4.9
Geluidsemissies
De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet
toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden.
● Zorg door passende veiligheidsmaatregelen zoals afdekkingen, geluidsisolatie of
maatregelen voor de bescherming van het gehoor, voor een veilig bedrijf van de machine
binnen uw installatie.
4.10
Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf
Als op het vermogensplaatje niets anders is aangegeven, dan komt de toegelaten spannings-/
frequentieschommeling overeen met het gebied B in IEC / EN 60034‑1. Afwijkende toegestane
schommelingen staan op het vermogensplaatje of bij enige versies op een bijkomend
infoplaatje vermeld.
Gebruik de machine in continue modus in het bereik A. Een bedrijf over langere tijd in het bereik
B wordt niet aanbevolen:
● Een overschrijding van de toegelaten toleranties van spanning en frequentie kan tot
ongeoorloofd hoge verwarming van de wikkeling leiden. Dit kan op lange termijn de
wikkeling beschadigen.
● Dergelijke uitzonderingen moeten met betrekking tot de daarbij voorkomende waarden,
alsook de duur en de frequentie van hun optreden, worden begrensd.
● Neem indien mogelijk corrigerende maatregelen binnen een passende tijd, bv. een
vermindering van het vermogen. Op die manier kan een verkorting van de levensduur van
de machine door thermische veroudering worden vermeden.
4.11
Systeemeigen frequenties
Door te hoge trillingen en systeemresonanties kan de machinegroep worden beschadigd.
● Het systeem uit fundament en machinegroep moet dusdanig geprojecteerd en afgestemd
zijn dat geen systeemresonanties kunnen ontstaan waarbij de toegelaten trillingswaarden
worden overschreden.
● De trillingswaarden volgens DIN ISO 10816-3 mogen niet worden overschreden.
4.12
Torsiebelasting van de asstreng door storingen in de elektrische
aansluiting
Bij storingen in de elektrische aansluiting kunnen verhoogde luchtkolommomenten ontstaan
die bijkomende mechanische torsiebelastingen van de asstreng kunnen veroorzaken.
Opmerking
De verantwoordelijkheid voor de volledige asstreng berust bij de planner van de installatie.
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
4.12 Torsiebelasting van de asstreng door storingen in de elektrische aansluiting
Voorbereiding voor gebruik
25