7.2
Bediening
Opmerkingen en suggesties
Ladingcontrole mislukt
Voer een kalibratie van de camerablootstelling uit volgens paragraaf 4.3.6.
Beide rekken moeten ingeladen zijn, zelfs als er maar één rek wordt gebruikt. Rekken
moeten van hetzelfde type zijn.
Controleer of er geen verontreinigingen (bijv. druppels) aanwezig zijn op de
laboratoriumartikelen.
Opmerking: vermijd sterke wisselingen in de omgevingsverlichting en direct zonlicht.
Voer de ladingcontrole nogmaals uit.
Vergrendelfout kap
Controleer of de kap stevig is gesloten. Controleer dit door lichte druk uit te oefenen op de
kap.
Fout met
Start het apparaat opnieuw op.
verwarmingszekering
Pipettips kleven aan pipet
Gebruik een laboratoriumdoekje om de O-ringen af te nemen en controleer of het
wekelijks onderhoud op de juiste manier is uitgevoerd.
Pipettip is verbrijzeld
De pipettips kunnen aan de pipet blijven kleven. Zie 'Pipettips kleven aan pipet'.
Onnauwkeurige pipettering
Indien onnauwkeurige pipettering plaatsvindt tijdens meerdere runs (elutievolume):
Controleer of het wekelijks onderhoud is uitgevoerd. Controleer of de tips stevig in de
pipetadapter zijn geplaatst.
Lekkende pipettips
Controleer of het wekelijks onderhoud is uitgevoerd. Controleer of de tips stevig in de
pipetadapter zijn geplaatst.
Automatische pipet pakt
Controleer of het tiprek beschadigd is of onjuist op de werktafel is gepositioneerd.
geen pipettips op
Kruisbesmetting
Controleer of het onderhoud is uitgevoerd. Reinig het doorpriksysteem en de werktafel met
70% ethanol. Start de UV-ontsmetting. Controleer of de monsters en het cartridgerek op de
juiste manier zijn gehanteerd.
Bijwerken van
Start het apparaat opnieuw op en start de update nogmaals. Zorg dat u het USB-apparaat
software/protocol mislukt
van QIAGEN gebruikt. Het USB-apparaat moet gedurende de hele updateprocedure
aangesloten blijven.
Het USB-apparaat wordt
Start het apparaat opnieuw op. Sla de bestanden nogmaals op het USB-apparaat op.
niet gedetecteerd
Probeer een andere USB-poort te gebruiken. Sluit het USB-apparaat aan op een computer
om te onderzoeken of het apparaat werkt. Neem als de fout aanhoudt contact op met de
afdeling Technische diensten van QIAGEN.
Verbindingsprobleem
Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten. Controleer de LAN-instellingen
(paragraaf 5.3.8).
Geen W-LAN-verbinding
Controleer de wifi-instelling (paragraaf 5.3.8). De W-LAN-adapter moet zijn aangesloten
voordat u het apparaat opstart. Start het apparaat opnieuw op.
Vastlopen tijdens run
Start het apparaat opnieuw op. Voer het onderhoud na de run uit en start een nieuwe
protocolrun.
Oppervlak beschadigd
Controleer of alleen de reinigingsmiddelen zijn gebruikt die in paragraaf 6.1 staan
vermeld.
Het scherm gaat niet aan
Oefen geen overmatige kracht uit op het scherm en gebruik voor de reiniging van het
scherm geen bijtende stoffen. Neem voor reparatie contact op met de technische diensten
van QIAGEN.
Weinig schijfruimte
Download en verwijder oude runrapporten.
Gebruiksaanwijzing EZ2 Connect MDx
05/2022
165