Download Print deze pagina
Siemens SIMOTICS DP 1PC136 Bedieningshandleiding
Siemens SIMOTICS DP 1PC136 Bedieningshandleiding

Siemens SIMOTICS DP 1PC136 Bedieningshandleiding

Laagspanningsmotoren. kraanmotoren. ashoogte 132... 315
Verberg thumbnails Zie ook voor SIMOTICS DP 1PC136:

Advertenties

Uitgave
12/2023
BEDIENINGSHANDLEIDING
SIMOTICS DP
Laagspanningsmotoren
1PC134/1PC136
Ashoogte 132... 315
www.siemens.com/drives

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS DP 1PC136

  • Pagina 1 Uitgave 12/2023 BEDIENINGSHANDLEIDING SIMOTICS DP Laagspanningsmotoren 1PC134/1PC136 Ashoogte 132... 315 www.siemens.com/drives...
  • Pagina 3 Inleiding Veiligheidsinstructies Beschrijving Laagspanningsmotoren Voorbereiding voor gebruik SIMOTICS DP Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 Montage AH 132 ... 315 Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfstelling Bedrijf Onderhoud en reparatie Reserveonderdelen Afvalverwijdering Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten 12/2023 A5E43212233A...
  • Pagina 4 Wettelijke informatie Waarschuwingsconcept Dit handboek omvat aanwijzingen die u voor uw persoonlijke veiligheid alsmede ter voorkoming van materiële schade in acht dient te nemen. De aanwijzingen voor uw persoonlijke veiligheid zijn aangegeven door middel van een waarschuwingsdriehoek. Bij aanwijzingen voor materiële schade staat geen waarschuwingsdriehoek. De waarschuwingsteksten worden naar gelang hun gevarenniveau in afnemende volgorde weergegeven.
  • Pagina 5 Standaard functie-omvang ....................11 1.2.5 Webpagina's van derden ....................11 Documentatie SIMOTICS ....................12 Service en support ......................13 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web ..............13 1.4.2 Reserveonderdeel-services ....................14 Belangrijke productinformatie .................... 14 1.5.1 Reglementair gebruik/voorzienbaar verkeerd gebruik............14 1.5.1.1...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 3.3.2.1 Machines met ventilatoren....................26 3.3.2.2 Machines zonder ventilatoren .................... 27 3.3.3 Lagers ..........................27 3.3.4 Uitbalancering ........................27 3.3.5 Bouwvormen/Soort opstelling .................... 27 3.3.6 Veiligheidsklasse........................ 29 3.3.7 Omgevingsomstandigheden ....................29 3.3.8 Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen................ 29 3.3.9 Lakkering........................... 30 Voorbereiding voor gebruik.........................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 6.1.2.3 Draairichting........................58 6.1.2.4 Uitvoeringen aansluitkast....................58 6.1.2.5 Vrij uitgevoerde aansluitkabels ................... 58 6.1.2.6 Aansluiten van los naar buiten geleide kabels ..............59 6.1.2.7 Aansluiten met/zonder kabelschoenen ................59 6.1.2.8 Minimum luchtafstanden....................60 6.1.3 Schroefverbindingen......................60 Aanhaalmomenten ......................61 6.2.1 Kabelinvoeren, afsluitstoppen en schroefdraadadapter ............
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 8.6.4 Storingen aan de wentellager..................... 82 8.6.5 Storingen aan de externe ventilator..................83 Uitschakelen ........................83 Onderhoud en reparatie ........................85 Algemeen .......................... 85 Voorbereiding en instructies....................85 9.2.1 Noord-Amerikaanse markt (optioneel)................85 Inspectie en onderhoud ..................... 86 9.3.1 Veiligheidsaanbevelingen voor inspectie en onderhoud ............
  • Pagina 9 Inhoudsopgave 10.10.2 Ashoogte 225 ... 315 grauw gietijzer................108 Afvalverwijdering ..........................109 11.1 Inleiding .......................... 109 11.2 RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen ........109 11.3 Informatie conform artikel 33 van de REACH-verordening ..........109 11.4 Demontage voorbereiden ....................
  • Pagina 10 Inhoudsopgave Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 11 Inleiding Opmerking Op de volgende pagina's vindt u het Siemens-logo en de juridsische info van Siemens.  Houd er rekening mee dat sinds 1 juli 2023 de Siemens-activiteiten Large Drives Applications en Low Voltage Motors deel uitmaken van Innomotics GmbH, Duitsland. Alle rechten en productinformatie op de volgende pagina's werden door Siemens overgedragen aan InmoMotics.
  • Pagina 12 Dit document bevat aanbevelingen van derde producten Siemens kent de principiële geschiktheid van deze derde producten. U kunt gelijkwaardige producten van andere fabrikanten gebruiken. Siemens neemt geen garantie op zich voor de gesteldheid van producten van derden. 1.2.2 Doelgroep Beschrijving Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor: •...
  • Pagina 13 Webpagina's van derden Beschrijving Dit document kan hyperlinks bevatten naar webpagina's van derden. Siemens heeft geen zeggenschap over de inhoud of over andere kenmerken van deze websites en is in geen geval aansprakelijk of verantwoordelijk voor de inhoud ervan. Siemens controleert de informatie op deze websites niet en is evenmin verantwoordelijk voor de inhoud en informatie die op deze...
  • Pagina 14 Documentatie SIMOTICS Beschrijving U vindt een omvangrijke documentatie over SIMOTICS, SIMOGEAR en de SINAMICS- omvormerfamilie op het Internet (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13204/ man). U kunt de documenten bekijken of in PDF- en HTML5-formaat downloaden. De documentatie is onderverdeeld in de volgende categorieën: Tabel 1-1...
  • Pagina 15 Service en support 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web U vindt belangrijke informatie over het product onder Gebruik van Siemens Industry Online Support over volgende mogelijkheden: • Website: SIOS (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/) • App Industry Online Support (voor Apple iOS en Android) Content Siemens Online Support •...
  • Pagina 16 1.4.2 Reserveonderdeel-services Omschrijving De online-reserveonderdeel-Service "Spares on Web" biedt bepaalde reserveonderdelen voor het product aan: • Website: SOW adres (https://www.sow.siemens.com). Belangrijke productinformatie 1.5.1 Reglementair gebruik/voorzienbaar verkeerd gebruik Correct gebruik van de machines De machines zijn bedoeld voor industriele installaties. Deze voldoen aan de geharmoniseerde normen uit de reeks EN / IEC 60034 (VDE 0530) Het gebruik in Ex-omgevingen is verboden, voor zover de markering op de machine een gebruik in het net resp.
  • Pagina 17 Inleiding 1.5 Belangrijke productinformatie 1.5.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit Elektromagnetische compatibiliteit Deze machine is volgens IEC/EN 60034 ontworpen en voldoet bij reglementair gebruik aan de vereisten van de Europese richtlijn 2014/30/EU inzake de elektromagnetische compatibiliteit. Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 18 Inleiding 1.5 Belangrijke productinformatie Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 19 Veiligheidsinstructies Informatie voor de verantwoordelijken voor de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de elektrische machine buiten de Europese Gemeenschap moeten de nationale voorschriften worden nageleefd.
  • Pagina 20 Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gekwalificeerd personeel Alle werken aan de machine mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel gebeuren. Gekwalificeerd personeel in de zin van deze documentatie zijn personen die aan de volgende voorwaarden voldoen: • Ze zijn op grond van hun opleiding en ervaring in staat om in het betrokken activiteitsgebied risico's te herkennen en mogelijke gevaren te vermijden.
  • Pagina 21 Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voordat u werkzaamheden aan de machine uitvoert. •...
  • Pagina 22 Veiligheidsinstructies 2.6 Elektrostatisch bedreigde modules Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek Elektromagnetische velden bij het gebruik van installaties uit de elektrische energietechniek Installaties van de elektrische energietechniek genereren tijdens het bedrijf elektromagnetische velden. De machine kan in zijn onmiddellijke omgeving levensgevaarlijke storingen doen ontstaan in medische implantaten zoals pacemakers.
  • Pagina 23 Veiligheidsinstructies 2.8 Storingsbestendigheid De noodzakelijke ESD-beschermingsmaatregelen voor elektrostatisch bedreigde onderdelen zijn in de onderstaande tekeningen weergegeven: a = geleidende vloer b = ESD-tafel c = ESD-schoenen d = ESD-mantel e = ESD-armband f = aardaansluiting van de kasten Processen die sterke ladingen opwekken Processen die sterke ladingen opwekken Processen die sterke ladingen opwekken die sterker dan handmatige wrijving zijn, zijn o.a.: •...
  • Pagina 24 Veiligheidsinstructies 2.10 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Stoorspanningen bij bedrijf aan de omvormer Bij bediening op de omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op. Bij motoren met geïntegreerde sensoren (bijv.
  • Pagina 25 Beschrijving Toepassingsgebied De draaistroommachines uit deze serie worden gebruikt als kraanaandrijvingen. Deze machines zijn speciaal ontworpen voor volgende kraantoepassingen: • STS (Ship to shore) kraan. • ARTG (automaterd Rail Mounted Gantry) kraan. • ARMG (automated Rubber Tired Gantry) kraan. • Straddle Carrier kraan •...
  • Pagina 26 Beschrijving 3.2 Typeplaatjes Typeplaatjes Het vermogensplaatje van de machine bevat de identificatiegegevens en de belangrijke technische gegevens. Deze gegevens op het vermogensplaatje bepalen in combinatie met de contractuele afspraken de grenzen voor een reglementair gebruik. Gegevens op het vermogensplaatje Positie Omschrijving Positie Omschrijving Algemene gegevens...
  • Pagina 27 Beschrijving 3.3 Opbouw Opbouw 3.3.1 Machine-uitvoering De machines uit deze bouwserie zijn asynchrone laagspannings-draaistroomaandrijvingen met cilindrisch asuiteinde en uitsparing voor inlegspie. Leverbaar als eentoerige uitvoering in diverse rendementsklassen of poolomschakelbaar voor meerdere toerentallen. Bij voetmachines (bouwvorm IM B3) zijn de voetsteunen aangegoten resp. aangeschroefd. Omzetting van de vastgeschroefde voetsteunen van de machinebehuizing (bijv.
  • Pagina 28 Beschrijving 3.3 Opbouw Kenmerk Norm Rendementklassen driefasige kooiankermotoren met enkele snelheid EN / IEC 60034-30-1 IEC Nominale spanningen IEC 60038 3.3.2 Koeling, ventilatie De machines uit deze serie zijn asynchrone draaistroommachines met een gesloten primaire (interne) koelkringloop en een open secundaire koelluchtkringloop (oppervlaktekoeling). De oppervlaktekoeling is afhankelijk van de uitvoering.
  • Pagina 29 Beschrijving 3.3 Opbouw 3.3.2.2 Machines zonder ventilatoren Oppervlaktekoeling door vrije convectie: Koelmethode IC 410 volgens EN / IEC 60034-6 IC410 IC4A1A0 Afbeelding 3-1 IC410 3.3.3 Lagers Voor de ondersteuning en positiegeleiding van de machine-as in het vaststaande machinedeel worden wentellagers aan DE- en NDE-kant gebruikt. Een zijde heeft hierbij de functie van het vaste lager dat axiale en radiale krachten van de draaibare machine-as overdraagt op het vaststaande machinedeel.
  • Pagina 30 Beschrijving 3.3 Opbouw Tabel 3-2 Bouwvorm Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B3 (IM 1001) IM V5 (IM 1011)     IM V6 (IM 1031)     IM B6 (IM 1051)     IM B7 (IM 1061)  ...
  • Pagina 31 Beschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave     IM B35 (IM 2001)     IM B34 (IM 2101)     3.3.6 Veiligheidsklasse De veiligheidsklasse van de machine staat aangegeven op het typeplaatje. De machine kan in een stoffige of vochtige omgeving worden geplaatst. 3.3.7 Omgevingsomstandigheden Grenswaarden voor standaarduitvoering...
  • Pagina 32 Beschrijving 3.3 Opbouw Machines kunnen van de volgende aanbouwonderdelen zijn voorzien: • Rem • Draai-impulsgever • Externe ventilatie • Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers • Teruglooprem • Lage temperatuursensoren Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. 3.3.9 Lakkering Laklaag...
  • Pagina 33 De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt SIEMENS geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Reclameer bij zichtbare gebreken / bij een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
  • Pagina 34 Voorbereiding voor gebruik 4.4 Transport en opslag Transport en opslag Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 35 Voorbereiding voor gebruik 4.4 Transport en opslag Opmerking De machines tijdens transport alleen in een positie optillen die geschikt is voor de basisbouwvorm. 4.4.1 Bouwvormen op het typeplaatje De voor de machine geldende bouwvorm is aangegeven op het typeplaatje. Verwijder eventueel aanwezige transportbeveiligingen pas vóór de inbedrijfstelling. Transportbeveiligingen bewaren of buiten werking stellen.
  • Pagina 36 Voorbereiding voor gebruik 4.4 Transport en opslag balken of fundamenten die bescherming tegen bodemvochtigheid garanderen. Voorkom dat de machine in de grond kan wegzakken. Zorg voor voldoende luchtcirculatie onder het opslagproduct. Afdekkingen of zeil ter bescherming tegen weersinvloeden mogen het oppervlak van het opgeslagen goed niet raken.
  • Pagina 37 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Koeling waarborgen LET OP Opslag Het onbeschermd gebruik of opslaan van de machine kan beschadigingen aan de machine veroorzaken. • Bescherm de machine tegen directe intensieve zonnestralen, regen, sneeuw, ijs of stof. Plaats de machine onder een frame of een extra afdekking. •...
  • Pagina 38 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Koeling waarborgen Tabel 4-1 Luchtgeleiding Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte 180 ... 200 225 ...
  • Pagina 39 Voorbereiding voor gebruik 4.7 Bedrijf aan de omvormer Geluidsemissies Vermijden van gehoorschade Het overschrijden van de maximale geluidsdrukpegel tijdens het gebruik van de draaistroommachines met nominaal vermogen kan gehoorschade tot gevolg hebben. De toegelaten geluidsdrukpegel bedraagt 70 dB (A). Bedrijf aan de omvormer 4.7.1 Omvormer van parameters voorzien •...
  • Pagina 40 Voorbereiding voor gebruik 4.7 Bedrijf aan de omvormer LET OP Materiële schade door te hoge aansluitspanning Als de aansluitspanning voor het isolatiesysteem te hoog is, kan dit het isolatiesysteem beschadigen. Het isolatiesysteem wordt daardoor beschadigd. Dit kan de machine volledig beschadigen. •...
  • Pagina 41 • Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van SIEMENS. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
  • Pagina 42 Voorbereiding voor gebruik 4.7 Bedrijf aan de omvormer LET OP Lagerschade De lagerisolering mag niet worden overbrugd. Door stroomgeleiding kunnen de lagers worden beschadigd. • Overbrug de lagerisolatie niet bij montagewerkzaamheden achteraf, zoals bij de inbouw van een automatisch smeersysteem of een niet-geïsoleerde trillingsmeter. •...
  • Pagina 43 Montage Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 44 Montage 5.2 Montage voorbereiden Materiële schade als gevolg van ondeskundig onderhoud Aanbouwdelen zoals de temperatuursensor of de toerentalsensor zijn op de machine aangebracht en kunnen door een onvakkundige behandeling scheuren of beschadigd worden. Als gevolg daarvan kunnen zich storingen aan de machine voordoen of kan de machine volledig worden beschadigd.
  • Pagina 45 Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2 Isolatieweerstand 5.2.2.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatie-index: •...
  • Pagina 46 Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij...
  • Pagina 47 Montage 5.2 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C MΩ...
  • Pagina 48 Montage 5.2 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger. De polarisatie-index meten 1.
  • Pagina 49 Montage 5.4 Machine uitlijnen en bevestigen Machine plaatsen • Gebruik bij verticale plaatsing alle aanwezige hijsogen en eventueel hijsbanden volgens EN 1492-1 en / of sjorriemen volgens EN 12195-2 voor een stabiele plaatsing. • Zorg ervoor, dat er geen vreemde voorwerpen in de ventilatorkap kunnen vallen. Breng bij verticale plaatsing van de machine met het aseinde naar beneden een beschermdak aan.
  • Pagina 50 Montage 5.4 Machine uitlijnen en bevestigen • Richt de machine met koppeling nauwkeurig uit. • Zorg voor schone bevestigingsoppervlakken. • verwijder aanwezig corrosiewerend middel met witte spiritus. • vermijd constructie-afhankelijke resonanties bij de draaifrequentie en de dubbele netfrequentie. • Let op ongewone geluiden bij het draaien van de rotor met de hand. •...
  • Pagina 51 Montage 5.4 Machine uitlijnen en bevestigen • Looprust Voorwaarden voor een rustige, trillingsarme loop zijn: – Stabiele trillingsvrije vormgeving van de fundering. – Nauwkeurig uitlijnen van de koppeling – Een goed gebalanceerd aandrijfelement (koppeling, riemschijf, ventilator, ...) Neem de max. toegestane trillingswaarden tijdens bedrijf volgens ISO 10816-3 in acht. Vermijd in het hele toerentalbereik niet toegestane trillingen als gevolg van bijv.
  • Pagina 52 Montage 5.5 Aangedreven elementen monteren Aangedreven elementen monteren De rotor is statisch uitgebalanceerd. Bij aseinden met inlegspieën wordt het soort balancering aangegeven met een markering aan de kopse kant van de DE-zijde van het aseinde en op het vermogensplaatje: • Kenteken “H” betekent uitbalancering met een halve inlegspie (standaard) •...
  • Pagina 53 Montage 5.5 Aangedreven elementen monteren Aandrijfelementen optrekken • Voorwaarden: – De koppeling resp. het afdrijfelement moet voor het specifieke geval van het bedrijf geschikt bemeten zijn. – Neem de gegevens van de fabrikant van de koppeling in acht. – Let op het juiste balanceertype van het afdrijfelement volgens het balanceertype van de rotor.
  • Pagina 54 Montage 5.5 Aangedreven elementen monteren   Aanbrengen van de aandrijfelementen   Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
  • Pagina 55 Montage 5.5 Aangedreven elementen monteren Compenseer het verzet bij de koppeling tussen de elektrische machines en de werkmachines zodanig dat de maximale toegelaten trillingswaarden volgens ISO 10816-3 niet worden overschreden. Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 56 Montage 5.5 Aangedreven elementen monteren Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 57 Elektrische aansluiting Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 58 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Opmerking Servicecenter Neem contact op met het Servicecenter (Pagina 13) als u ondersteuning bij de inbedrijfstelling nodig heeft. Machine aansluiten • Neem de aanwijzingen in EN / IEC 60034-1 (VDE 0530-1) in acht voor het gebruik aan de limieten van de bereiken A en B, vooral wat betreft de opwarming en afwijking van de bedrijfsgegevens van de nominale gegevens op het vermogensplaatje.
  • Pagina 59 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 6.1.2 Aansluitkast GEVAAR Gevaarlijke spanning Bij elektrische machines zijn hoge spanningen aanwezig. Deze kunnen bij ondeskundige omgang dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Schakel de machine spanningsvrij voordat u met de werkzaamheden aan de aansluitkast begint.
  • Pagina 60 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 6.1.2.2 Schakelbeeld in het deksel van de aansluitkast De gegevens over de schakeling en de aansluiting van de machinewikkeling vindt u in het schakelschema op de deksel van de aansluitkast. 6.1.2.3 Draairichting Standaard zijn de machines zowel links- als rechtsdraaiend. Sluit de nettoevoerleidingen bij...
  • Pagina 61 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten VOORZICHTIG Beschadigingen aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen Om materiële schade aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: • In de aansluitsokkel van de machinebehuizing mogen geen vreemde objecten, vuil en vocht voorkomen.
  • Pagina 62 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Schroefkoppeling in de behuizing schroeven of met contramoer bevestigen. Opmerking De schroefkoppelingen moeten geschikt zijn voor de gebruikte aansluitkabels (diameter, wapening, vlechtwerk, afscherming). Let er bij de schroefkoppelingen op dat deze voldoen aan de vereisten inzake IP- beschermingsklasse (water en stof) en het bereik van de werktemperatuur volgens het vermogensplaatje of beter zijn.
  • Pagina 63 Elektrische aansluiting 6.2 Aanhaalmomenten Schroefkoppelingen met reducties en (plaat-) moer (EN 50262)     ① Moer ② O-ring ② O-ring ③ Inbouwpositie van de plaatmoer Schroefverbindingen met aansluitschroefdraad in de aansluitkast (EN 50262) ② O-ring Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 113) in acht. Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ...
  • Pagina 64 Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsleider aansluiten 6.2.1 Kabelinvoeren, afsluitstoppen en schroefdraadadapter Let bij de montage op de volgende aanwijzingen: • Voorkom schade aan de kabelmantel. • Pas de aanhaalmomenten aan het materiaal van de kabelmantel aan. Let op de documentatie voor de aanhaalmomenten van de kabelinvoeren en afsluitstoppen voor directe aanbouw aan de machine en andere schroefverbindingen (bijv.
  • Pagina 65 Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsleider aansluiten 6.3.2 Minimaal doorsnedeoppervlak van de aardleider Tabel 6-3 Minimaal doorsnedeoppervlak van de aardingsgeleider Minimale doorsnede van de faseleider van de Minimale doorsnede van de bijbehorende installatie aardaansluiting mm² mm² S ≤ 25 25 < S ≤ 50 S >...
  • Pagina 66 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming 6.4.1 Optionele inbouwonderdelen aansluiten Gebruik naast de in de aansluitkabels geïntegreerde, stroomafhankelijke overbelastingbeveiliging de optionele inbouwonderdelen, bijv. temperatuursensor, stilstandverwarming. Sluit de hulpstroomkringen volgens de uitvoering van de aansluitkast op de klemmenrail aan. Aansluiting klemmenrail Kabelaansluiting Aansluitbare doorsneden afhankelijk van de klemgrootte evt.
  • Pagina 67 Elektrische aansluiting 6.6 Omvormer aansluiten 6.5.1 Type aderaansluiting Klembord Ader- door- snede mm² Aansluiting met kabelschoen   DIN 46 234   Bij aansluiting van de kabelschoen ... 25 moet deze naar beneden worden afgeschuind. Aansluiting van een afzonderlijke   ader met klembeugel  ...
  • Pagina 68 Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen Het isolatiesysteem van de SIMOTICS-machines voldoen aan de specificaties van IEC 60034-18-41 volgens belastingscategorie C (IVIC C = sterk). Tabel 6-5 Maximale spanningspieken op de motorklemmen voor netmotoren, omvormerbedrijf mogelijk Nominale motorspanning Maximale spanningspieken op de motorklemmen Û...
  • Pagina 69 Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen • Niet gebruikte openingen in de aansluitkasten goed afsluiten. Let op de gegevens in deze documentatie. • Let op de gegevens over de aanhaalmomenten in deze documentatie. Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 113) Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 70 Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 71 Inbedrijfstelling Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 72 Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling • Beweeglijke delen, bijv. de koppeling, moeten vlot lopen. • Alle maatregelen voor de contactbescherming voor bewegende en spanningvoerende delen zijn genomen. • Ingeschroefde hefogen zijn na het opstellen verwijderen of geborgd tegen loskomen. Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 113) •...
  • Pagina 73 Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling • Stel aan de bewakingsinrichtingen de waarden voor ‘Waarschuwing’ en ‘Uitschakelen’ in. • Zorg ervoor dat temperatuurgevoelige onderdelen, zoals leidingen, geen contact maken met de machinebehuizing. Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld.
  • Pagina 74 Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling • Bij een open koelcircuit is de koellucht slechts zwak chemisch agressief en slechts lichtjes stofhoudend. • Alle maatregelen ter bescherming tegen aanraking voor bewegende een spanningsvoerende onderdelen zijn toegepast. Testrun uitvoeren 1. Schakel de externe ventilatormotor kort aan en uit. 2.
  • Pagina 75 Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen Normaal bedrijf Bereken de maximale bedrijfstemperatuur van de lager T rekening houdend met de modus omgevingstemperatuur, de lagerbelasting en de invloeden van de installatie op de motor in °C. Stel de waarden voor uitschakelen en waarschuwing conform de bedrijfstemperatuur T bedrijf Tabel 7-2 Instelwaarden voor het bewaken van de lagertemperaturen...
  • Pagina 76 Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. – Controleer de temperaturen van de lagers en de statorwikkeling tot het bereiken van de stationaire toestand, voor zover dit met de aanwezige meetvoorzieningen mogelijk is.
  • Pagina 77 Bedrijf Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 78 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Storingen tijdens bedrijf Aan volgende veranderingen tegenover de normale toestand erkent u dat de functie van de machine negatief werd beïnvloed. • Hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen. • Ongewone geluiden of geuren. • Aanspreken van de bewakingsinrichtingen. Deze veranderingen kunnen storingen veroorzaken die direct of indirect de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade als gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 79 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Licht ontvlambare en brandbare stoffen Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. •...
  • Pagina 80 Bedrijf 8.4 Herinschakelen na NOODSTOP VOORZICHTIG Gevaar van verwondingen bij het aanraken van de ventilator Bij machines met een ventilatorkap (bijv. bij machines voor de textielindustrie) bestaat gevaar van verwondingen, aangezien de ventilator niet volledig tegen aanraken is beschermd. • Raak de ronddraaiende ventilator nooit aan. •...
  • Pagina 81 Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Bedrijfsonderbrekingen De bedrijfspauze is een tijdelijk begrensde bedrijfsonderbreking waarbij de machine stilstaat en op de plaats van inzet blijft. Tijdens bedrijfspauzes onder normale omgevingsvoorwaarden, bijv. geen extern op de stilstaande machine inwerkende trillingen, geen verhoogde corrosiebelasting, ... zijn in het algemeen de volgende maatregelen noodzakelijk: Langdurige stilstandtijden •...
  • Pagina 82 Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Smeren voor het opnieuw in bedrijf nemen LET OP Drooglopen van de lagers Als de lagers onvoldoende vet bevatten, kunnen deze beschadigd raken. • Smeer de lagers na bij een bedrijfspauze van meer dan één jaar. Hierbij moet de as draaien om het vet in de lagers te verdelen.
  • Pagina 83 Bedrijf 8.6 Storingen Storingen 8.6.1 Inspectie bij storingen Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen. Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit. Verhelp de oorzaak van de storing volgens de maatregelen bij storingen. Verhelp op de beschadigingen die aan de machine ontstaan zijn.
  • Pagina 84 Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.3 Mechanische storingen Tabel 8-2 Mechanische storingen ↓ Slepend geluid   ↓ Radiale schommelingen   ↓ Axiale schommelingen   Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen     Omlopende delen slijpen Stel de oorzaak vast en stel de delen bij.  ...
  • Pagina 85 Bedrijf 8.7 Uitschakelen     Lagerspeling te groot Neem contact op met het Servicecenter.   Lager is gecorrodeerd Vervang de lager. Controleer de afdichtingen.     Te veel vet in de lager Verwijder overtollig vet.     Verkeerd vet in de lager Gebruik het juiste vet.
  • Pagina 86 Bedrijf 8.7 Uitschakelen Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 87 Onderhoud en reparatie Algemeen Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Omdat de bedrijfsomstandigheden zeer verschillend zijn, kunnen alleen algemene intervallen bij storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
  • Pagina 88 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd. Opmerking Lakopbouw Neem contact op met het Service Center voor u de lakschade bijwerkt. Daar verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de lakschade. Inspectie en onderhoud 9.3.1 Veiligheidsaanbevelingen voor inspectie en onderhoud...
  • Pagina 89 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud LET OP Beschadiging van de isolatie Als tijdens het reinigen met perslucht metalen spanen de wikkelkop binnendringen, kan de isolatie worden beschadigd. Lucht- en kruiptrajecten kunnen wellicht niet worden aangehouden. Dit kan schade en zelfs een volledige uitval van de machine veroorzaken. Let bij...
  • Pagina 90 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud 9.3.3 Eerste inspectie na montage of reparatie Voer na ca. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na 6 maanden na inbedrijfstelling de volgende controles uit: Tabel 9-1 Controle na montage of reparatie Controle Tijdens Bij stil‐ bedrijf stand Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
  • Pagina 91 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud Controle Tijdens Bij stil‐ bedrijf stand Een eventueel aanwezige lagerisolatie is volgens de beschrijving uitgevoerd.   Leidingen en isolatie-elementen bevinden zich in goede toestand en verto‐   nen geen verkleuringen. (*) Deze controles kunt u bij stilstand of eventueel bij bedrijf uitvoeren. LET OP Schade aan de machine Als u bij...
  • Pagina 92 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud De machines zijn voorzien van walslagers met continue vetsmering. Het is mogelijk dat een nasmeerinrichting aanwezig is. VOORZICHTIG Irritatie en ontstekingen van de ogen Een groot aantal vetten kunnen irritaties en ontstekingen van de ogen veroorzaken. •...
  • Pagina 93 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud Procedure Bij het nasmeren van de walslagers gaat u als volgt te werk: 1. Reinig de smeernippels aan de DE- en de NDE-zijde. 2. Pers het voorgeschreven vet in de voorgeschreven hoeveelheid in (conform typeplaatje). –...
  • Pagina 94 Onderhoud en reparatie 9.3 Inspectie en onderhoud 9.3.9 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatie-index: •...
  • Pagina 95 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie Externe ventilator onderhouden Vuil- en stofafzettingen op het loopwiel en de motor, vooral in de spleet tussen het loopwiel en het inlaatmondstuk, kunnen de werking van de externe ventilator verstoren. • Verwijder de vuil- en stofafzettingen geregeld, afhankelijk van de plaatselijke vervuilingsgraad.
  • Pagina 96 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie 3. Beschadigingen aan de lak en ook aan bouten herstellen. 4. Benodigde maatregelen voor aanhouden van de veiligheidsklasse in acht nemen. 5. Schuimstofafdekking in leiding niet vergeten. Gaten helemaal afsluiten en aanliggen van leidingen tegen scherpe randen vermijden. 9.4.1 Walslager De specificaties over de toegepaste lagers vindt u op het typeplaatje of in de catalogus.
  • Pagina 97 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie ① verwarmen 80 ... 100 °C 9.4.1.1 Lagerinzetstukken De lagers tegen indringend vuil en vocht beschermen. 9.4.1.2 Lagerinzetstukken monteren Houd bij de montage van de lagerinzetstukken de voorgeschreven aanhaalmomenten van de schroeven (Pagina 114) aan. 9.4.1.3 Wentellagers inbouwen •...
  • Pagina 98 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie Handelwijze 1. Vervang beschadigde onderdelen. 2. Verwijder de verontreinigingen aan de onderdelen. Verwijder vetresten en restanten van afdichtmiddelen of vloeibare schroefbeveiliging. 3. Bereid de lagerpunten voor: – De binnenringzitting licht inoliën. – De buitenringzitting invetten met een vast smeermiddel, bijvoorbeeld met -Fretting- pasta Altemp Q NB 50.
  • Pagina 99 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie Gevaar door uitvallende rotor Bij werkzaamheden in een verticale machinepositie dient de rotor te worden ondersteund. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. • Ondersteun of ontlast de rotor bij werken in een verticale machinepositie. 9.4.2 Montagemaat "x"...
  • Pagina 100 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie Ventilator uit kunststof • Maak de in de ventilatorplaat aanwezige uitbreekopeningen met uitsparingen op de juiste wijze vrij. • De ventilator in de omgeving van de naaf tot een temperatuur van ca. 50 °C opwarmen. • Gebruik voor het verwijderen van de ventilator een geschikt gereedschap (poelietrekker). •...
  • Pagina 101 Optionele aanbouwdelen Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Hier vindt u bijkomende bedieningshandleidingen: Siemens Industry Online Support op het web (Pagina 13) 9.4.8 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O- ringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten.
  • Pagina 102 Onderhoud en reparatie 9.4 Reparatie O-ringafdichtringen kunnen bv. op de volgende onderdelen aanwezig zijn: • Adapter, reducties • Invoeren, schroefverbindingen • Lagerafdichtingen • Lagerschildafdichtingen • Afdichting aansluitkast • Enz. Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 103 • Naam en onderdeelnummer • Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) 10.2 Datamatrixcode op de machine Datamatrixcode Er bevindt zich evt. een datamatrixcode op de machine van Europese fabricate. De volgende informatie kunt u in de data matrix code vinden: •...
  • Pagina 104 10.4 Reserveonderdelen vindt u via internet Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) 10.5 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk.
  • Pagina 105 De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
  • Pagina 106 Reserveonderdelen 10.8 Machine-onderdelen 10.8 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 1.00 Lager DE-zijde   Aansluitkast, compleet 1.40 Lagerplaat 5.44 Bovendeel van aansluitkast 1.43 Asafdichtingsring 5.49 zelftappende schroef 1.44 Lagerdeksel 5.70 Klembeugel 1.46 Afdekring 5.78 Veerring 1.49 Bout 5.79 Bout 1.58 Veerring...
  • Pagina 107 Reserveonderdelen 10.9 Normdelen 10.9 Normdelen Tabel 10-2 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 6.02 DIN 471 4.11 DIN 6912 7.49 DIN 7964 4.04 DIN 580 4.39 EN ISO 4017 5.49 5.79 5.89 1.60 DIN 625...
  • Pagina 108 Reserveonderdelen 10.10 Explosietekeningen 10.10 Explosietekeningen 10.10.1 Ashoogte 132 ... 200 grauw gietijzer Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 109 Reserveonderdelen 10.10 Explosietekeningen Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 110 Reserveonderdelen 10.10 Explosietekeningen 10.10.2 Ashoogte 225 ... 315 grauw gietijzer Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 111 Afvalverwijdering 11.1 Inleiding De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
  • Pagina 112 Afvalverwijdering 11.6 Componenten verwijderen 11.4 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp. de aflevering van de componenten moet gebeuren.
  • Pagina 113 Afvalverwijdering 11.6 Componenten verwijderen Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: • Olie • Vetten • Reinigings- en oplossmiddelen • Lakresten • Anticorrosiemiddel • Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
  • Pagina 114 Afvalverwijdering 11.6 Componenten verwijderen Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 115 De Siemens Product Configurator kan zonder installatie in het internet worden gebruikt. De Siemens Product Configurator is in der Industry Mall van Siemens te vinden op: Siemens Product Configurator (www.siemens.com/spc) Aanhaalmomenten A.1.1...
  • Pagina 116 Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor bouten uit de sterkteklasse 8.8, A4-70 of A4-80 conform ISO 898-1, echter uitsluitend in combinatie met bouwdelen met een hogere stevigheid, bijv. gietijzer, staal of gietstaal. Afwijkende aanhaalmomenten De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor boutborgingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen.
  • Pagina 117 Kwaliteitsdocumenten Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kwaliteitsdocumenten vindt u hier: https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/ps/13310/cert (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13310/cert) Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 118 Kwaliteitsdocumenten B.1 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315 Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A...
  • Pagina 120 Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Simotics dp 1pc134Innomotics dp 1pc134Innomotics dp 1pc136