Principes
5
Algemene bedieningsfuncties
5.2
Algemene bedieningsfuncties
5.2.1
Veld activeren
5.2.2
Waarde invoeren
5.2.3
Waarde selecteren
5.2.4
Invoer afbreken
5.2.5
Opmerking
24
Handboek – Programmeerapparaat CBG21A
1. Selecteer een veld met de pijltoetsen <omhoog/omlaag> en <links/rechts>.
2. Activeer het veld met de toets <OK>.
ð Afhankelijk van het veldtype kunt u dan een waarde invoeren of selecteren.
ü Het veld is geactiveerd.
ü Het bewerkbare gedeelte van het getal heeft een gekleurde achtergrond.
1. Wissel tussen de posities binnen getal met de pijltoetsen <links/rechts>.
2. Verander het getal met de pijltoetsen <omhoog/omlaag>.
3. Bevestig het getal met de toets <OK>.
ü Het veld is geactiveerd.
ü De selectie heeft een gekleurde achtergrond.
1. Verander de selectie met de pijltoetsen <omhoog/omlaag>.
2. Bevestig de selectie met de toets <OK>.
ü Het veld is geactiveerd.
1. Tip op de toets <Esc> aan.
ð De waarde springt terug naar de oorspronkelijke waarde.
•
Voor meer informatie over het actuele menu, tipt u de toets <i> aan.
•
Als u een screenshot wilt maken, houdt u de toets <i> 1 seconde ingedrukt.