Download Print deze pagina

Olimpia splendid SHERPA AQUADUE S3 E Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 264

Advertenties

• De elektrische aansluitingen correct zijn verricht.
• De voedingsspanning een tolerantie van maximaal +/- 10% van de waarde die op het typeplaatje is vermeld
heeft.
• Het verschil tussen de fasen van de driefasige voeding voor driefasige modellen maximaal 3% bedraagt.
• De aarding correct is verricht.
• De elektrische aansluitingen correct zijn aangehaald.
• De voedingskabels een doorsnede hebben die geschikt is voor het verbruik van het apparaat en de lengte
van de aansluiting.
• Verwijder alle voorwerpen, en met name spaanders, stukken draad en bevestigingsmaterialen.
• Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en alle elektrische aansluitingen stevig zijn vastgezet.
• Het serviceventiel van de gasleiding en de vloeistofleiding (afb. 14 - ref.34) geopend zijn.
• Vraag de klant om de werkingstest bij te wonen.
• Leg de inhoud van de handleiding aan de gebruiker uit.
• Overhandig de handleiding en het garantiebewijs aan de gebruiker.
4.2 - CONTROLES TIJDENS EN NA DE EERSTE INWERKINGSTELLING
Controleer na de start of:
• De stroomopname van de compressor lager is dan de maximale waarde die op het typeplaatje is vermeld
(zie tabel in paragraaf 3.6).
• De elektrische spanning tijdens de werking van de compressor overeenstemt met de waarde van het
typeplaatje +/-10%.
• Het verschil tussen de fasen van de driefasige voeding voor driefasige modellen maximaal 3% bedraagt.
• Het geluidsniveau van de driefasige compressor niet abnormaal hoog is.
• Het apparaat werkt binnen de aanbevolen bedrijfsomstandigheden (zie paragraaf "2.4").
• Het watercircuit volledig ontlucht is.
• De lucht-water warmtepomp stopt en vervolgens weer start.
• Het verschil tussen de watertemperatuur aan de intrede en de watertemperatuur aan de uittrede van de
klimaatregelinstallatie moet tussen 4 en 7°C liggen.
• Stel de snelheid van de circulatiepomp lager in als het verschil tussen de intredewatertemperatuur
en de uittredewatertemperatuur kleiner is dan 4°C.
• Controleer of alle ventielen in de installatie geopend zijn als het temperatuurverschil groter is
dan 7°C en stel, indien mogelijk, een hogere snelheid in voor de circulatiepomp, of breng een
opslag door inertie (die tevens als waterafscheider fungeert) aan tussen de unit en de installatie
en voeg een externe pomp toe die de installatie voedt.
• Stel het debiet af van de verdamper van het circuit van de warmwaterpomp met de debietregelaar als het
waterdebiet van het circuit voor de klimaatregeling is afgesteld (afb.4 - ref.14).
Stel de debietregelaar in op 5 l/min door aan de ring aan basis van de schaalverdeling te draaien.
Controleer de temperatuur van het water aan de uittrede als het warme water de temperatuur
heeft bereikt die in de elektronische regelmodule is ingesteld (setpoint bereikt).
Controleer jaarlijks de temperatuur om na te gaan of het ventiel correct is ingesteld.
NL - 26

Advertenties

loading