5.3.4.1
Weergave van het aanbrengen en lostrekken van de afdrijfelementen
Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde
overbrengen op het machinelager.
De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center
(Pagina 147) of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
Asuiteinden met inlegspie
● Als het aangedreven element bij balanceertype "H" korter is dan de pasveer: Werk het uit
de ascontour en het aangedreven element stekende deel van de pasveer afwerken.
Alternatief zorgen voor een massacompensatie.
● Als het afdrijfelement tot aan de schouder van de asafzet wordt opgetrokken: Let er bij het
uitbalanceren van de koppeling op rekening wordt gehouden met het niet uitgevulde deel
van de koppelingsgroef.
● Bij alle tweepolige machines en bij vierpolige machines met een frequentie van ≥ 60 Hz
geldt het volgende:
– De inlegspie moet worden ingekort als de koppelingsnaaf korter is dan de inlegspie.
– Het zwaartepunt van de koppelingshelft moet binnen de lengte van het aseinde liggen.
– De gebruikte koppeling is voorbereid voor de uitbalancering van het systeem.
Het poolgetal van de machine vindt u op het kenplaatje in de beschrijving van het motortype.
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
Lostrekken van de aandrijfelementen
Aanbrengen van de aandrijfelementen
5.3 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
Montage
49