6.3
Condenseerbare dampen verpompen
Condenseerbare
dampen verpompen
Als de procesgassen condenseerbare dampen bevatten, dan moet de draaischuifpomp
met gasballast (d.w.z. met een geopend gasballastventiel) worden gebruikt.
Slecht eindvacuüm en beschadiging van de pomp!
Gevaar voor condensatie en corrosie door het overschrijden van de vochtbestendig-
heid tijdens het bedrijf zonder gasballast of bij een ontoereikende toevoer van spoel-
gas.
De dampen uitsluitend met een warme pomp en een geopend gasballastventiel af-
pompen.
Om de bedrijfsvloeistof na het einde van het proces te reinigen, moet de pomp met
een gesloten vacuümflens en een geopend gasballastventiel nog ongeveer 30 min.
langer draaien.
Om de condensatie van de condenseerbare dampen in de pomp tijdens het afpompen
te vermijden, wordt er periodiek lucht toegevoerd naar de pompkamer via het gasballast-
ventiel aan het begin van de 477 compressiefase.
Het gasballastventiel wordt door het naar rechtsdraaien in stand 0 gesloten en door het
naar links draaien in stand 1 geopend. Een tussenstand is niet mogelijk.
Fig. 12: Gasballastklep 477 met gasballastfilter 474
LET OP
''1''
477
''0''
474
Bedrijf
21