Installatie
14
Multispanningsmotor (gemiddelde spanning)
L1
U1
L2
V1
V
L3
W1
W3
Fig. 4:
Driehoekschakeling
Multispanningsmotor (hoge spanning)
L1
U1
V1
L2
L3
V
W1
W3
Fig. 5:
Sterschakeling
Schakeling van motoruitvoeringen met 6-polige klemmenplaat
Driehoekschakeling
De drie kabels worden na elkaar geschakeld en de verbindingspunten aangesloten op
het net. De spanning per geleiding is gelijk aan de netspanning, de netstroom bedraagt
daarentegen het √3-voudige van de fasestroom. De driehoekschakeling wordt geken-
merkt door het symbool ∆. De spanning tussen de voedingsleidingen heet netspanning.
De netstroom is de stroom die door de voedingsleidingen stroomt.
W2
U1
V
L1
Fig. 6:
Driehoekschakeling (lage spanning)
Sterschakeling
De drie fasewikkelingen zijn op het sterpunt aan elkaar gekoppeld. De klemspanning be-
draagt het √3-voudige van de fasespanning, de netstroom komt overeen met de fase-
stroom. De sterschakeling wordt gekenmerkt door het symbool Y.
W2
U1
V
L1
Fig. 7:
Sterschakeling (voor hoge spanning)
Geen ster-/driehoeksschakeling als aanloopschakeling gebruiken.
De motor altijd direct starten.
Draairichting controleren
Bij pompen met draaistroommotoren is het controleren van de draairichting vereist!
U3
U2
U4
V3
V2
V4
W2
W4
U3
U2
U4
V3
V2
V4
W2
W4
U2
V2
V1
W1
L3
L2
U2
V2
W1
V1
L3
L2
LET OP