Systeemconfiguratie
2. Druk op testsignaal 7ı. De aanduiding
T-T FL 0dB verschijnt in de display X.
3. Het testsignaal rouleert dan met de klok mee
en blijft twee seconden op elke luidspreker
staan. Tijdens het rouleren lichten de indicaties
FL, C, FR, RS, LS (front links, centrum,
front rechts, rechts surround en links surround)
in de display X op. Als een extra indicatie tij-
dens het rouleren wordt de juiste positie ook
aangegeven via de luidspreker/kanaalfunctie
P met een knipperende letter voor het kanaal.
Draai nu het volume wat hoger tot u het signaal
goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen, maar voordat u het testsignaal
uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te
controleren of alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten. Luister tijdens het rouleren of het
geluid uit de luidspreker komt die in de display
wordt aangegeven. Is dat NIET het geval schakel
de AVR 2000 dan met de netschakelaar 1 uit
en controleer de aansluitingen van desbetreffen-
de luidspreker.
Nadat de luidsprekerposities gecontroleerd zijn
laat u hettestsignaal weer rouleren en u luistert
of alle kanalen even luid klinken. Met de front
links luidspreker als referentie drukt u op
C op de afstandsbediening om alle luidspre-
kers op hetzelfde niveau te krijgen. Door op een
van de toetsen
te drukken zal het testsig-
/
⁄
¤
naal op de luidspreker van dat moment blijven
om de instelling te kunnen maken. Vijf seconden
na het loslaten van de toets zal het rouleren ver-
der gaan.
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Ga door met corrigeren tot alle luidsprekers het-
zelfde niveau hebben. Let op dat de instellingen
uitsluitend gemaakt worden met
de afstandsbediening en NIET met de volumere-
gelaar.
OPMERKING: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met
behulp van het testsignaal. Om het niveau van
de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen
voor het instellen van het uitgangsniveau op
pagina 28.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume ( V het niveau
op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te
hoog zijn zodra de muziek begint te spelen.
Daarna drukt u op testsignaal ı7 om de
testtoon uit te schakelen en het proces af te ron-
den.
BELANGRIJK: de gemaakte instelling is actief
voor de nu gekozen surroundfunctie en tevens
voor andere ingangen met dezelfde surround-
functie. Om de uitgangsniveaus met andere sur-
roundfuncties te corrigeren, schakelt u door alle
ingangen met ingangskeuze ! op de voorzij-
de of de juiste ingangstoets 4 op de
afstandsbediening. Wanneer de indicatie van
een surroundfunctie waarvoor de niveaus nog
niet zijn gecorrigeerd in de display X oplicht,
of de groene LED licht op in de surround indi-
catie ˆ, herhaal dan de bovenomschreven
/
⁄
¤
instelling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen
luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen ver-
schillen, compenseren, of het niveau van bepaal-
de luidsprekers bewust verhogen of verlagen,
e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
OPMERKING: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan-
C op
gezien er geen surround luidsprekers gebruikt
/
⁄
¤
worden (en er dus geen niveauverschillen kun-
nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde
kamer). Maar om niveauverschillen te compen-
seren tussen stereo, VMAx en andere surround-
functies (onafhankelijk van de gekozen ingang)
kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de
procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie
pagina 28, ook voor de Surround uit (stereo) en
VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina
beschreven instellingen zijn gemaakt kan de
AVR 2000 gebruikt worden. Hoewel er nog extra
instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit
bij voorkeur te gebeuren nadat naar meerdere
bronnen is geluisterd met verschillende soorten
programmamateriaal. Deze geavanceerde instel-
lingen worden op pag. 28 van deze handleiding
beschreven. Bovendien kan elke instelling die u
in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd wor-
den.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of wanneer u de instellingen
naar eigen inzicht wilt veranderen, volg dan een-
voudig de aanwijzingen voor het veranderen van
de parameter als hiervoor beschreven. Denk er
aan dat elke wijziging van de instellingen in het
geheugen van de AVR 2000 opgeslagen worden,
ook wanneer deze wordt uitgeschakeld, tenzij
een reset wordt uitgevoerd (zie pagina 48). De
instellingen worden bepaald door de gekozen
ingang (luidspreker configuratie, analoge/digitale
ingangskeuze, surroundfunctie) of door de geko-
zen surroundfunctie (luidsprekerniveau), als op
de voorgaande pagina's beschreven.
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR 2000 staat u op het punt het beste
in muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!