Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en Aansluiting
Afbeelding 3.15: Detail van aansluiting van de afscherming van de motorkabel met de geïnstalleerde accessoire PCSx-01
3.2.4 Aardaansluitingen
GEVAAR!
Geen aardingsbedrading samen met andere apparatuur gebruiken die op hoge stroom werkt (b.v.:
hoog vermogen motoren, soldeermachines, etc.). Bij het installeren van meerdere frequentieregelaars
moeten de procedures in
3
LET OP!
De nulleider van het netwerk moet naar behoren worden geaard; deze geleider mag echter niet
worden gebruikt om de frequentieregelaar te aarden.
GEVAAR!
De omvormer moet verplicht worden aangesloten p een beschermende aarding (PE).
Let op het volgende:
- De minimale draaddikte voor de aardaansluiting is weergegeven in
Leef de lokale voorschriften en/of elektrische codes na indien een andere draaddikte is vereist.
- Sluit de aardaansluitingen van de frequentieregelaar aan op een geaarde verzamelrail op één
aardingspunt of op een gemeenschappelijk aardingspunt (impedantie ≤ 10 Ω).
- Voor naleving van de norm IEC 61800-5-1 moet de frequentieregelaar op de aarde worden
aangesloten door gebruik van een éénaderige koperen kabel met een minimale draaddikte van
10 mm
Tabel 3.2 op pagina
3-26 | CFW-11
Afbeelding 3.16 op pagina 3-27
of een tweeaderige kabel met dezelfde draaddikte als de aardingskabel weergegeven in
2
3-13, aangezien de lekstroom groter is dan 3,5 mA AC.
worden gevolgd voor de aardaansluiting.
Tabel 3.2 op pagina
3-13.
Advertenties
Inhoudsopgave
