68
106. R
OLLUIK NEER
activering van geselecteerde zones of bij inschakeling van geselecteerde blokken (bij het
starten van de inschakel procedure). Deze kan ook via het bediendeel geactiveerd worden
met de gebruikersfunctie U
de uitgang, dient langer te zijn dan het nodig is om voor het rolluik omlaag te gaan.
De
rolluik
geprogrammeerd te worden.
Bij het programmeren van het alarmsysteem dienen de 105. R
106. R
OLLUIK NEER
dienen deze aan een groep van uitgangen toegekend te worden (zie: "Uitgang
groepen" p. 72).
Voor de 105. R
toegekend te worden zodat deze uitgangen via het bediendeel in het desbetreffende
blok bediend kunnen worden. Indien de blok status de uitgang status niet mag
aansturen, schakel dan de N
107. K
AART OP LEZER
de lezer A aansluiting van de toegangscontrole module. Ook kan deze geactiveerd worden
door een kaart uitlezing op het bediendeel.
108. K
AART OP LEZER
de lezer B aansluiting van de toegangscontrole module. Ook kan deze geactiveerd worden
door een kaart uitlezing op het bediendeel.
EN – actief als alle geselecteerde zones geactiveerd zijn.
109. Z
ONE LINK
–
110. A
LARM
GEEN VERIFICATIE
–
111. A
LARM
GEVERIFIEERD
112. G
EVERIFIEERD
verificatie is geen alarm geactiveerd door enig andere zone welke bij de verificatie
behoort).
113. V
ERIFICATIE UITGESCHAKELD STATUS
114. Z
ONE TEST STATUS
115. I
N
TYPE
STATUS
inschakelmode, ingeschakeld zijn.
116. I
NTERNE SIRENE
9. DAG A
uitgang type (een combinatie van de 1. I
LARM
117. S
ABOTAGE STATUS
uitbreidingen.
118. L
AGE BATTERIJ HANDZENDER
gebruikers. Dit heeft betrekking op de 433 MHz handzenders (ondersteund door de INT-
RX of INT-RX-S modules) of de APT-200 handzenders ondersteund door het ABAX 2 /
ABAX systeem / APT-100 handzenders (ondersteund door het ABAX systeem).
119.
DRAADLOOS SYSTEEM
ACU-280 controller) / ABAX (ACU-120, ACU-270, ACU-100 of ACU-250 controller)
draadloze systeem.
120. T
HERMOSTAAT
geprogrammeerde waarde. De temperatuur informatie is afkomstig van draadloze
temperatuur detectoren of ABAX 2 draadloze apparaten voorzien van een temperatuur
sensor. Voor meer informatie zie sectie "120. Thermostaat instellingen" p. 70.
– actief voor een geprogrammeerde tijd bij maskering van de detectoren
121. M
ASKERING
welke aangesloten zijn op de 3EOL zones.
Programmeer handleiding
– bedoeld voor het neer laten gaan van rolluiken. Deze wordt actief na
ITGANG STUREN
"op"
en
"neer"
type uitgangen bediend moeten worden via het bediendeel, dan
en 106. R
OLLUIK OP
IET GESTUURD BIJ
A – actief bij het uitlezen van een proximity kaart / DALLAS iButton op
B – actief bij het uitlezen van een proximity kaart / DALLAS iButton op
– actief bij niet geverifieerde alarmen.
– actief bij geverifieerde alarmen.
–
– actief als een alarm niet geverifieerd is (tijdens de alarm
GEEN ALARM
– actief bij het testen van zones via de gebruikersfuncties.
– actief als de geselecteerde blokken in de geselecteerde
– actief bij dezelfde alarmen en activeringen van de 1. I
– actief bij sabotage's van geselecteerde zones, bediendelen en
– actief bij een lage handzender batterij van geselecteerde
– actief bij jamming (signaal storing) van het ABAX 2 (ACU-220 or
– de uitgang wordt actief wanneer de temperatuur lager is dan de
. De insteltijd welke geprogrammeerd wordt voor
functies
moeten
type uitgangen dienen aan een blok
OLLUIK NEER
I
/U
optie in.
N
IT
– actief bij het uitschakelen van de alarm verificatie.
NBRAAK
(opeenvolgend)
achter
OLLUIK OP
en 9. D
A
AG
LARM
SATEL
elkaar
en
of
NBRAAK
uitgang).