Advertenties
3.3.6
Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen
Machines kunnen van de volgende inbouwonderdelen zijn voorzien:
● In de statorwikkeling geïntegreerde temperatuursensor als temperatuurcontrole en als
beveiliging tegen oververhitting van de statorwikkeling.
● Stilstandverwarming bij machines waarvan de wikkelingen zijn blootgesteld aan
klimatologische omstandigheden met condensvorming.
Machines kunnen van de volgende aanbouwonderdelen zijn voorzien:
● Rem
● Draai-impulsgever
● Externe ventilatie
● Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers
3.3.6.1
Functioneel veilige roterende encoder (optie G25, G27)
Als de optie G25 of G27 werd besteld, is aan de motor een functioneel veilige roterende
encoder gemonteerd. De bedieningshandleiding van de roterende encoder vindt u in de bijlage
(Pagina 153).
3.3.6.2
Aardborstels voor omvormermodus (optie L52)
Als de lagers op DE- en NDE-zijde zijn geïsoleerd en een geïsoleerde koppeling wordt
gemonteerd, kan zich in de rotor een elektrisch potentiaal opbouwen dat ook na het
uitschakelen van de machine aan het aseinde op DE- of NDE-zijde aanwezig is.
Door de aardborstels als asaarding is gewaarborgd dat het elektrisch potentiaal na het
uitschakelen van de machine is afgebouwd en bij het aanraken van het aseinde geen gevaar
door een elektrische schok bestaat.
De aardborstel bestaat uit een eenheid, bestaand uit de dubbele schenkelhouder en twee
koolborstels.
1LE5, 1PC4 AH 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2020
Omschrijving
3.3 Opbouw
21
Advertenties
