Satel INTEGRA Plus Programmeerhandleiding pagina 67
Verberg thumbnails
Zie ook voor INTEGRA Plus:
- Gebruikershandleiding (21 pagina's) ,
- Verkorte gebruikershandleiding (22 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
SATEL
20. I
NGANGSTIJD VERTRAGING STATUS
– actief indien minimaal één van de geselecteerde blokken ingeschakeld is.
21. IN
STATUS
22. V
I
OLLEDIGE
N STATUS
– signaleert:
23. I
/U
N
IT TOON
– het starten van de inschakel procedure (inschakelen, als de uitgangsvertraging niet
geprogrammeerd is) - 1 Puls,
– uitschakelen – 2 pulsen,
– alarm herstellen – 4 pulsen,
– niet kunnen inschakelen of de inschakel procedure is mislukt - 7 pulsen.
De Puls tijd is ongeveer 0.3 seconden.
24. P
ULS SCHAKELAAR
code, zone activering of activering van het tijdschema zal de uitgang activeren voor de
geprogrammeerde tijd.
25. P
ULS SCHAKELAAR
huidige status, zal bij gebruik van een code of activering van een zone de uitgang worden
geactiveerd of gedeactiveerd. Als het tijdschema AAN gaat, activeert de uitgang en als het
tijdschema UIT gaat dan deactiveert de uitgang.
Bij het programmeren van het alarmsysteem dienen de 24. P
SCHAKELAAR
toegewezen worden aan een groep van uitgangen (zie: "Uitgang groepen" p. 72).
– de uitgang wordt gestuurd door klokken.
26. K
LOK
27. S
TORING STATUS
28. G
AC (
EEN
HOOFDPRINT
hoofdprint van het alarmsysteem.
29. 230VAC
(T
WEG
zone types.
WEG
30. G
AC (
EEN
UITBREIDINGSMODULE
uitbreidingen met voeding.
31. A
CCUPROBLEEM
op het alarmsysteem (lage accu / geen accu / hoge interne weerstand van de accu).
32. A
CCU STORING
zone type.
LAAG
33. A
CCU STORING
met voeding.
34. D
ETECTOR STORING
35. T
ELEFOONLIJN IN GEBRUIK STATUS
36. G
S
ROUND
TART
BEPAALDE TYPE TELEFOONCENTRALES
37. M
ELDKAMER BEVESTIGING
38. S
ERVICE MODE STATUS
39. T
EST TRILDETECTOREN
24
T
zone type). De uitgang activeringstijd bepaald de duur voor het testen van de
U
RIL
trildetectoren in het geselecteerde blok.
40. G
ELDMACHINE
G
zone types in blokken met een geldmachine.
ELDMACHINE
– bedoeld voor het voeden van externe apparatuur.
41. V
OEDING
– actief bij het aftellen van de
– actief als alle blokken ingeschakeld zijn.
– gestuurd door gebruikers, zones of klokken. Het gebruik van een
– gestuurd door gebruikers, zones of klokken. Afhankelijk van de
type uitgang gestuurd moet worden vanaf het bediendeel, dan moet deze
– actief bij storingen.
) –
DIRECT
) – actief bij activeringen van 59. T
ECHNISCHE ZONE
) – actief bij het uitvallen van de AC voeding van
) – duidt op een probleem met de accu die is aangesloten
(
MOEDERBORD
- (T
ECHNISCHE ZONE
(
UITBREIDINGSMODULE
– actief bij zone storingen.
– actief indien er telefoon communicatie plaats vindt.
–
DE UITGANG GENEREERT EEN STUURIMPULS WELKE NOODZAKELIJK IS VOOR
– actief na een rapportage bevestiging.
– actief indien de service mode betreden wordt.
– bedoeld voor het testen van trildetectoren in één blok (zie: 10.
OVERBRUG
STATUS
INTEGRA Plus
– actief bij het uitvallen van de AC voeding op de
) – actief bij activering van het 60. T
) – actief bij een laag accu voltage van uitbreidingen
.
– actief bij het overbruggen van de 11. 24
INGANGSVERTRAGING
of 25. M
ULS
AAK
- 230VAC
ECHNISCH
ECHNISCH
65
.
/B
REEK
-A
CCU
U
Advertenties
Inhoudsopgave
