Tweede omgeving: hierin zijn tevens inbegrepen alle panden die direct zijn aangesloten op een
laagspanningsnetwerk dat stroom levert aan gebouwen die voor huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.
Voorbeeld: industriegebied, technische ruimte van een gebouw waaraan stroom wordt geleverd door een
toepassingsgerichte trafo.
- Categorieën:
Categorie C1: frequentieregelaars met een nominale spanning van minder dan 1000 V en geschikt voor
gebruik in de eerste omgeving.
Categorie C2: frequentieregelaars met een nominale spanning van minder dan 1000 V, bestemd voor gebruik
in de eerste omgeving, en niet voorzien van een steekcontact of verplaatsbare installaties en door een vakman
geïnstalleerd en in bedrijf gesteld.
Opmerking: een vakman is een persoon of bedrijf die/dat vertrouwd is met de installatie en/of inbedrijfstelling
van frequentieregelaars, met inbegrip van alle aspecten van elektromagnetische compatibiliteit.
Categorie C3: frequentieregelaars met een nominale spanning van minder dan 1000 V en uitsluitend bestemd
voor gebruik in de tweede omgeving (niet ontworpen voor gebruik in de eerste omgeving).
Categorie C4: frequentieregelaars met een nominale spanning die gelijk of hoger is dan 1000 V, of met een
nominale stroom die gelijk of hoger is dan 400 ampères, of bestemd voor gebruik in complexe systemen in
de tweede omgeving.
3.4.3 Emissie- en Immuniteitsniveaus
Elektromagnetische Compatibiliteit
Fenomeen
Emissie:
Stoorspanning van netvoeding
Frequentiebereik: 150 kHz tot 30 MHz
Elektromagnetische stralingsstoring
Frequentiebereik: 30 MHz tot 1000 MHz
Immuniteit:
Elektrostatische ontlading (ESD)
Snelle elektrische transienten/lawines
Gemeenschappelijke modus radiofrequentie
door geleiding
Stootspanningen - Immuniteitsproef
Radiofrequentie elektromagnetisch veld
Tabel 3.8: Emissie- en immuniteitsniveaus
Basisnorm
IEC/EN61800-3
(2004) + A1
(2011)
IEC 61000-4-2
(2008)
IEC 61000-4-4
(2012)
IEC 61000-4-6
(2013)
IEC 61000-4-5
(2014)
IEC 61000-4-3
(2010)
Installatie en Aansluiting
Niveau
Dit hangt af van het omvormermodel en de
lengte van de motorkabel. Zie
Tabel 3.9 op
pagina 3-38
4 kV voor contact met de aarde en 8 kV voor
ontladingin de lucht
2 kV / 5 kHz (koppelcondensator) stroomin-
gangskabels
1 kV / 5 kHz stuurkabels, en kabels van het
toetsenbordop afstand
2 kV / 5 kHz (koppelcondensator) motoruit-
gangskabels
0,15 tot 80 MHz; 10 V; 80 % AM (1 kHz)
Motorkabels, stuurkabels en kabels van het
toetsenbord op afstand
1,2/50 μs, 8/20 μs
1 kV fase-naar-fase koppeling
2 kV fase-naar-aarde koppeling
80 MHz tot 1000 GHz
10 V/m
80 % AM (1 kHz)
CFW-11 | 3-37
3