Aansluitkast controleren
● Controleer de aansluitkast regelmatig op dichtheid, onbeschadigde isolatie en vaste
aansluitverbindingen.
● Als in de aansluitkast stof of vocht binnengedrongen is, reinig resp. droog de aansluitkast
dan goed en in het bijzonder de isolatoren.
Controleer de afdichtingen en de afdichtvlakken en verhelp de oorzaak van de lek.
● Controleer de isolatoren, de aansluitdelen en de vermogensaansluitingen in de
aansluitkast.
● Vervang de beschadigde componenten.
9.2.15
Koolborstels controleren
● Controleer regelmatig of de koolborstels op de as correct rusten en de borstelhouders
soepel lopen.
● Vervang de aardborstel onmiddellijk als de koolborstels versleten zijn.
De slijtagegrens van de koolborstels is bereikt als ze nog slechts 5 mm uit de borstelhouders
steken.
9.3
Reparatie
Let bij alle werken aan de machine op het volgende:
● Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen. (Pagina 11)
● Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht.
● Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1
voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
WAARSCHUWING
Gevaar voor kortsluiting
Door beschadigde componenten kan kortsluiting etc. worden veroorzaakt. Dit kan zware
tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
Vervang beschadigde componenten.
WAARSCHUWING
Gevaar door versleten koolborstels
Als de machine met versleten koolborstels wordt gebruikt, wordt het elektrisch potentiaal
niet afgebouwd. Bij het aanraken bestaat er gevaar van een elektrische schok.
Onderhoud
9.3 Reparatie
111