscodes verzenden naar de meldkamer via de volgende
transmissie kanalen:
analoge telefoonlijn,
Ethernet (een ETHM-1 Plus / ETHM-1 module aangesloten op het alarmsysteem is
vereist),
Mobiel gegevensnetwerk (INT-GSM / INT-GSM LTE module moet in het alarmsysteem
worden geïnstalleerd of de SATEL GSM module moet op de inbraakcentrale worden
aangesloten),
SMS (een INT-GSM / INT-GSM LTE module dient in het alarmsysteem geïnstalleerd te
worden) - het alarmsysteem krijgt geen bevestiging bij ontvangst van de gebeurteniscode!
Het alarmsysteem probeert om de gebeurteniscode naar de meldkamer te sturen met behulp
van:
1. ETHM-1 Plus / ETHM-1 module en/of INT-GSM / INT-GSM LTE module. Als er meerdere
van dergelijke modules op het alarmsysteem aangesloten zijn, wordt die met het laagste
adres gebruikt. Gebeurteniscodes kunnen worden verzonden via Ethernet, mobiel
gegevensnetwerk of SMS.
Bij het configureren van de ETHM-1 Plus module waarop een INT-GSM / INT-GSM
LTE module aangesloten is, of bij het configureren van een INT-GSM / INT-GSM LTE
module die direct op het alarmsysteem aangesloten is, definieer de prioriteit voor de
transmissiekanalen. Een transmissiekanaal welke niet opgenomen is in de lijst, welke
de prioriteit van transmissiekanalen definieert, zal niet worden gebruikt.
2. SATEL GSM module voor transmissie via het mobiele datanetwerk (GPRS/LTE).
3. analoge telefoonlijn (basis en back-up telefoonnummer).
Indien de gebeurteniscode succesvol via een transmissiekanaal verzonden is zal het andere
transmissiekanaal niet worden gebruikt.
Indien het verzenden van de gebeurteniscode niet lukt via een transmissiekanaal, dan zal het
alarmsysteem
de
transmissiekanaal. Bij rapportage via de telefoonlijn zal indien de gebeurtenis niet verzonden
kan worden bij het bereiken van het geprogrammeerd aantal bel pogingen, dan zal het
systeem ophangen totdat een volgende gebeurtenis optreedt of voor een gespecificeerde
tijdsperiode. Nadat de tijd verlopen is zal het alarmsysteem weer pogingen doen om de
gebeurtenis te verzenden.
De meldkamer parameters kunnen geprogrammeerd worden via:
het bediendeel in de service mode, bij de functies beschikbaar in het M
submenu;
het DLOADX programma in het "Meldkamer" scherm.
Voor een juiste werking dient voor sommige functies het inschakelen van bepaalde systeem
opties nodig zijn.
Rapportage via de ETHM-1 Plus / ETHM-1 / INT- GSM/ INT- GSM LTE / GSM modules
vereist dat sommige telefoon opties ingeschakeld worden en dat de instellingen van deze
module correct worden ingesteld.
Programmeer handleiding
gebeurteniscode
proberen
te
verzenden
SATEL
via
het
volgende
ELDKAMER