Systeemconfiguratie
Om u te helpen bij het maken van deze instellin-
gen veranderen de indicaties
luidspreker/kanaal functie P telkens wan-
neer een luidsprekertype voor een bepaalde posi-
tie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op
dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middel-
ste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkel-
tjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op
LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor
een luidsprekerpositie verschijnt, dan is die posi-
tie op NONE of 'geen luidspreker' ingesteld.
Als voorbeeld zijn in Afbeelding 6 hieronder, de
luidsprekers links en rechts vooraf ingesteld op
LARGE, de centrum, links surround en rechts sur-
round luidsprekers staan op SMALL en de sub-
woofer is actief.
Nadat de luidsprekerconfiguratie met een
bepaalde ingang is gemaakt, herhaalt u deze
instelling met alle ingangen die u gebruikt. In de
meeste gevallen zullen de luidsprekertypen het-
zelfde zijn en dezelfde data als bij de eerste
ingang kunnen snel worden ingevoerd. Bij som-
mige muziek wilt u misschien luisteren zonder
centrum luidspreker, vooral wanneer een kleine
centrum luidspreker wordt gebruikt die niet van
hetzelfde niveau is als de front luidsprekers.
Worden die bronnen gekozen dan kan de cen-
trum luidspreker automatisch worden uitgescha-
keld (kies NONE voor de centrum instelling) en
het signaal wordt naar de linker en rechter front
luidsprekers gevoerd.
De instelling van de luidsprekers kan later altijd
nog worden veranderd en het geheugen van de
AVR 2000 onthoudt deze instellingen totdat zij
worden veranderd.
L
R
Afbeelding 6
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Opzet Surround
Zijn de luidsprekers eenmaal ingesteld, dan dient
de surroundfunctie die u met elke ingang wilt
gebruiken te worden ingesteld. Aangezien de
surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlij-
ke smaak, bent u vrij in uw keuze – die boven-
dien later gewijzigd kan worden. Het Surround
Functie Overzicht op pagina 24 kan u helpen de
functie te kiezen die het beste past bij de geko-
zen ingang. Het is het eenvoudigste om aanvan-
kelijk voor de meeste analoge ingangen van de
AVR 2000 Dolby Pro Logic te kiezen en Dolby
Digital voor de digitale ingangen. Voor ingangen
zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best
de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat
tenminste de luisterfunctie is die voor de stan-
daard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die
bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal
met surroundcodering zal worden afgespeeld. Als
alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7
Music functie worden gekozen voor stereo pro-
grammamateriaal.
Om de gewenste surroundfunctie in combinatie
met een ingang in te stellen drukt u op
surroundfunctie 7 op de voorzijde of op 9
op de afstandsbediening en op
/
⁄
¤
gewenste surroundfunctie in de display X
verschijnt.
Terwijl de functie gewijzigd wordt, licht eveneens
een groene LED op naast de naam van de functie
bij surround functie indicaties ˆ op het
frontpaneel.
Denk er aan dat Dolby Digital en DTS alleen ver-
schijnen wanneer een digitale ingang is gekozen.
Nadat de surroundfunctie met de huidige ingang
is gekozen, herhaalt u de instelling met alle
ingangen die u wilt gebruiken. De surroundfunctie
kan later op elk moment worden veranderd en
het geheugen van de AVR 2000 onthoudt de
gemaakte instelling tot deze wordt veranderd.
Instellingen onafhankelijk van de
gekozen ingang
Nadat de bovengenoemde instellingen voor alle
gebruikte ingangen in het systeem zijn gemaakt
blijven de nu volgende instellingen, feitelijk onaf-
hankelijk van de gekozen ingang, ongeacht met
welke ingang ze worden gemaakt.
Instelling vertraging
Alleen voor de Dolby Digital of Dolby Pro Logic
functies dient de vertragingstijd ingesteld te wor-
den. Denk er aan dat de vertragingstijd voor
andere functies niet instelbaar is.
Belangrijk: is de vertragingstijd eenmaal voor
een bepaalde ingang ingesteld, dan geldt die
ook voor alle andere ingangen. De surround ver-
tragingstijd wordt alleen ingesteld voor de Dolby
Pro Logic of de Dolby Digital functie. De overige
instellingen worden automatisch gemaakt.
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur-
round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken ook verschil-
lend. Door gebruik te maken van de vertraging
kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en
C tot de
kamerakoestiek in uw luisterruimte of home
theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling (zie Surround Functie
Overzicht op pagina 24) is geschikt voor de
meeste luisterkamers, maar in sommige gevallen
zijn de afstanden tussen de front en de surround
luidsprekers ongebruikelijk en dat kan tot gevolg
hebben dat het geluid van de front kanalen geen
eenheid meer vormt met de surround kanalen.
Om de front en surround kanalen opnieuw te syn-
chroniseren, gaat u als volgt te werk:
1. Meet de afstand in meters tussen de
luister/kijk-positie tot de front luidsprekers.
2. Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie
tot de surround luidsprekers.
3. Bereken het verschil tussen de afstand tot de
front luidsprekers en de afstand tot de surround
luidsprekers en vermenigvuldig dit met 3.
a. De optimale vertragingstijd voor Dolby Digital
surround is het resultaat van dat sommetje.
Voorbeeld: de front luidsprekers staan op 3 m
afstand en de surround luidsprekers op 1 m.
De optimale vertraging wordt nu berekend als
(3-1) x 3 = 6. De vertraging voor Dolby Digital
wordt in dit voorbeeld ingesteld op zes millise-
conden.
b. Bij het instellen van de vertraging voor Dolby
Pro Logic wordt die voor Dolby Digital als uit-
gangspunt genomen en er wordt 15 bij opge-
teld om de optimale vertraging te krijgen. Als
de front luidsprekers bijvoorbeeld op een
afstand van 3 m staan en de surround luid-
sprekers op 1 m, wordt de optimale vertraging
berekend als (3-1) x 3 + 15 = 21. In dit voor-
beeld zal de Dolby Pro Logic vertraging dus