Bedrijf
6
Bedrijf
6.1
Vóór het inschakelen
6.2
Pomp inschakelen
Retourleiding be-
drijfsvloeistof via de
vlotterklep
20
Het bedrijfsvloeistofniveau in het kijkglas controleren.
De spanning en frequentie op het motortypeplaatje vergelijken met de netspanning en
-frequentie.
De uitlaataansluiting controleren op vrije doorgang (max. toegestane druk 150 hPa
absolute druk).
– De afsluiters zodanig instellen dat ze vóór of gelijktijdig met de pompstart worden
geopend.
De pomp door middel van passende maatregelen (bijv. stoffilter) voor het aanzuigen
van verontreinigingen voldoende beschermen, indien nodig de bedrijfsvloeistof regel-
matig controleren of met kortere tussenpozen verversen.
Open de koelwatertoevoer en stel het debiet in en/of controleer het.
De pomp kan in elk drukbereik, tussen de atmosferische druk en einddruk, worden inge-
schakeld.
Bij het afpompen van droge gassen hoeven geen bijzondere voorzorgsmaatregelen te
worden getroffen. Het gasballastventiel moet gesloten zijn om de laagst mogelijke eind-
druk te bereiken.
Verbrandingsgevaar door ontsnappen van hete olienevel!
De bedrijfsvloeistofafscheider is tijdens bedrijf met hete, onder druk staande olienevel
gevuld.
Vacuümpomp alleen met vast gedraaide vulschroef bedrijfsvloeistof laten werken.
Sluitschroeven op de afscheider alleen bij uitgeschakelde pomp openen.
Hete oppervlakken!
Gevaar voor verbranding bij het aanraken van hete onderdelen. Afhankelijk van de be-
drijfs- en omgevingsomstandigheden kan de oppervlaktetemperatuur van de pomp
stijgen tot boven de 70 °C.
Zorg eventueel voor een geschikte contactbeveiliging.
De pomp moet voor de start van het proces met een gesloten vacuümflens ongeveer
30 minuten warmdraaien.
Type / versie
Hena 200/300
Retourleiding bedrijfsvloeistof
via de vlotterklep
De pompen zijn standaard met een retourleiding voor de bedrijfsvloeistof uitgerust. Wan-
neer de in de bedrijfsvloeistofafscheider 75 verzamelde bedrijfsvloeistof een bepaald ni-
veau bereikt, gaat een vlotterklep open en wordt de uitgestoten bedrijfsvloeistof naar het
aanzuigstuk van de pomp teruggevoerd.
De retourleiding bedrijfsvloeistof functioneert alleen bij een werkdruk < 800 hPa.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Toegestane werkdruk in
continubedrijf
< 800 hPa onbegrensd
LET OP
Toegestane werkdruk in interval-
bedrijf
< 800 hPa onbegrensd