5.4.4
Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM B5)
De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de
tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het
systeem of van de exploitant van de installatie.
Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine
uit.
Handelwijze
De machineas moet bij het optillen horizontaal zijn, de flens moet parallel met de tegenflens
uitgericht zijn, zodat klemmen en vastzetten worden vermeden. Anders kan dit de centrering
schaden.
1. Vet de centreerflens met montagepasta in om de procedure te vergemakkelijken.
2. Schroef de drie in ongeveer 120° over de omtrek verdeelde stabouten in de flenswinding
van de werkmachine aan. De stabouten dienen als positioneerhulp.
3. Positioneer de machine met gelijke assen tegenover de werkmachine, zodat ze nog net
geen contact maakt. Zet de machine langzaam aan, anders kan de centrering worden
beschadigd.
4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden
boven de schroefdraadboringen liggen.
5. Plaats de machine volledig aan de tegenflens zodat deze volledig aansluit.
6. Fixeer de machine met de flensbevestigingsbouten en vervang de stabouten als laatste.
Onderaan de machine is een plaat met een schroefdraadboring M36 aanwezig, waaraan u de
steunvoet kunt bevestigen.
● Breng de steunvoet zodanig aan, dat hierdoor geen extra mechanische spanningen in de
behuizing kunnen optreden.
Zie ook
Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 149)
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
WAARSCHUWING
Mechanische spanningen
Als door ondeskundige bevestiging van de steunvoet extra mechanische spanningen in de
behuizing optreden, kan hierdoor schade aan de machine optreden. De machine of delen
daarvan kunnen tijdens het gebruik losraken.
Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
● Breng de steunvoet zodanig aan, dat hierdoor geen extra mechanische spanningen in
de behuizing kunnen optreden.
5.4 Machine uitlijnen en bevestigen
Montage
55