Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

de begrenzingsdraad en de oprit. Als uw oprit echter bedekt is met grind of iets dergelijks, kan
de robotmaaier er niet overheen rijden. In dit geval heeft u een afstand van 30 cm nodig tussen
de begrenzingsdraad en de oprit.
De robotmaaier is in staat om op hellingen tot maximaal 30° te rijden. Wanneer het oppervlak
steiler wordt, heeft de robot een sensor die hem laat stoppen. Als het oppervlak meer dan 25°
afhelt in de richting van de begrenzingsdraad, kan de robot uit het werkgebied glippen als het
gras nat is. Daarom raden we aan om de begrenzingsdraad tot 40 cm van de grenslijn te leggen
in dergelijk hellend terrein.

64. INSTALLATIE

Bereid de materialen voor:
Haal begrenzingsdraden, draadverbindingen, haringen en de afstandsmeter uit de doos.
Je hebt ook nodig: hamer, tang, moersleutel
Bereid het gazon voor:
Het gras mag niet hoger zijn dan 60 mm wanneer de begrenzingsdraad wordt ingebracht. Als
deze hoger is, is het aan te raden om het gazon eerst met een normale grasmaaier te maaien.
Dan kan de kabel zo dicht mogelijk bij de grond worden gelegd, waardoor de robotmaaier de
kabel niet doorsnijdt en mensen er niet over struikelen. Na korte tijd zal de kabel in de grasmat
verdwijnen.
Leg de begrenzingsdraad:
Plaats het laadstation van de robot zoals aangegeven op je schets (zijkant) en plaats de
startpen. Zorg ervoor dat u 0,5 m extra kabel reserveert voor de uiteindelijke installatie van
het dockingstation.
Leg volgens uw schets uw bedrading losjes rond het werkgebied in de tuin. Dan kun je ze
Manual_FX-RB224_Int24_rev1
163

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave