Advertenties
6.8.4
Afsluitende maatregelen
1. Controleer voor het sluiten van elke hulpaansluitkast of:
– de leidingen volgens het klemmenschema in de kast zijn aangesloten.
– De aansluitkabels zijn vrijliggend aangebracht en de leidingisolatie wordt niet
– Het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten, vuil en vreemde
– de delen van de schroefverbindingen van de kabels goed zijn aangetrokken,
– De schroefdraden in de aansluitplaat zijn met invoerstukken voor de kabels en leidingen;
– Eventueel ongebruikte invoerstukken zijn gesloten. De sluitelementen zijn goed
– alle afdichtingen en afdichtingsvlakken van de aansluitkast volgens de voorschriften zijn
– De klemschroeven van aanwezige schroefklemmen zijn vast aangetrokken, ook als ze
2. Sluit de hulpaansluitkast met het bijhorende deksel af. Het aanhaalmoment voor de
bevestigingsschroeven van het deksel vindt u in het hoofdstuk "Aanhaalmomenten van
schroefverbindingen (Pagina 149)".
6.9
Omvormer aansluiten
LET OP
Materiële schade door te hoge aansluitspanning
Als de aansluitspanning voor het isolatiesysteem te hoog is, kan dit materiële schade
veroorzaken.
● Neem de waarden in de volgende tabellen in acht.
Het bedrijf van SIMOTICS-machines is bij inachtneming van de toelaatbare spanningspieken
op SINAMICS G frequentieomvormers en SINAMICS S frequentieomvormers (ongeregelde en
geregelde voeding) mogelijk.
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
beschadigd.
voorwerpen aanwezig zijn.
overeenkomen met de veiligheidsklasse, type kabellegging, toegestane leidingdiameter
etc. en volgens de voorschriften zijn gemonteerd;
schroefdraadadapters of sluitdoppen afgesloten die geschikt zijn voor de betrokken
beschermingsklasse.
vastgeschroefd en kunnen uitsluitend met gereedschap worden losgemaakt.
geconfigureerd;
ongebruikt zijn.
Elektrische aansluiting
6.9 Omvormer aansluiten
77
Advertenties
