3.2.2 - Eigenschappen van de installatie
Aan de onderkant van de unit zijn de wateraansluitingen aangebracht.
Afbeelding 17-17a:
C1. Waterintrede circuit klimaatregeling (1")
C2. Waterintrede warmwaterreservoir (3/4")
C3. Wateruittrede warmwaterreservoir (3/4")
De wateraansluitingen moeten worden voltooid met de installatie van:
•
ontluchtingsventielen op de hoogste punten van de leidingen;
• flexibele elektrische koppelingen;
•
afsluiters;
• waterfilter met een maas van 0,4 mm;
•
een thermische isolatie van alle componenten en waterleidingen.
De waterleidingen moeten een nominale minimumdiameter hebben van 1". Elke
wateraansluiting moet van handbediende afsluiters voorzien zijn om onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden te kunnen verrichten.
•
Tabel 4
Eigenschappen van de waterinstallatie.
SHERPA S3 E 4
SHERPA S3 E 6
SHERPA S3 E 8
SHERPA S3 E 10
SHERPA S3 E
SMALL
SHERPA S3 12
SHERPA S3 14
SHERPA S3 16
SHERPA S3 12T
SHERPA S3 14T
SHERPA S3 16T
SHERPA S3 E
BIG
* voor installaties op de vloer
** met een maximale watertemperatuur in de installatie van 35°C
De grafieken van afb.18-18d tonen de opvoerhoogte van de circulatiepomp bij elke snelheid van de hydraulische
circulatiepomp en het ladingverlies in de machine waaruit de resterende opvoerhoogte op de aansluitingen
van de machine, die de installatie kan vertonen, kan worden afgeleid.
Minimaal
Nominaal
waterdebiet
waterdebiet*
(l/s)
(l/s)
0,14
0,29
0,14
0,29
0,14
0,38
0,14
0,38
0,14
0,29 - 0,38
0,14
0,57
0,14
0,67
0,14
0,77
0,14
0,57
0,14
0,67
0,14
0,77
0,14
0,57-0,77
C4. Wateruittrede circuit klimaatregeling (1")
C5.-C6. Aansluitingen koudemiddelleidingen
(3/8"G - 5/8"G)
Hoeveelheid water
Werkdruk
in installatie (l)
(kPa)
Min
Max**
23
400
300
23
400
300
38
400
300
38
400
300
23 - 38
400
300
45
400
300
51
400
300
58
400
300
45
400
300
51
400
300
58
400
300
45-58
400
300
Hoogteverschil
installatie
(m)
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
NL - 19
SHERPA AQUADUE